Verslag: Murakami en filosofie | Lezing
Murakami en filosofie | Lezing met tekstfragmenten door filosoof Ype de Boer
Dinsdag 22 maart 2016 |LUX, Mariënburg 38-39, Nijmegen
Muziek, spaghetti en vrouwen met bijzondere oren – die drie lijken op het eerste gezicht niet veel te gemeen te hebben. Maar schijn bedriegt: in de boeken van Haruki Murakami spelen ze alledrie een grote rol. Filosoof Ype de Boer schrijft aan een boek over Murakami. Voor de bezoekers licht hij vanavond alvast een tipje van de sluier op. Welke filosofie vind je in het werk van Murakami? En wat kunnen de vreemde wezens die Murakami's boeken bevolken ons vertellen?
Vervreemding
Maak kennis met het personage Kumiko, de verloren echtgenote van de hoofdpersoon. De Boer: “Ze heeft een sterke ervaring van gespletenheid en vervreemding. Die heeft enerzijds betrekking op de werkelijkheid – de leefwereld zoals ze die ervaart. Dan is er ook nog de échte werkelijkheid. Maar de vervreemding en splijting gaan verder: Kumiko constateert iets vreemds in zichzelf.” Kumiko heeft twee willen: ze verlangt er naar haar alledaagse bestaan met gezinsleven te vervolgen. Aan de andere kant is er de seksuele razernij die haar in de armen van andere mannen duwt – precies weg van het alledaagse bestaan. “Die gespletenheid komt steeds in verhalen terug,” vertelt De Boer.
Existentieel verlangen
De meeste hoofdpersonen in de beginsituatie hebben een alledaags, seculier modern bestaan waarin ze er alles aan doen om elementen die dat leven in gevaar brengen, buiten de deur te houden. Dan komt er een moment dat deze elementen zich - vaak niet zonder geweld - in het veilige leven binnendringen en het leven goed in de war schoppen. De hoofdpersoon wordt vervolgens gedwongen zich tot de nieuwe situatie te verhouden. De Boer: “Omdat de literatuur inspeelt op een existentieel Westers verlangen, is zijn werk zo populair. Hij geeft een gezicht aan het verlangen opnieuw een stem te verlenen aan elementen in het bestaan die we zelf zien, maar die wetenschappelijk gezien niet serieus genomen worden. Liefde ervaar ik bijvoorbeeld niet als chemische reactie, maar als iets dat mij boven mezelf uit tilt.”
Onttovering van de wereld
Dat gevoel van onbehagen heeft filosoof Max Weber omschreven als de onttovering van de wereld. Religie, mythes – ze coördineerden lange tijd het bestaan van de mens vanuit het goddelijke, de ziel en de dood. “Die zijn nu naar de achtergrond geschoven en de wetenschap heeft het waarheidsmonopolie in handen,” vertelt Ype. “Waar de religieuze gedachte eerst nog naar het privédomein werd gedreven, willen we de verklaringen op basis van religie niet meer serieus nemen.”
Schaduw
Om zijn stelling over het vreemde en de gespletenheid van de mens te illustreren, presenteert De Boer een aantal citaten uit het werk van Murakami’s Hard-Boiled Wonderland en het eind van de wereld. In dat boek staat de splijting van de mens en diens schaduw centraal. Plaats van akte is de stad die Het Einde van de Wereld wordt genoemd. De Boer: “De locatie van de stad heeft te maken met utopische volmaaktheid. De stad beschikt over alles wat nodig is om in vrede en veiligheid voort te bestaan. Er klinken geen klachten, zorgen bestaan niet, innerlijke verdeeldheid is uit den boze en er is geen angst voor de dood. Alle bewoners hebben een specifieke plaats of functie. De stad biedt ook een ontsnapping aan de tijd. Midden in de stad staat een klokkentoren die zijn rol als klok verloren heeft.” De mensen die in deze verleidelijke stad willen wonen, moeten afstand doen van hun schaduw.
Innerlijke verdeeldheid
‘Daar hoef je niet om te rouwen,’ zegt de Poortwachter van de stad, ‘want de schaduw is overbodige ballast.’ Overigens is het afsnijden van de schaduw niet voldoende om stadsbewoner te worden: voordat de hoofdpersoon dat kan worden, moet de schaduw eerst nog sterven. Tot die tijd leeft de schaduw voort. De Boer: “Innerlijke verdeeldheid wordt op die manier veruitwendigd, waardoor de schaduw iets wordt waartoe de hoofdpersoon zichzelf moet verhouden. Wat is dan die schaduw? En wat resteert van het ik als de schaduw weg is?
Traditie
Als de schaduw wordt afgekoppeld, wordt dat gelinkt aan een verlies van geest. De Boer: “Om van feiten een levende traditie te maken, is er een bepaalde vorm van geest vereist. Het gaat bij geest niet om het bewustzijn. Bewoners kunnen nog praten en nadenken, maar er mist iets toch iets als de schaduw is losgekomen. Wat sterft er met de schaduw als het niet het bewustzijn is?” De geest geeft richting, en kan dus ook niet worden opgevat als een gebruiksvoorwerp, vertelt De Boer. “De geest is iets dat zelf gebruikt, het bewuste ik aanstuurt, in beweging brengt en laat verlangen. De geest heeft macht over dingen, iets waar het ik geen controle over kan hebben.” Want wie kan zeggen waar zijn verlangens vandaan komen, waarom je iets op een bepaalde manier doet, waarom je bij een persoon blijft?
Filosofische leer?
Is er tussen de regels door uiteindelijke zoiets als ‘de’ filosofie van Murakami te vinden? De Boer denkt niet dat er een geheime leer schuilt achter de verhalen. “Ik denk wel dat het mogelijk is om op basis van de beelden die Murakami schetst filosofische ideeën te verkennen. Er is sprake van levens die gekenmerkt worden door de omgang met het vreemde. Is er dan een juiste omgang met het vreemde? Kun je tot een rustige identiteit komen – tot verzoening?” En wat je ook probeert: het vreemde blijft altijd vreemd. Wat resteert is een zoektocht naar harmonie, ook al weten we niet wat de dood en liefde zijn. Als we het negeren, is het een vorm van dood, zoals ook blijven hangen in de cirkel van comfort een soort sterven is. De Boer besluit: “Wat overblijft is het leven zelf, een avontuur waarin we grip op onszelf verliezen en waarin we ons best moeten doen om de confrontatie met vreemde figuren die het veroorzaken, aan te gaan.”
Literatuur en filosofie
Hoe kan de wetenschapper en filosoof zich eigenlijk met literatuur bezig houden, vraagt een van de gasten zich af. De Boer: “Mijn relatie tot literatuur vanuit de filosofie is één waar ik sinds mijn studententijd mee worstel. Ik werk op dit moment aan een proefschrift over Agamben. Dat is een extreem academisch en filologisch onderzoek – scholastisch dus. Bij literatuur is er meer ruimte voor speculatieve stappen. Literatuur is een medium dat ervaring en existentiële problematiek beter kan communiceren dan conceptanalyse, als je filosofie daartoe wil terugbrengen.”
Door: Karlijn Ligtenberg