Zoek in de site...

Lieve decaan, je staat er niet alleen voor

Door: Miriam Groenen-Ruis

Het vergeten examendomein is jouw ultieme handvat

Voor leden van alle decanenkringen (en andere geïnteresseerden) organiseert de Radboud Universiteit elk jaar in mei een Decanendag. Voor de laatste editie van 20 mei 2021 werd ik als Teacher in Residence uitgenodigd om te presenteren over de publicatie 'Het vergeten examendomein' die ik samen met mijn collega-Teachers in Residence heb ontwikkeld. Hieronder de presentatie en een filmpje waarin ik het belang van 'het vergeten examendomein' toelicht. Aanvullend scheef ik onderstaande blog.

Blog

Als decaan ben jij de deskundige, dé professional, als het gaat om de begeleiding en advisering van het studiekeuzeproces van leerlingen in het voortgezet onderwijs. Je bezit een brede kennis van de te kiezen studies in het hoger onderwijs en hebt kennis van de vooruitzichten in de latere beroepspraktijk. Jij bent een enorm belangrijke spil in de studiekeuze van de leerlingen van jouw school en staat daarmee aan de basis van hun toekomst. Jouw baan is daarmee van grote betekenis.

De uitdaging van de decaan
Er is echter één probleem. Jij bent geen ervaringsdeskundige van alle studies waarover je adviseert. Hoe is het om bijvoorbeeld Frans, Duits, of Algemene Cultuurwetenschappen te studeren aan een specifieke universiteit? Welke accenten zette deze universiteit bij de invulling van het studieprogramma? Hoe was de sfeer op de campus? Waar zijn jouw studiegenoten terecht gekomen? Wat heeft jou het meest geboeid tijdens jouw studie? En hoe laat je dit terugkomen in het advies aan leerlingen? Dat gaat niet, dat is onmogelijk.

Voordeel… het maakt niet uit! En ik ga jou vertellen waarom!

De overheid biedt jou het ultieme handvat
Mijn naam is Miriam Groenen-Ruis. Ik ben Teacher in Residence aan het Radboud PUC of Society. Ik ben docent Kunst Algemeen en Beeldende vorming aan 2College Durendael in Oisterwijk en ben één dag per week in dienst van de universiteit om mee te denken over het versoepelen van de overgang van het vo naar het wo. Samen met mijn collega’s hebben wij ons de afgelopen 2 jaar gebogen over o.a. het studiekeuzeproces van leerlingen. En we zijn tot de ontdekking gekomen dat de overheid jou het ultieme handvat geeft om jouw probleem om te buigen naar de beste studiekeuzevoorlichting die je kunt bedenken.

Het menselijke perspectief van de ervaringsdeskundige
De oplossing ligt namelijk in de samenwerking met jouw vakcollega’s. Want hoewel jij dé professional bent als het gaat om het brede, objectieve perspectief, zijn zij dé ervaringsdeskundigen op het gebied van hun eigen vak. Niemand anders dan de vakdocent kan vanuit zo’n groot enthousiasme spreken over zijn eigen studiekeuzeproces en opleiding. De vooroordelen, de sfeer, de academische inhoud, de waarde, voor zichzelf of de maatschappij, grappige anekdotes, weetjes over de docenten, de stad, het studentenleven. Niet alleen objectieve informatie over studies, maar het menselijk perspectief wat ervaren is door de vakdocent. Een bevlogen docent is van onschatbare waarde voor de studiekeuze.

De begeleiding van het studiekeuzeproces is niet alleen de taak van de decaan
Helaas voelen vakdocenten zich in de praktijk nog niet geroepen om dit onderdeel van het studiekeuzeproces op zich te nemen. Ze zien deze voorlichting als een taak van jou als decaan, ze hebben het te druk met het lesprogramma dat er al ligt en vaak is dichtgetimmerd door een zelf geschreven PTA óf ze weten niet goed hoe ze dit aan moeten pakken.

