Zoek in de site...

Nederlandse Taal en Cultuur

De opleiding Nederlandse Taal en Cultuur

Bij de opleiding Nederlandse Taal en Cultuur in Nijmegen bestudeer je de moderne en klassieke Nederlandse literatuur. Daarnaast analyseer je vraagstukken als: hoe leren kinderen hun moedertaal en wat is het verschil met het leren van een tweede taal? Welke relatie bestaat er tussen standaardtaal, dialecten en groepstaal? Je verdiept je in het functioneren van de taal in de samenleving, bijvoorbeeld hoe taalgebruik in reclame en voorlichting het gedrag van mensen. Je maakt kennis met alle facetten van de Nederlandse taal, literatuur en cultuur.

NB: Contacturen worden in blokken van 2 geroosterd. Per 2 contacturen heb je dus 1x les op de universiteit. De studielast per vak kun je berekenen aan de hand van het aantal studiepunten (EC). Eén studiepunt staat voor 28 uur studie. Wat je niet aan contacturen kwijt bent, zul je hoogstwaarschijnlijk nodig hebben voor de zelfstandige onderdelen.

Een semester (6 maanden) bestaat uit twee periodes. Semester 1 loopt van september t/m januari, semester 2 van februari t/m augustus. Periode 1 en 2 vallen dus onder semester 1, periode 3 en 4 onder semester 2. Het vakkenaanbod voor periode 3 en 4 wordt in december bekend gemaakt.

Aanschuifonderwijs Nederlandse Taal en Cultuur

Cursusaanbod

Moedertaalverwerving (periode 1 en 2)

Menselijke taal heeft een aantal specifieke eigenschappen die in de taalwetenschap bestudeerd worden. Deze cursus vormt een inleiding in de taalwetenschap, waarbij de volgende onderwerpen aan bod komen:
- Taalwetenschap: de basisbegrippen en -inzichten (taalkundige analyseniveaus, taaluniversalia); geschiedenis van het vakgebied
- Het fenomeen taal: herkomst, eigenschappen, talen van de wereld (typologie)
- De taalgebruiker: taalbegrip en -productie, eerstetaalverwerving
- De taalgemeenschap: sociolinguïstiek

  • Contacturen per week: 3
  • Onderwijsvorm: hoor- en werkcollege
  • Studiepunten (ECTS): 5
  • Voertaal: Nederlands
  • Rooster (pdf, 14 kB)

Literaire theorie en analyse (periode 1 en 2)

Tijdens deze colleges wordt de studenten de theoretische en analytische vaardigheden bijgebracht die ze gedurende de rest van de letterkundevakken in de bachelor nodig hebben. Gedurende het eerste en tweede jaar worden de behandelde periodes van de literatuurgeschiedenis vanaf de middeleeuwen tot heden benaderd vanuit vier theoretische invalshoeken: literatuur en auteur, literatuur en lezer, literatuur en medium, literatuur en macht. De literatuurwetenschappelijke grondslag van deze invalshoeken wordt behandeld in hoor- en werkcolleges, waarin de studenten een aantal klassieke (internationale) basisteksten lezen. Daarnaast wordt de studenten het basisinstrumentarium voor analyse van proza en poëzie en de theoretische grondslag daarvan in narratologie en poëzietheorie bijgebracht. In een kleine reeks hoorcolleges worden actuele literaire verschijnselen behandeld in hun historische context, als opmaat naar de literair-historische overzichten in de letterkundevakken vanaf periode 2.

  • Contacturen per week: 4
  • Onderwijsvorm: hoor- en werkcollege
  • Studiepunten (ECTS): 5
  • Voertaal: Nederlands
  • Rooster (pdf, 17 kB)

Inschrijven

Weet je al zeker dat je aan een van de vakken deel wilt nemen? Schrijf je dan in via het digitale inschrijfformulier.

Heb je nog vragen? Neem dan contact met ons op via pucofsociety@let.ru.nl.