Video | Podcast | VOX column: Spoor bijster
21 september 2023|Collegezalencomplex| Bekijk de aankondiging.
Verslag - Verbindingen in Europa
Door Saar Boter |Foto's door Ramon Tjan
Ben jij deze zomer met de trein of met het vliegtuig op reis geweest? De trein biedt duurzaamheid, beenruimte en Interrailromantiek. Maar reizen over het spoor betekent ook overstappen bij de grens, onvermijdelijke vertragingen en tig ticketsystemen. Waarom is er nog geen snel Europees treinnetwerk? En hebben we dat nodig? Luister naar Europarlementariër Dorien Rookmaker en bestuurskundige Gijs Jan Brandsma over Europa met de trein.
21 september 2023|Collegezalencomplex| Bekijk de aankondiging.
Door Saar Boter |Foto's door Ramon Tjan
Wie wel eens met de trein lange afstanden binnen Europa aflegt weet dat deze reis enorm frustrerend kan zijn. Lange overstappen, vertragingen, verschillende kaartjes van verschillende maatschappijen… Kan dit beter worden geregeld? En is een groot Europees treinennetwerk wenselijk? Dorien Rookmaker, Europarlementariër namens de partij Meer Directe Democratie, en Gijs Jan Brandsma, bestuurskundige aan de Radboud Universiteit, deelden deze avond hun gedachten over dit onderwerp.
Dorien Rookmaker begon met een korte lezing over haar project om tussen alle Europese hoofdsteden hogesnelheidstreinen te laten rijden. Hogesnelheidslijnen (HSL’s) bestaan natuurlijk al, maar deze zijn vooral nationaal georiënteerd. “Ik beloof jullie vooral een positief verhaal vanavond,” beloofde Rookmaker ons. Rookmaker reist zelf ook maar al te graag met de trein en vindt het altijd een avontuur.
Rookmaker lichtte toe hoe onder kwesties als deze, altijd de kwestie van Europese integratie ligt. Ze begon met een theoretisch framework dat haar helpt om de verschillende perspectieven in Europa over dit onderwerp te begrijpen en in kaart te brengen. Zo lichtte zij het neofunctionalisme toe: een stroming die zich richt op hoe samenwerking economische groei kan bevorderen. Dit is functionele integratie. Integratie omdat dit nuttig is voor een bepaald doel waar de lidstaten samen aan werken. Daarnaast heb je het intergouvermentalisme. Deze stroming vindt dat een sterke staat belangrijk is. De lidstaten moeten dus vooral zelf veel macht behouden om keuzes te maken. Als derde introduceerde Rookmaker het institutionalisme. Deze stroming legt vooral de focus op het gedrag van individuen binnen instituten.
“Dit is een theoretisch kader maar het politieke debat is natuurlijk niet puur theoretisch,” zei Rookmaker. In het politieke debat vinden we deze sentimenten echter wel terug. Simplistisch gezegd zijn er twee stromingen binnen de EU: een vraag om meer centralisatie en macht naar Brussel, de federalisten of centralisten genoemd, en lidstaten die juist hun macht niet kwijt willen aan Brussel, de soevereinen. Deze strijd om macht tussen Brussel en de lidstaten van de EU is te merken in debatten over financiële onderwerpen, waar het vooral strijd tussen Noord en Zuid is, maar ook op gebied van cultuur, waar de strijd dan weer vooral merkbaar is tussen West en Oost.
Ook de wenselijkheid van een Europees treinnetwerk is een debat in de EU. Het roept vragen op als, ‘hebben we meer samenwerking nodig voor dit mogelijk is?’ en ‘moet er meer macht naar Brussel om dit te bewerkstelligen?’. “Maar eerst een andere vraag,” zei Rookmaker, “waarom zou je een Europees treinnetwerk willen?” Reizen met de trein is goed voor het milieu en zou tegemoet kunnen komen aan een groeiende vraag voor transport binnen Europa. Daarnaast is het veilig en inclusief om met de trein te reizen en bevordert een goed netwerk binnen Europa de verbindingen tussen mensen. Rookmaker zou het mooi vinden om te zien dat deze verbindingen polarisatie in Europa tegengaan. Het is immers veel beter om te kunnen praten over onze verschillen en een goed transportnetwerk maakt dit mogelijk.
Rookmaker ziet mogelijkheden. “Het is niet zo dat we dit HSL-netwerk van de grond moeten opbouwen,” betoogt ze. Het zijn slechts de missende verbindingen in een bestaande basis die we moeten toevoegen. Denemarken en Polen zijn bestaande voorbeelden hoe een dergelijk netwerk kan worden georganiseerd. We hebben hiervoor niet meer centralisatie of integratie nodig om dit plan waar te maken, vindt Rookmaker. Maar het zou mooi zijn als dit netwerk wel tot meer integratie zou leiden.