Wat veel docenten vergeten is dat deze vakspecifieke voorlichting niet alleen een leuke extra en een gewenste actie binnen het lesprogramma is, maar ook een door de overheid vastgesteld, verplicht onderdeel zou moeten zijn in het onderwijs. In elke syllabus, waarin de verplichte examendomeinen per vak te vinden zijn, is er namelijk één examendomein dat, hoewel nog niet nader ingevuld, áltijd terugkomt: ‘oriëntatie op studie en beroep’. Zo vind je deze titel bij de kunstvakken achter domein C en bij de talen achter domein F. De taak van docenten is hiermee aanvullend op de taak van de decaan.

Enthousiasmeer jouw vakcollega’s
Jouw taak als decaan is niet alleen de leerling begeleiden naar een studiekeuze, maar ook om je vakcollega’s te ondersteunen in en te enthousiasmeren voor het geven van vakspecifieke voorlichting.

Alleen als jullie de handen ineen slaan, en samen invulling geven aan deze belangrijke taak, kunnen we leerlingen in het voortgezet onderwijs de beste begeleiding geven in de keuzes die zij maken op het gebied van studie en beroep.

Hoe kun je als decaan die bereidheid tot samenwerking bereiken?

1. Het mag
Benader zoveel mogelijk het positieve element van dit examendomein. HET MAG! Docenten mogen in de les aandacht besteden aan dat wat hen zo enorm geïnspireerd heeft tijdens hun opleiding. Hoe gaaf is het wanneer je als docent vrijuit mag spreken over de liefde voor je eigen vak en hier tijd voor in mag ruimen in je programma en dat je hiermee direct voldoet aan één van de exameneisen? Hoe mooi is het wanneer je een onderwerp uit de vakinhoud eens op een wetenschappelijke manier mag benaderen samen met jouw leerlingen en tegelijkertijd inzicht geeft in de thematiek van een universitaire studie? Hoe leuk is het om je lokaal aan te kleden met vakgerelateerde onderwerpen waar je als docent zo enthousiast van wordt? Alleen al door te bespreken dat een docent tijd mag investeren in het gesprek over studiemogelijkheden, geeft hem ademruimte. Het mag namelijk ook in het Programma van Toetsing en Afsluiting!

2. ‘Oriëntatie op studie en beroep’ en het PTA
Daarmee komen we meteen op het tweede punt van begeleiding die jij als decaan kan inpassen, namelijk: invulling geven aan het examendomein ‘oriëntatie op studie en beroep’ en dit inpassen in het Programma van Toetsing en Afsluiting. Ieder jaar worden docenten gevraagd zich opnieuw te buigen over dit PTA. Soms verandert er veel. Soms verandert er niets. En alles er tussenin. Dit examendocument wordt door een school zelf ingevuld, voornamelijk n.a.v. de examendomeinen. Ieder domein in de syllabi wordt ondersteund met handvatten, subdoelen wat leerlingen moeten kennen of kunnen om te kunnen slagen voor hun middelbare schoolopleiding.

Het examendomein ‘oriëntatie op studie en beroep’ heeft dit niet. Achter dit domein staat letterlijk helemaal niks. Voor docenten is het daardoor moeilijk om invulling hieraan te geven. Want wanneer voldoe je? Is het voldoende om een poster op te hangen of leerlingen op de hoogte te brengen van open dagen? Moet je dit domein bewust invoegen in elke les? Wanneer doe je het goed?

Omdat er zoveel nadruk gelegd wordt op de andere domeinen, met complete uitleg, lijkt het alsof het domein ‘oriëntatie op studie en beroep’ minder belangrijk is. Echter, is het hele doel van het voortgezet onderwijs niet om leerlingen klaar te stomen voor het centraal schriftelijk eindexamen. Moeten we als docenten onszelf niet de vraag stellen ‘hoe bereiden we leerlingen voor op de tijd voorbij het eindexamen?’

