Voor deze cursus zijn 3 groepen:
Groep A
Deze cursus vindt plaats van 14 oktober t/m 9 december 2024. In de week van 21 oktober is er geen les i.v.m. de herfstvakantie.
Lesdag & -tijd: maandag van 15.30 - 17.00 uur
Locatie: Op de campus in Nijmegen
Aantal deelnemers: min. 6 - max. 18
Groep B
Deze cursus vindt plaats van 7 oktober t/m 2 december 2024. In de week van 21 oktober is er geen les i.v.m. de herfstvakantie.
Lesdag & -tijd: maandag van 19.45 - 21.15 uur
Locatie: Op de campus in Nijmegen
Aantal deelnemers: min. 6 - max. 18
Groep C
Deze cursus vindt plaats van 9 oktober t/m 4 december 2024. In de week van 21 oktober is er geen les i.v.m. de herfstvakantie.
Lesdag & -tijd: woensdag van 18.00 - 19.30 uur
Locatie: Op de campus in Nijmegen
Aantal deelnemers: min. 6 - max. 18
Opzet en inhoud
Tijdens de les wordt zoveel mogelijk Spaans gesproken, met Nederlands en Engels als ondersteunende talen. Reken op 3-4 uur zelfstudie per week.
Wat komt in de les aan bod?
Vaardigheden
Je leert:
- je voor te stellen: hoe je heet, hoe oud je bent, waar je vandaan komt, wat je voor werk doet
- begroeten en afscheid nemen, naar persoonlijke gegevens te vragen en te geven.
- hoe je intenties en plannen kan uitdrukken en uit te leggen waarom je iets doet.
- te vertellen hoe je verschillende talen beheerst.
- plaatsen beschrijven en ligging uit te drukken.
- dingen die je nodig hebt tijdens het reizen zoals geografische zaken, de seizoenen en het bijbehorende weer.
- hoe je objecten in het Spaans kan identificeren en hoe je noodzaak kan uitdrukken.
- je verstaanbaar maken tijdens het winkelen: welke kledingstukken er zijn, in welke kleuren en maten en hoe je naar de prijs vraagt en onderhandelt.
Grammatica
Grammatica die we onder andere behandelen tijdens deze cursus Spaans op weg naar A1:
- Het geslacht en getal (enkelvoud-meervoud) van zelfstandige naamwoorden, nationaliteiten en beroepen.
- De belangrijke werkwoorden ser, llamarse en tener (zijn, heten en hebben): het gebruik en de vervoegingen in de tegenwoordige tijd.
- De persoonlijke voornaamwoorden in de Spaanse taal.
- Het gebruik van de Spaanse bepaalde lidwoorden (el, la, los en los) en onbepaalde lidwoorden (un, una, unos en unas) en de verschillen hierin met de Nederlandse lidwoorden.
- De tegenwoordige tijd in het Spaans: gebruik en vormen.
- Het gebruik en de vervoeging van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden op basis van geslacht en enkelvoud/meervoud.
- Het gebruik van porque, para en por (omdat, om te en vanwege) om een reden te geven.
- Het gebruik van het werkwoord hay (haber) en estar (er is, er zijn en zich bevinden): en het verschil er tussen.
- De overtreffende trap en de kwantificerende bepaling (cuantificador) zoals: muy/mucho (zeer/veel).
- De aanwijzende voornaamwoorden este, esta, ese, esa (deze, die) en het gebruik van het werkwoord tener que (moeten) in de Spaanse taal.
- Het gebruik en de vormen van twee onregelmatige werkwoorden: ir en preferir (gaan en lieven hebben).
Cursusmateriaal
- Aula 1 Internacional Plus (9788418224157). Let op: bestel de Engelse editie!
Dit boek wordt ook gebruikt bij de volgende cursus, Spaans A1.
Cursusmateriaal is niet bij de kosten inbegrepen. Verkrijgbaar bij Boekhandel Roelants.