Verslag
David Bowie. Kanttekeningen bij de mythe
Actualiteitencollege met letterkundige Maarten Steenmeijer
Dinsdag 19 januari 2016 | 12.45 - 13.30 uur | Hal Erasmusgebouw Radboud Universiteit, Erasmusplein 1, Nijmegen
Taede Smedes is godsdienstfilosoof en theoloog aan de Radboud Universiteit.
Maarten Steenmeijer is hoogleraar Spaanstalige Letterkunde en Cultuur aan de Radboud Universiteit, vertaler en literair criticus. Over popmuziek publiceerde hij onder meer Acht dagen in de week: brieven aan pophelden, Golden Earring: rock die niet roest en Pop in literatuur.
Tijdens de inloop van het actualiteitencollege wordt een aantal fragmenten getoond uit films waar David Bowie in speelde, waaronder Labyrinth en Twin Peaks: Fire Walk With Me. David Bowie was naast een icoon in de popmuziek namelijk ook acteur. Na een welkomstwoord door programmamaker Lisa Doeland begint het actualiteitencollege met een column van godsdienstfilosoof Taede Smedes. Smedes grijpt in zijn column terug op de titels van Bowies nieuwste album Blackstar, het album dat slechts een paar dagen voor zijn dood werd uitgebracht. Smedes concludeert dat Bowie dankzij zijn nalatenschap, namelijk zijn muziek, misschien niet helemaal dood is. We horen immer nog steeds zijn stem. Bowie is dood, maar toch nog onder ons.
David Bowie is niet per se vernieuwend
David Bowie staat bekend als de man die zichzelf voortdurend opnieuw uitvond. Maar is dit ook zo? Letterkundige Maarten Steenmeijer plaatst hier een aantal kanttekeningen bij. Bowie was volgens hem namelijk helemaal niet zo vernieuwend. Hij deed enorm zijn best om door te breken in de popmuziek, maar dat mislukte keer op keer. Hij greep daarom steeds naar een andere stijl om maar vaste voet aan de grond te krijgen in de popwereld. Met verschillende fragmenten presenteert Steenmeijer de stijlen die Bowie zich aanmat. Zo valt te horen dat hij in zijn begintijd teruggrijpt op verschillende stijlen en beïnvloed wordt door verschillende bestaande artiesten. In de nummers zijn duidelijk invloeden te horen van bijvoorbeeld The Beatles, The Rolling Stones en The Who. Bowie waagt zich zelfs aan een novelty song (een lied waarbij het komische belangrijker is dan de muziek) in de vorm van ‘The Laughing Gnome’ en deed mee aan verschillende songfestivals.
Jaren ’70, de echte vernieuwing
Als 8-jarig jongentje zei Bowie al tegen zijn vader dat hij een bekende artiest wilde worden. In de jaren ’70 lijkt dit hem dan eindelijk gelukt te zijn. Die jaren waren Bowies hoogtijjaren, waarin hij ook veel aandacht besteedde aan zijn imago. Maar niet alleen zijn imago was origineel. Zijn albums bevatten namelijk veel instrumentale muziek met weinig zang, iets wat in die tijd nog niet gebruikelijk was. De echte vernieuwing waar Bowie altijd om geprezen wordt, vond dus eigenlijk alleen plaats in de jaren ’70.
Critici
In de jaren ’80 ging het bergafwaarts met Bowie. Critici waren helemaal niet meer enthousiast over hem. Pas vanaf de jaren ’00 hadden critici weer een goed woord over voor zijn albums, echter met de kanttekening dat zij weinig vernieuwing brachten.
Bowie, het icoon
David Bowie heeft diepe sporen achtergelaten in de popmuziek. Maar moeten we daar blij mee zijn? Volgens Steenmeijer waren de jaren ’80 de meest verschrikkelijke jaren voor de popmuziek. Imago is vanaf toen veel belangrijker geworden dan muziek, wat de kwaliteit van de nummers en met name de teksten niet altijd ten goede kwam.
Wel een fan!
Steenmeijer sluit zijn lezing af met de mededeling dat hij, ondanks de kanttekeningen, wel degelijk een fan van David Bowie is! Juist omdat hij zoveel van Bowie weet, gaat hij ook de minder goede kanten zien.
Door: Lisanne Flens