Verslag Beyond Gender Inequality?
Beyond Gender Inequality?
More Diversity at the Radboud University
Discussion and lunch
Donderdag 14 april 2016 | 12.45 - 14.00 uur | Hal Erasmusgebouw
Annalisa Fasolinois hoogleraar Computational Condensed Matter en voorzitter van het Gender and Diversity Committee van de FNWI. Harold Bekkering is hoogleraar Cognitieve Psychologie en portfoliohouder gender & diversity aan het Donders Instituut. Marieke van den Brink is per 1 april 2016 benoemd tot hoogleraar Gender en Diversiteit aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen. Wilma de Koning is lid van het college van bestuur van de Radboud Universiteit.
Marcel Becker leidt het gesprek. Hij is universitair docent Wijsgerige Ethiek en adviseur ethiek van Radboud Reflects.
Genderongelijkheid voorbij? Niet aan de Radboud Universiteit. Daarom is vandaag het nieuwe Christine Mohrmann-programma officieel gelanceerd, vernoemd naar de eerste vrouwelijke hoogleraar die de Radboud Universiteit in 1952 aanstelde. Het programma moet de diversiteit onder universiteitsmedewerkers bevorderen. Eén van de doelstellingen is dat eind 2020 op elk niveau binnen de organisatie minimaal 25% vrouwen en minimaal 25% mannen werken.
Om de genderdiversiteit te verbeteren is voor talentvolle vrouwelijke wetenschappers een mentoringprogramma in het leven geroepen. Ook is er aandacht voor het professionaliseren van het wervings- en selectieproces. Omdat genderongelijkheid grotendeels wordt veroorzaakt door niet opzettelijke, onbewuste vooroordelen, is het van groot belang leidinggevenden en benoemingscommissies te trainen. Op deze manier ontstaat er meer bewustwording. Er zijn nieuwe faciliteiten in ontwikkeling, gericht op de werk-privébalans, zoals de verruiming van kinderopvangmogelijkheden en vervanging van onderzoekstaken tijdens zwangerschapsverlof.
Zullen deze maatregelen een cultuuromslag teweeg brengen? In vier korte lezingen geven de sprekers hun visie op deze kwestie. Het publiek denkt actief mee via stemkastjes over prikkelende stellingen. Het lunchdebat is een interactief gebeuren.
Wilma de Koning, lid van het college van bestuur van de Radboud Universiteit, opent het debat. Ze is enigszins verrast over de hoge opkomst. Blijkbaar is diversiteit een ‘hot topic’. Helaas is slechts 20% van het publiek man. Voor een volgende bijeenkomst krijgt elke vrouw in de zaal de opdracht tenminste één man uit te nodigen. De aanpak van het genderprobleem ligt hiermee op het bordje van de vrouw.
In de praktijk blijkt dat teams met zowel mannen als vrouwen beter werk leveren. Hoe meer diversiteit, des te meer creativiteit en innovatie. Werken in een gemixt team is ook gewoonweg leuker, aldus de Koning. Ondersteunende functies worden het vaakst vervuld door vrouwen, hoogleraren zijn vooral mannen. Dit hardnekkige onderscheid kan en moet anders.
Hoewel de voertaal tijdens de bijeenkomst Engels is, spreekt de Koning ‘Christine Mohrmann’ liever in het Nederlands uit. Want anders lijkt het alsof het doel van het programma ‘more men’ is . Aan de andere kant, als er in de toekomst weer meer mannen nodig zijn, hebben we het ultieme doel allang gehaald. Er is ook een lichtpuntje: uit de cijfers van afgelopen jaar blijkt dat maar liefst vijf van de tien nieuw aangestelde hoogleraren vrouw zijn. Volgens het publiek is dit een applaus waard.
Lijden onder genderongelijkheid
Marcel Becker nodigt het publiek uit om de stemkastjes erbij te pakken. De eerste vraag is gemakkelijk: bent u man of vrouw? Van de ruim 150 stemmers is 22% man, 78% vrouw. Gaat deze vaststelling de resterende stemrondes beïnvloeden? Dat valt nog te bezien. Op de volgende vraag of er in de afgelopen vijf jaar is geleden onder genderongelijkheid reageert 54% van het publiek bevestigend. Dit zijn niet alleen vrouwen. Ook 28% van de mannen zegt negatieve ervaringen te hebben met genderongelijkheid.
De ‘schaar’
Het woord is aan Annalisa Fasolino, fysica en voorzitter van het in 2016 opgerichte Gender and Diversity Committee van de Faculteit der Natuurwetenschappen, wiskunde en informatica. Ze benadrukt dat vrouwen geen minderheid zijn, maar de helft van de wereldbevolking. Daarom moet de participatie van vrouwen op de universitaire arbeidsmarkt evenwichtiger worden, mede door het creeëren van een betere werkomgeving.
Fasolino licht de genderproblematiek aan universiteiten toe aan de hand van de ‘schaar’. Hoewel er meer vrouwen dan mannen beginnen aan een promotietraject, eindigt een omgekeerd aantal in de hoogste functies zoals universitair docent en hoogleraar. Dit gegeven is de afgelopen vijf jaar onveranderd gebleven.
Verdeling mannen en vrouwen in wetenschappelijke functiecategorieën aan de Radboud Universiteit
De resultaten van de ‘Harvard implicit bias test gender and science’ zijn eveneens schokkend. Natuurwetenschap wordt vooral geassocieerd met mannen, geesteswetenschap met vrouwen. Ook is er een groot verschil in de mate waarin mannen en vrouwen bevooroordeeld zijn. Mannen hebben veel sterkere automatische associaties van mannen met natuurwetenschap dan vrouwen.
