Zoek in de site...

Verslag van ma 15|02|16 Wij zijn meer dan ons brein | Lezing door Jos de Mul


Wij zijn meer dan ons brein
Lezing door filosoof Jos de Mul
Maandag 15 februari 2016 | 19.30 - 21.00 uur | Collegezalencomplex Radboud Universiteit, Nijmegen

Jos de Mul is hoogleraar Wijsgerige antropologie aan de Erasmus Universiteit. Arjen Kleinherenbrink is metafysicus en promovendus aan de Radboud Universiteit.

Verjaardag

Het Centre for Contemporary European Philosophy beleefde vanavond zijn derde verjaardag. Eregast was de Rotterdamse hoogleraar wijsgerige antropologie Jos de Mul die auteur is van onder andere Domesticatie van het noodlot en Kunstmatig van nature. Zelf had hij ook iets te vieren. De directeur van Amsterdam University Press overhandigde De Mul in Nijmegen de eerste druk van De muziek van het leven van de Britse systeembioloog Denis Noble - een kritiek op het neodarwinisme. De Mul voorzag de vertaling van voor- en nawoord.

Menselijke natuur

“Wie of wat is de mens?”, vraagt De Mul zich bij wijze van aftrap af. Een lastige kwestie. Het onderwerp van de vraag – de mens – veranderde door de eeuwen sterk. Niet alleen heeft de mensachtige sinds zijn verschijning – twee miljoen jaren geleden - verschillende gedaantes gekend, en ook de vraag naar de menselijke natuur is aan verandering onderhevig. Filosoof David Hume concludeert in de achttiende eeuw dat de menselijke natuur überhaupt niet veranderlijk is. “Helmut Plessner betoogde in de negentiende eeuw dat de mens juist een open natuur heeft”, weet De Mul. “Een leeuw hoeft zich nooit af te vragen of hij registeraccountant wordt of wat hij met zijn gaat doen. Mensen moeten zichzelf verwezenlijken, en vormt daarin zijn geschiedenis.”

Pouvoir de vie

In 1809 presenteert Jean-Baptiste Lamarck een systematische evolutietheorie. “Alle organismen hebben volgens hem een lange geschiedenis. Ze komen voort uit eerdere organismen,” verhaalt De Mul. Dat mechanisme werkt enerzijds met de kracht van organismen om constant in ontwikkeling te blijven en tegelijkertijd steeds complexer te worden. Anderzijds zijn organismen in staat zich aan te passen aan hun omgeving. Als een orgaan intensief gebruikt wordt, treedt de neiging op het orgaan te versterken. En nuttige verworven eigenschappen worden doorgegeven aan het nageslacht.

Natuurlijke selectie

Charles Darwin kon zich goed vinden in het gedachtegoed van Lamarck. Hij voegde er de belangrijke wetmatigheid van natuurlijke selectie aan toe. Diens redenering luidde dat “we altijd te maken hebben met schaarsheid van bronnen”, vertelt De Mul. “Dat betekent dat in de strijd om het bestaan enkel organismen die variaties kennen – en zich beter aanpassen – overleven.” Een dergelijke aanpassing laat vele generaties op zich wachten. Het was Gregor Mendel die met erfelijkheidswetten een verklaring gaf voor variaties, die Darwin had bestempeld als toevallig: op basis van de kenmerken in ouders is te voorspellen welke kenmerken in het nageslacht zullen voortleven.

Muizenstaarten

Het Weismann-experiment bezorgde een smet op het blazoen van de these van Lamarck. Tijdens een experiment knipte Weismann de staarten af van muizen. Hun nageslacht werd echter mét staart geboren. De overtuiging van Lamarck dat verworven eigenschappen een volgende generatie bereiken, leek ondermijnd.