Gijs Jan Brandsma lichtte in zijn verhaal twee kanten toe van de kwestie: een technische kant en een politieke kant. Deze twee kanten zijn naar zijn mening cruciaal om het debat goed te begrijpen en de haalbaarheid van een plan als dat van Rookmaker in te schatten. Op het technische gebied is er een aantal moeilijkheden. Zo heeft elk land een andere hoeveelheid stroom op het spoor om hun treinen te laten rijden. Ook zijn de aansluitingen, het beveiligingssysteem en soms zelfs de breedte van het spoor bijna in elk land wel anders. Een Europese standaard instellen voor al deze systemen is een enorme opdracht die veel tijd en geld zal kosten.
Ook op politiek gebied bezorgen de spoorwegen de volksvertegenwoordigers hoofdpijn, zo lang als ze al bestaan. Vroeger bestonden er veel kleine netwerkjes van rijke mensen die graag sneller naar hun bestemming wilden komen dan de trekschuit toestond. Uiteindelijk bleken deze netwerken meer geld te kosten dan verwacht en stopten veel van deze mensen met hun projecten. Aangezien er tegen die tijd al veel mensen afhankelijk waren van deze netwerken, was de staat genoodzaakt deze netwerken over te nemen en te onderhouden, wat ze vooral veel geld gekost heeft. Los van de hoge kosten is een ander probleem dat de trein ons, in tegenstelling tot de auto, niet van A naar B brengt. “Je gaat van ergens waar je niet begint naar ergens waar je eigenlijk… ook niet heen moet,” grapt Brandsma. Tegenwoordig is het succes van de auto echter iets wat ons problemen veroorzaakt. Denk aan lange files die op de weg ontstaan. Is de trein hier de oplossing voor?
Het ombouwen van de infrastructuur is nog altijd makkelijker dan het helemaal opnieuw beginnen met het bouwen van een netwerk, vindt Brandsma. Als we de problemen van de verschillende hoeveelheden stroom, aansluitingen en beveiligingssystemen willen oplossen, zijn we echter wel nog minstens dertig jaar bezig. Ook al denkt men dat de trein de oplossing is voor files en milieuvervuiling, we moeten niet onderschatten dat het opzetten van dit netwerk ons heel veel tijd en geld gaat kosten. Op de korte termijn zijn we nog lang niet klaar met een compleet netwerk en het netwerk gaat ons pas wat opbrengen als het helemaal af is.
Ben jij deze zomer met de trein of met het vliegtuig op reis geweest? De trein biedt duurzaamheid, beenruimte en Interrailromantiek. Maar reizen over het spoor betekent ook overstappen bij de grens, onvermijdelijke vertragingen en tig ticketsystemen. Waarom is er nog geen snel Europees treinnetwerk? En hebben we dat nodig? Luister naar Europarlementariër Dorien Rookmaker en bestuurskundige Gijs Jan Brandsma over Europa met de trein.
In een groener Europa reizen we meer met de trein. Dat stelt de EU Green Deal, het grote Europese plan waarin ons continent in 2050 klimaatneutraal moet zijn. Nieuwe hogesnelheidslijnen, investeringen in regionale verbindingen en het gelijktrekken van regelgeving moet de treinreis aantrekkelijker maken. Maar naast duurzaamheid, dienen de spoorplannen ook een ander doel: het continent verbinden. In de trein ontdek je pas echt Europa.
Maar voordat we daar zijn, moet er veel veranderen. Volgens een recente peiling gaan de meeste Nederlanders op vakantie in Europa. Toch boekt bijna de helft van hen een stoel in het vliegtuig. Niet meer dan 6% neemt de trein. In onze klimaatcrisis zijn dit bizarre cijfers. Maar is de keuze van de vliegvakantiegangers heel gek?
Met de trein door Europa reizen is nog niet zo gemakkelijk. Ticketsystemen zijn niet op elkaar afgestemd, machinisten mogen niet in andere EU-landen werken en het materieel van het ene land past vaak niet op de railbreedte van het andere. Het Europese spoornetwerk is versnipperd. Europaparlementariërs willen daar nu verandering in brengen.
Europarlementariërs pleiten voor een beter en sneller Europees treinnetwerk. Welke doelen dienen die lijnen? Hoe gaan we dit bereiken? En wie profiteren ervan?
Dorien Rookmaker is Europarlementariër namens de partij Meer Directe Democratie. Sinds eind 2021 maakt zij deel uit van de fractie van Europese Conservatieven en Hervormers in het Europees Parlement. Ze zet zich in voor een beter en sneller Europees treinnetwerk.
Gijs Jan Brandsma is bestuurskundige aan de Radboud Universiteit. Hij is gespecialiseerd in Europese politiek en bestuur. Hij onderzoekt hoe lidstaten en Europese instituties tot besluiten komen over onder andere infrastructuurprojecten.
Blijf op de hoogte:
Schrijf je in voor de nieuwsbrief