Het publiek mag weer stemmen. Dit keer over de stelling of acties die gendergelijkheid niet respecteren binnen de Radboud Universiteit bestraft mogen worden met een boete. 69% van de stemmers is het hiermee eens.
Van bewustwording naar cultuuromslag
Psycholoog Harold Bekkering is portfoliohouder Gender & Diversity aan het Donders Instituut, het universitair onderzoekscentrum dat onderzoek doet naar hersenen, cognitie en gedrag. Het instituut is internationaal georiënteerd, maar nog steeds eenzijdig wat betreft diversiteit. De zeshoofdige directie, bestaande uit zes mannen, realiseert zich dat vrouwelijk talent gestimuleerd en gemotiveerd moet worden. Mooi praten over feiten en aantallen lost het probleem niet op. Een cultuuromslag is nodig.
Om de wetenschappelijke top te bereiken, moet de jonge onderzoeker cruciale stappen nemen. Dit is voor mannen gemakkelijker dan voor vrouwen, die lijken te moeten kiezen tussen zwangerschap of een academische carrière. In de huidige universitaire cultuur gaat kwantiteit boven kwaliteit. Zo is het aantal wetenschappelijke publicaties nog altijd belangrijker dan bijvoorbeeld een aandeel in teamwork. De vraag rijst wat wetenschappelijke kwaliteit precies is. Valt dit samen met het aantal uur dat een ‘normale’ werkweek telt? Volgens Bekkering zal de focus op kwaliteit in plaats van kwantiteit de ‘schaar’ uiteindelijk opheffen. Slechts 56% van het publiek is het hiermee eens. De door Bekkering geformuleerde stelling dekt niet de gehele lading van het begrip kwaliteit en kan zo nog steeds als alibi gebruikt worden om op dezelfde voet verder te gaan.
Schapen met drie, vier en vijf poten
Antropologe Marieke van den Brink is onlangs benoemd tot hoogleraar Gender & Diversity aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen. Vanuit het Nijmeegs Instituut voor Sociaal Cultureel Onderzoek (NISCO) doet ze onderzoek naar de werking van gender en diversiteit in organisaties, waarbij ze vooral let op mogelijkheden en belemmeringen om indirecte en onbewuste discriminatie van specifieke groepen op de arbeidsmarkt te voorkomen.
Waarom duurt het zo lang voordat er iets verandert? Eén van de voornaamste mechanismen die genderongelijkheid in stand houdt, heeft opnieuw te maken met kwaliteit. Om een aanstelling als hoogleraar te krijgen moet je excellent zijn. Wat dit precies inhoudt, is onduidelijk. De mannelijke bestuurders die Van den Brink ondervroeg kwamen uiteindelijk op de proppen met een lijst vereiste eigenschappen. Excellentie moet blijken uit veel publicaties, belangrijke beurzen en grote groepen promovendi. De onderzoeker moet autoriteit hebben, goed lesgeven en een geboren leider zijn. Kortom, de echt goede wetenschapper is in alles bedreven.
Van den Brink illustreert dit met de uitdrukking van het schaap met vijf poten: iemand die alles kan. Ze raadpleegde meer dan duizend documenten van benoemingsprocedures voor hoogleraren en zag dat de criteria voor benoeming verschillen per aanstelling en tijd. De gekozen mannen bleken bijna nooit op alle gebieden excellent te zijn, maar men zag mogelijkheden hieraan te werken. Als een vrouw echter één poot mist, wordt het een stuk moeilijker. Het zou de vrouw veelal aan goed leiderschap ontbreken. Maar is dit een noodzakelijke voorwaarde voor het waarborgen van wetenschappelijke kwaliteit?
“Ook al heeft een man maar drie poten, hij maakt meer kans op een benoeming tot hoogleraar dan een vrouw die er vier heeft”. Van den Brink laat zien dat er een hardnekkige beeldvorming bestaat over de sekse van de ideale wetenschapper. Afbeeldingen googlen van professoren levert een keur aan stereotype plaatjes op van bebaarde mannen in witte jassen die met chemische stoffen in de weer zijn. De genderbias over wetenschap is diepgeworteld in onze cultuur.
Moedig voorwaarts
Het bereiken van een genderbalans wordt een lange en moeizame weg. Zou een vrouwenquotum dit proces versnellen? Marieke van den Brink is voorstander, mits het invoeren van een dergelijk quotum samengaat met een cultuuromslag in beleid. Het klimaat moet verbeteren en dat gebeurt niet door enkel op vrouwen te focussen. Dan ligt de last opnieuw alleen op de schouders van de vrouw. Er moet ook aandacht zijn voor weerstanden die onvermijdelijk zullen ontstaan. Een goed plan van aanpak kan deze helpen bestrijden.
Het lijkt het een behoorlijk negatief verhaal te zijn geworden. Genderongelijkheid in het construct van wetenschappelijke kwaliteit is nu eenmaal een negatief gegeven. Hierin is Nederland op Europees niveau zeker niet de beste van de klas. Toch blijven de sprekers van vandaag optimistisch. Streven naar gelijkheid zal profijt opleveren voor zowel vrouwen als mannen. Kwalitatief hoogstaand werk wordt mogelijk gemaakt door meerdere mensen. Gemixt teamwork levert veel meer op dan individueel onderzoek. De boodschap is helder: doorgaan met de strijd. Als we meer kunnen doen, moeten we ook meer doen. Er is een begin en een wil. Aan de slag ermee dames en heren!
Door: Marijn Rutten
Voor medewerkers van de Radboud Universiteit is hier meer informatie te vinden over het Christina Mohrmann-programma.