Genetica

Het neodarwinisme komt tot volle wasdom op het moment dat de evolutietheorie versmelt met genetica. In de jaren vijftig lukt het wetenschappers Watson en Crick uitgebreide kennis te vergaren over het DNA. De functie van het molecuul bleek tweeledig: enerzijds bepaalt het welke moleculen worden doorgegeven aan een volgend geslacht. Daarbij creëert DNA tijdens het leven voortdurend eiwitten die nodig zijn om te bestaan. De ontdekkers van het DNA concludeerden dat omgeving op geen enkele manier invloed uitoefende op DNA, vertelt De Mul. De Mul: “Dat zou later bekend komen te staan als het centrale dogma van het neodarwinisme. U mag denken dat u vrij bent, maar u brengt slechts uw genen tot expressie. Als u probeert uw broer te redden, die aangereden dreigt te worden door een auto, bent u dan altruïstisch? Nee, u probeert uw eigen genen te redden.”

Goudvissen

De neodarwiniaanse these komt echter op losse schroeven te staan. Eén van de kritiekpunten die verteerd moet worden: mutaties van het DNA blijken gelinkt te kunnen worden aan de gezondheid van een organisme. “Als je een infectie hebt, nemen mutaties toe. Het lichaam zelf functioneert als een belangrijke actor in het ontstaan van mutaties van het DNA.” Komt nog bij dat de Lamarckse these over verworven eigenschappen in ere hersteld kan worden door Chinees onderzoek. Uit cellen van goudvissen werd de kern met DNA verwijderd, om vervolgens het DNA van karpers terug te plaatsen – genoomtransplantatie. Het organisme dat daar uitgroeide bleek geen karper, zoals volgens de neodarwinistische these het geval zou moeten zijn. “Er volgde een hybride, een soort goudvis-karper. Dan blijkt dus: niet alle eigenschappen van een organisme zitten in het DNA. Andere stoffen in de cel maken uit welke genen worden aan- en uitgezet bij de ontwikkeling van het embryo.”

Doolhof

Lamarck kreeg nogmaals gelijk. Uit een andere studie bleek dat muizen die extra geprikkeld werden voedsel te vinden, nageslacht kregen dat in een doolhof beter de weg naar hun eten kon vinden – Lamarcks verworven eigenschappen verschijnen weer op het toneel. “Het onderscheid tussen nature en nurture wordt hier echt gedeconstrueerd”, besluit Jos de Mul zijn uiteenzetting.

Zelfbegrip

Welk gevolg heeft dit alles voor de manier waar op de mens zichzelf kan begrijpen? Met Denis Noble – die zich tegen Dawkins keert – beredeneert De Mul dat het leven niet gezien moet worden als product van genen, maar als een muziekstuk. “We zouden nooit zeggen dat de partituur de oorzaak is van het muziekstuk. Natuurlijk, een partituur heb je nodig. Maar er is ook belang bij een componist, bij muzikanten. Je kunt het leven om die reden niet zien als effect van de genen alleen – het gaat bij wijze van spreken om het hele acteren van een orkest.”

Beethoven

De componist? Dat is de evolutie, weet De Mul. “Maar”, zegt hij, “die is nog blinder dan dat Beethoven doof was.” De evolutie kent geen plan, wordt geleid door toevalligheden. Er is geen dirigent á la ‘Wij zijn ons brein’: er zijn tal van organismen die geen centrale instantie kennen om de vitale modules op elkaar af te stemmen. En mocht een organisme zo complex worden dat die leiding vereist is, dan zal de evolutie zo’n instantie ontwikkelen. De evolutie is dus lang niet zo statisch als het neodarwinisme haar voorstelt. Noble ontkracht eveneens het beeld van het zelfzuchtige gen. “Noble stelt dat mensen niet het voertuig van de genen zijn. Genen zijn juist de dwangarbeiders van de organen.”

Shit happens

Zijn we dan niet langer gedetermineerd? De Mul”: “Ik zou zeggen dat we in elk geval niet geheel weerloos zijn. We kunnen, zoals dat in de Griekse tragedie gebeurt, ons verhouden tot het noodlot. Shit happens, maar je hoeft geen willoos slachtoffer te zijn. Je kunt de zaken affirmeren of afwijzen – dat is de minste vorm van vrijheid die we hebben.”

Door: Karlijn Ligtenberg