Als Teachers in Residence zien wij het als een enorme meerwaarde wanneer er doelen geformuleerd worden binnen dit examendomein ‘oriëntatie op studie en beroep’, die docenten vervolgens eenvoudig kunnen inpassen in het PTA. Op de korte of middellange termijn wordt hier van bovenaf geen prioriteit aan te geven. Maar dit betekent niet dat wij niet van onderaf, als school zijnde, hier invulling aan kunnen geven. Het zou interessant zijn voor jou als decaan, wanneer je met het hele team van docenten, vakoverstijgend, kunt nadenken over de invulling die jullie als school aan dit domein verplicht willen stellen. Maak het bespreekbaar, plan een heidag in, en maak werk van dit goud. Stel docenten de vraag: ‘Wat is het meest waardevol dat je geleerd hebt van jouw studie en wat is de fijnste herinnering?’. Laat docenten vervolgens dit domein vormgeven n.a.v. hun eigen enthousiasme. En laat ze nadenken hoe zij deze doelen kunnen inpassen in het PTA.

Vanuit onze rol als Teachers in Residence hebben we een opzet voor de leerdoelen (pdf, 65 kB) gemaakt, die wellicht ter inspiratie gebruikt kan worden.

3. Deskundigheidsbevordering
Als derde optie zou je als decaan jouw vakcollega’s kunnen enthousiasmeren om hun deskundigheidsbevordering deels in te zetten om zichzelf wegwijs te maken in de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van studie en beroep in hun vakgebied.

4. Concrete tips en gratis lesmateriaal
Concrete tips hoe vakdocenten de oriëntatie op studie en beroep in de praktijk kunnen brengen zijn te vinden in onze publicatie ‘Het vergeten examendomein: Oriëntatie op studie en beroep in de vakles’. Maak de vakdocenten bekend met deze publicatie, waarmee zij het belang van dit domein nog eens zelf kunnen bestuderen en waarin zij direct handreikingen krijgen om het hoger onderwijs in te brengen in het klaslokaal. Deze integratie kan op een eenvoudige manier, door middel van gesprekken, posters of artikelen, maar ook op een meer geïntegreerde wijze met de lesstof, door gebruik te maken van het gratis lesmateriaal. Dit lesmateriaal laat leerlingen op vo-niveau kennismaken met de inhoud van universitaire studies, waar in de vakles geen aandacht aan besteed kan worden. Zo ervaren leerlingen dat de academische studie veel breder is dan het schoolvak, dat bij taalvakken bijvoorbeeld sterk gericht is op taalverwerving.

Op dit moment staat er lesmateriaal online voor de vakken Nederlands, Duits, Frans, Spaans, Engels en Kunst Algemeen. Het zijn universitaire disciplines zoals linguïstiek, etymologie, conversatieanalyse, cultuurhistorie, fonetiek, letterkunde en filmanalyse in een havo/vwo-jasje! Direct bruikbaar, inclusief docentenhandleidingen en leerlingenversies.

De docent als ambassadeur
Om leerlingen de perfecte voorlichting te geven over de studiekeuze is het dus noodzakelijk dat jij als decaan de samenwerking aangaat met de vakdocenten. Er moet een bewustwording komen dat iedere docent ambassadeur is van zijn vakgebied en bijpassende opleidingen. De decaan geeft het brede perspectief, de docent de bevlogenheid vanuit zijn eigen perspectief. Als iedere docent, van elk vak, zowel in de onderbouw als in de bovenbouw, vanuit dit ambassadeurschap zijn vak geeft, krijgen leerlingen een afwisselende kijk op de studiekeuze en worden zij er wekelijks, misschien zelfs dagelijks aan herinnerd dat deze keuze ook voor hen dichterbij komt.

Samenwerken is winnen
Ik hoop dat ik jou met dit verhaal op nieuwe gedachten heb kunnen brengen. De studiekeuzebegeleiding is té belangrijk om enkel op jouw bordje te plaatsen. Je mag in deze gebruik maken van jouw vakcollega’s. Samen vormen jullie een bijzonder team, waarmee je niet enkel een breed en objectief perspectief kan bieden aan de leerlingen, maar ook een inkijkje kan geven in de inhoudelijke diepgang en thematiek van een universitaire studie en leerlingen kan enthousiasmeren door de bevlogenheid en de subjectieve ervaringen met studeren van de vakdocent. Ik wens jou en jouw team ontzettend veel succes in het integreren van het examendomein ‘oriëntatie op studie en beroep’ in de vaklessen op jouw school.