Verslag Where To Invade Next? | Film & debat over Amerika en beeldvorming
Where To Invade Next?
Film & debat over Amerika en beeldvorming
Dinsdag 05 april 2016 | 19.00 - 22.00 uur | LUX
Amerikanist Maarten van Gageldonk geeft een inleiding op Where To Invade Next.
Op de filmposter prijkt filmmaker Michael Moore. Wijde spijkerbroek, witte sportschoenen en een ietwat viezig petje op zijn hoofd. In zijn handen wappert de Amerikaanse vlag. In Where to invade next doet Moore gewapend met die vlag het Europese continent aan. Van IJsland tot Slovenië, van Portugal tot Noorwegen – hij gaat er heen. Dat levert een film op die het midden houdt tussen een documentaire, fictie en verkiezingsmateriaal.
Amerikanist Maarten van Gageldonk introduceert de film vanavond aan het in groten getale toegestroomde publiek. De zaal zit bomvol, en tijdens de film zal uit de zaal regelmatig hard gelach opstijgen. Van Gageldonk maakte als “sceptische twintiger” kennis met Moores werk toen hij een tijdje filmwetenschappen studeerde in Amsterdam. “Zoals eerstejaars dat doen als ze net nieuwe termen hebben geleerd, had ik er met vrienden veel gesprekken over in filmtechnisch jargon. Er is het fly on the wall principe, een type film waarin afstand wordt bewaard. Moore doet allesbehalve dat: hij praat met iedereen en laat zichzelf constant in beeld zien. Er wordt geen afstand bewaard, en Moore probeert absoluut niet objectief te filmen. Hij doet geen poging een waarheidsgetrouwe weergave van de werkelijkheid te geven.”
Feit of fictie?
Moore is dan ook niet simpelweg als documentairemaker te bestempelen. Zijn werk houdt het midden tussen fictie en documentaire, zonder dat duidelijk wordt waar de documentaire ophoudt, en de fictie begint. Van Gageldonk: “De films van zijn hand zijn heel vermakelijk en toegankelijk. Zijn docu’s trekken bakken met mensen naar de bioscoop, iets dat normaal gesproken heel moeilijk is binnen dat genre. Anderzijds zijn de films van Moore toch problematisch. Hij is manipulatief in het gebruik van montage en de inzet van muziek en het gebruik van voice-over. Soms simplificeert hij, soms citeert hij mensen buiten de context. En hij heeft de neiging om argumenten die hem niet uitkomen weg te laten uit een documentaire.”
Daar schuurt iets, ook bij Van Gageldonk: “Misschien komt mijn ongemakkelijke gevoel voort uit schaamte; aan de ene kant weet ik als wetenschapper dat hij niet betrouwbaar is, maar ik kijk toch met veel plezier naar zijn films.”
Moore: een markante man
Dat plezier zal ten dele komen door de persoon van Moore. “Een markante man met slobberbroek, vaal T-shirt, matje in de nek en een ietwat viezig petje dat hij al sinds de eerste film lijkt te dragen zonder te wassen,” aldus de typering van Van Gageldonk. Dat zou heel wel een knap staaltje self-fashioning kunnen zijn: wordt hier een karakter gecreëerd als respons op wat de maatschappij graag wil zien?
En wat gaat Moore nu precies in Europa doen? Hij is er om de beste ideeën te ‘stelen’ en mee te nemen naar de overkant van de plas. Want Amerika kan wel wat hulp gebruiken, zo is de ondertoon van de film. Belabberde arbeidsvoorwaarden, genderongelijkheid en slechte verhouding tot het verleden van de slavernij. Hoe anders is dat in Italië, waar iedereen acht weken vakantie heeft. Of in IJsland, waar een vrouwenquotum zorgt voor vele vrouwen aan de top van het bedrijfsleven? En Duitse kinderen krijgen nog altijd les over de impact van het naziverleden van Duitsland.
Geen nuance
Als de lichten weer aangaan in de zaal en het publiek gevraagd wordt wie er nog steeds graag in Amerika zou willen wonen, gaat nog geen handvol handen weifelend de lucht in. Is het allemaal zo slecht in Amerika? Van Gageldonk: “Ik denk niet dat Michael Moore een man van veel nuance is. Die nuance ontbreekt heel sterk wat betreft Europa. Al die mooie verhalen over, neem Portugal - waar mensen niet gearresteerd worden voor drugs - dan begin ik me toch achter de oren te krabben welk financieel verhaal daar achter steekt. Europeanen missen die nuance natuurlijk ook ten opzichte van de Verenigde Staten. Ze denken dat Amerika overal hetzelfde is. Mensen die er zijn geweest weten wat het verschil is tussen Texas, New York of Californië. Ze wapperen met dezelfde vlag maar omdat veel zaken op het niveau van staten geregeld wordt, zijn de staten niet makkelijk gelijk te schakelen.”
Ontvangst in Amerika
In Amerika is de film overigens “best positief” ontvangen, weet Van Gageldonk. Bij oudere films zoals Roger & me waren kijkers heel erg in twee kampen verdeeld. Dat komt omdat Moore toch een heel typerende vorm van cynisme tentoonspreidt. En op sommige momenten lijkt hij anti-Amerikaans. Toch waren de grote Amerikaanse kranten louter positief. Ze merkten ook op: misschien wordt Moore toch wat vriendelijker naarmate hij wat ouder wordt. In Where to invade next treedt echt een vriendelijke, geïnteresseerde man op die zich soms bewust van de domme houdt.
Wat in de kritieken op de film ook wordt aangestipt: Moore zet wel een héél idealistisch en perfect Europa neer, een soort perfect luilekkerland. Dat is niet realistisch. Toch is dit het beeld van Europa dat de Amerikaanse presidentsverkiezingen insijpelt. Van Gageldonk: “Deze film werd gemaakt voor de migrantencrisis. Die heeft een effect op ons beeld van de werkelijkheid. Dat maakt dat het beeld misschien nóg meer vertekent. Het Europa waarover de Amerikanen praten tijdens de verkiezingscampagne is niet het Europa uit deze film.”
Campagnefilm voor Sanders?
Wie het campagnefilmpje van Amerikaanse presidentskandidaat Bernie Sanders heeft gezien, moet het opgevallen zijn dat in de docu van Moore veel topics letterlijk terugkomen. Kijken we niet stiekem naar een campagnefilm? Dat is niet uit te sluiten, denkt Van Gageldonk. “Moore begon zes jaar geleden met deze film. Toen kon hij niet echt bezig zijn voor Bernie Sanders. Wat wel opvalt is dat de toon van de film veel serieuzer wordt als het gaat over vrouwenrechten in IJsland en Tunesië. Daar komen onderwerpen aan bod die gelijkenis vertonen met de campagnepunten van Sanders. Op de website van Moore staat ook een aanmoediging aan het adres van Sanders – hij is een openlijke supporter. En dan is er nog de timing van de film: dit is een logisch moment als je invloed wil hebben op de campagne.”
Door: Karlijn Ligtenberg