Column - 22 Maart, of als het politieke persoonlijk wordt
Column door Peter van der Heiden
Blijven leven
Terwijl dinsdagavond Brussel, België en Europa hun best deden om om te gaan met de voorlopig laatste uitbarsting van jihadistisch geweld, bevond ik mij in het ziekenhuis, bij een heel andere strijd. De doodstrijd van mijn moeder. Haar hoogbejaarde en uiterst kwetsbare lijf verzette zich tot het uiterste tegen het onafwendbaar naderende einde. Zij wilde met alle geweld, en dat bedoel ik in dit geval letterlijk, blijven leven.
Misschien totaal ongepast voelde ik me verbonden met de nabestaanden van de slachtoffers van de aanslagen in Brussel. Daar zaten misschien wel honderden mensen toe te kijken hoe hun geliefden vochten voor hun leven. En tientallen anderen maakten mee wat ik onafwendbaar ook mee zou gaan maken: het verlies van een geliefde. Maar ik voelde ook mee met de nabestaanden van de daders. Ook zij moeten in het reine komen met het verlies van een dierbare, in het besef dat die zo veel ellende en verdriet op zijn kerfstok had.
Woede? Frustratie? Haat? Religieus fanatisme?
Maar wat ik vooral voelde was het enorme contrast tussen mijn hoogbejaarde moeder, die vocht om te kunnen blijven leven, en de aanslagplegers, die juist vochten om te doden en te sterven. Wat er in mijn moeder omging kan ik nog wel raden, maar inleven in de gemoedstoestand van deze daders lukt mij eigenlijk niet. Is het woede? Frustratie? Haat? Religieus fanatisme? Wat kan je er in vredesnaam toe brengen om zo'n verschrikkelijke zelfmoordactie uit te voeren? Hoe wordt je van een simpele carjacker een fundamentalistische zelfmoordterrorist? Ik heb werkelijk geen idee.
Geen uitzicht hebben op iets positiefs
Mijn moeder vocht omdat zij een doel had om te blijven leven, omdat zij de mensen van wie zij hield niet wilde loslaten. Zij had uitzicht op iets positiefs: op liefde, die zij zo belangrijk vond dat zij die wilde blijven voelen. Misschien is dat het wel. Misschien is het wel zo eenvoudig dat de aanslagplegers gewoon geen uitzicht hebben op iets positiefs, überhaupt uitzichtloos zijn, dat zij geen toekomst zien voor zichzelf en dus geen reden hebben om te blijven leven - en dat ze dat de westerse wereld zo kwalijk nemen dat het hoogst haalbare doel is om met de eigen dood zo veel mogelijk levens mee te nemen. Levens die wél hoop hadden, wél uitzicht hadden, en die daarmee de eigen uitzichtloosheid van de jihadi's er nog eens extra inwreven. Het eigen onfortuin schrijnt des te meer als het gevoeld wordt temidden van blije, gelukkige, gewone mensen, die hun eigen blije, gelukkige, gewone dingen doen. Uitgekotst door de samenleving hebben deze jihadterroristen de maatschappij de rug toegekeerd - en die gewone, blije, gelukkige mensen én de samenleving moeten daarvoor bloeden. Letterlijk.
22 maart 2016
Ik zal de dag van 22 maart 2016 nooit vergeten. Tegen alle waarschijnlijkheid in won mijn moeder haar strijd. In ieder geval tijdelijk - maar die tijdelijkheid is nu net de essentie van het leven. En 22 maart is weer een volgend ijkpunt in de mondiale vastberadenheid om ook van het terrorisme te winnen, al hoop ik dat die overwinning meer permanent zal blijken te zijn.
Peter van der Heiden is parlementair historicus en werkt op de Radboud Universiteit. Hij sprak deze column uit bij het Actualiteitencollege van 24 maart 2016 naar aanleiding van de aanslagen in Brussel op 22 maart 2016.