Zoek in de site...

Debatten en argumentatie

De kunst van argumentatie en spreken, de zogenaamde welsprekendheid, wordt vanuit het Oudgrieks retorica genoemd. Retorica valt overal terug te zien: in grote politieke debatten, discussies bij praatprogramma’s op TV en aan tafel met je ouders. Of het nou gaat om grote of kleine onderwerpen, overal waar personen met elkaar van mening verschillen en de ander over proberen te halen van hun eigen gelijk, wordt gebruikgemaakt van retorica.

Debatten en argumentatie zijn altijd aanwezig geweest, maar er lijkt inhoudelijke verandering plaats te vinden. Zo valt in de Nederlandse politiek te zien dat een debat niet altijd gewonnen kan worden met feitelijke argumentatie, maar dat persoonlijke overtuigingen of ervaren opvattingen zwaarder kunnen wegen. Is bijvoorbeeld de grote winst van politieke partij BBB bij de provinciale statenverkiezingen in 2023 het gevolg van feitelijke argumentatie in debatten, of van een gevoelsmatige groepsemotie? Daarnaast ontstaat er binnen de Nederlandse politiek de afgelopen jaren steeds meer commentaar op de hardheid waarmee debatten gevoerd worden. Persoonlijke aanvallen worden steeds frequenter gebruikt in discussies en lijken soms plaats te maken voor inhoudelijke argumentatie. Tegelijkertijd doen dit soort momenten waarop politici hard tegen elkaar gaan het juist enorm goed op sociale media als TikTok en Instagram; veel beledigende opmerkingen van Donald Trump aan Joe Biden tijdens de presidentsverkiezingen van de VS in 2020 gingen het internet over, net zoals de bekende argumentatie ‘doe normaal man’ van Geert Wilders en Mark Rutte. Die toenemende hardheid en de verandering in argumentatie kan dus ook gericht zijn op wat het publiek graag ziet. Het onderwerp debatten en argumentatie biedt een interessante kijk op hoe mensen elkaar overtuigen en waarom we bepaalde kennis voor waarheid aannemen, en andere kennis juist afstoten. Onderzoeken bij dit onderwerp kijken voornamelijk naar hedendaagse retorica en de meest recente debatten en argumentatiestijlen.

Interessante vragen:

  • Is er in de Nederlandse of buitenlandse politiek een trend te zien waarbij politici steeds minder gebruik maken van argumentatie, maar meer van onderbuikgevoel? Zijn argumentaties van partijleiders als Thierry Baudet en Geert Wilders gebaseerd op feiten, of op overtuigingen?
  • Wat maakt een argument inhoudelijk goed en is een inhoudelijk goed argument bij ieder debat het sterkst? Welke rol spelen de manieren om een ander te overtuigen (pathos, ethos en logos) in een debat?
  • Wat is het verschil tussen meningen en feiten, en is dit verschil ook zo zwart-wit zichtbaar in debatten? Hoe komt het dat mensen die in een samenzwering geloven andere feiten erop nahouden dan mensen die daar niet in geloven?
  • Wat verklaart de toename in ‘conspiracy-thinkers’ en wat zegt dit over de manier waarop debatten worden gevoerd en argumentatie wordt gevormd?
  • Welke rol speelt de zichtbaarheid van politieke partijen op sociale media in de manier waarop debatten gevoerd worden? En zijn er bepaalde strategieën die partijen inzetten om hun punt duidelijk te maken, zoals humor of angst?
  • Op welke manier krijgen scholieren aangeleerd te debatteren op de middelbare school, en is deze manier nog wel relevant? Stel dat scholieren aangeleerd krijgen niet op gevoelens in te spelen, maar dit blijkt tegenwoordig een veelgebruikte argumentatiemethode, zou er dan iets moeten veranderen aan de lesmethode?

Bronnen & Literatuur:

  • Condor, S., Tileagă, C., & Billig, M. (2013). Political rhetoric.
  • Mazeland, H. (1994). Argumentatie in gesprekken. Een conversatie-analytische aanzet. Tijdschrift voor taalbeheersing, 16(4), 273-295.
  • Schellens, P. J. (2006). ‘Bij vlagen loepzuiver’. Over argumentatie en stijl in betogende teksten. Nijmegen: Radboud Universiteit.
  • Schooldebatteren.nl
  • Schut, D., & Wagemans, J. H. M. (2014). Argumentatie en debat. Den Haag, Boom Lemma uitgevers.
  • Smith, C., & Voth, B. (2002). The role of humor in political argument: How “strategery” and “lockboxes” changed a political campaign. Argumentation and advocacy, 39(2), 110-129.
  • Tindale, C. W. (1999). Acts of arguing: A rhetorical model of argument. State University of New York Press.

Deze handreiking voor een profielwerkstuk is gemaakt door de Faculteit der Letteren.