Verslag Let's Talk About Animals | Radboud Reflects @ Go Short
Let's Talk About Animals
Radboud Reflects @ Go Short 2016 met filosoof Eva Meijer
Zondag 10 april 2016 | 15.00 - 16.30 uur | LUX, Nijmegen
Eva Meijer is politiek filosoof en promoveert op de politieke stem van het dier Lize Korpershoek is illustrator, schrijfster en programmamaker. Ze is de oprichter van de Facebookpagina Ik kijk liever kattenplaatjes dan The Voice of Holland. Maarten Reesink is werkzaam bij de afdeling Media en Cultuur van de Universiteit van Amsterdam. Hij geeft college over animal studies.
Het festival van de korte film Go Short heeft de weg naar Nijmegen weer gevonden. Tijdens de achtste editie, op een prachtige zondagmiddag, vullen dierenfilmpjes het witte doek. Beelden van luiaards die gewassen worden of een kat die door een kartonnen doosje kruipt – ze vallen in de smaak. Het internet staat er vol mee, op Facebook word je dood gespamd. Waarom kijken we eigenlijk naar dieren? En wat zegt dat over de mens?
Politiek filosofe Eva Meijer heeft wel een idee waarom we kunnen blijven kijken naar dierenfilmpjes. De schattigheid op afroep wakkert een instant gelukgevoel aan. Dat wil overigens niet zeggen dat elk dier ons kan bekoren. Meijer: “Mensen zijn selectief in welke dieren ze leuk vinden. Wie kent grappige filmpjes over wormen?” Dat de filmpjes niet per se in relaties staan met de keuzes die we in ons dagelijks leven maken, kritiseert Meijer eveneens. “Je kunt kijken naar een schattig filmpje van een biggetje en ‘ahhh’ zeggen terwijl je een broodje ham eet.” De positie van het dier als voorwerp om naar te kijken of om te eten, kent een lange geschiedenis. In de filosofische traditie werden dieren veelal als dingen, als objecten, beschouwd. Lang werd verondersteld dat alleen de mens kon denken. Descartes ging zo ver te stellen dat dieren zoiets als klokken waren. Ze hadden een lichaam, maar geen ziel, en dus voelden ze geen pijn. Het idee dat de mens het middelpunt van het bestaan is, is erg dominant. Volgens Meijer kan dat leiden tot overheersing van of geweld tegen andere dieren.
Kat en komkommer
Hoezo, andere dieren? Meijer benadrukt vaak dat mensen óók dieren zijn. Als we het hebben over dieren, bedoelen we eigenlijk niet-menselijke dieren. En laten die niet-menselijke dieren nu eens al te vaak de hoofdrol spelen in de geliefde YouTube-video’s. “Bij die filmpjes gaat het om vermaakt te worden. Er is geen sprake van een live interactie, en dus ook niet van intersubjectiviteit,” weet Meijer. “We kijken slechts en zijn niet in gesprek. De kat is het object, de mens het subject.” Daar komt nog bij dat de clips een soort leedvermaak zijn. Neem de filmpjes waar katten onaangenaam verrast worden door een komkommer die achter ze ligt. Van schrik springen ze op, schreeuwen ze het uit. Meijer: “De katten worden een beetje gepest. Is dat een vorm van uitbuiting of is dat vrij onschuldig?
De dierenfilmpjes kunnen bijdragen aan een realistischer beeld van dieren, vindt Meijer. “Op andere momenten stellen dieren juist stereotypes ter discussie, door iets onverwachts te doen. Dan kunnen we beter begrijpen wie ze zijn.” Bovendien kunnen filmpjes een belangrijke rol spelen in grote maatschappelijke veranderingen. Meijer: “Neem de filmpjes van boerderijen waar biggen tegen de muur worden doodgeslagen. Of die van slachthuizen waar dieren geschopt en geslagen worden voordat ze doodgeschoten worden.”
Dieren leren kennen
Als we dieren in plaats van dingen gaan zien als subjecten, heeft dat consequenties over hoe we ze moeten behandelen. In plaats van denken over dieren kunnen we denken met dieren. Maar, hoe begrijpen we die dieren dan? In elk geval niet door stereotype koddige kattenfilmpjes, waar met een vrolijk deuntje de toon wordt gezet. Maarten Reesink, die als cultuurwetenschapper verbonden is aan de Universiteit van Amsterdam, is daar kritisch over. “Mijn bezwaar tegen kattenfilmpjes is dat in algemeenheid weinig filmpjes mij uitnodigen om katten beter te leren kennen.”
Toch is de houding van de mens ten opzichte van het dier aan het veranderen. Zo vertelt Meijer dat er een decennium terug een boek is verschenen over vissen. Ze kunnen pijn hebben, en de waterdieren gebruiken gereedschap. Of neem de Australische vogelonderzoekster die in de jaren vijftig haar huis letterlijk opende. Ze liet vogels komen en gaan, ontwikkelde relaties met ze. Uiteindelijk streken de vogeltjes neer op haar schouders als ze de deur uit ging voor een wandeling. Volgens Meijer is ze een goed voorbeeld van een onderzoeker die de heersende wetenschappelijke methode ter discussie stelt, want halverwege de vorige eeuw was het gebruikelijk dieren te onderzoeken buiten hun natuurlijke habitat: in een laboratorium kregen ze bijvoorbeeld elektrische schokken toegediend.
Kattenkiller
Hoe laten we dieren het beste tot hun recht komen? In dierenrechtenbewegingen zie je vaak dat activisten de neiging hebben om te spreken voor dieren. Het idee heerst dat wij mensen moeten opkomen voor dieren en dat wij het wel even voor ze regelen. Op dit moment zie je het gedachtegoed opkomen dat we ons moeten afvragen: wat wil het dier zelf? En dat is een lastige vraag, zeker als je zelf noodgedwongen katten in huis hebt rondlopen. Reesink weet er alles van: “Ik heb katten die de hele dag binnen zitten, dat kan niet anders. Ik hoop ze daar een goed leven te geven, maar er zitten beperkingen aan. Toch denk ik dat ze bij mij een beter leven hebben dan bij de poezenboot waar ze een halve vierkante meter hadden.” Meijer haakt daar op in door te stellen dat dierenrechten verder reiken dan een juridische constructie. “Het gaat ook over hoe we de publieke ruimte hebben ingericht. Het verkeer is een kattenkiller en voor veel mensen is dat een reden om de kat niet naar buiten te laten.”
Door: Karlijn Ligtenberg