Zoek in de site...

Verslag van ma 23|05|16 God: Back With a Vengeance | Edward Schillebeeckx Lezing

God: Back With a Vengeance
Edward Schillebeeckx Lezing door literatuurwetenschapper Terry Eagleton
Maandag 23 mei 2016 | 19.30 - 21.30 uur |

Terry Eagleton is literair criticus en filosoof. Hij is bijzonder hoogleraar aan Lancaster University en emeritus aan de University of Oxford. Stephan van Erp, hoogleraar systematische theologie aan de KU Leuven, spreekt Terry Eagleton toe en interviewt hem.

Edward Schillebeeckx

Als de aula van het academiegebouw is volgelopen met bezoekers en de muziek langzaam uitdooft, neemt Gerard Meijer, voorzitter van het College van Bestuur, het woord. Hij opent de Edward Schillebeeckx Lezing door te wijzen op de rijke teksten van de theoloog. Meijer memoreert de woorden van hoogleraar Ben Vedder die over de werken van Schillebeeckx zei: “Het zijn teksten die uitnodigen tot lezen en herlezen, omdat ze zo rijk zijn. Het zijn teksten die de tand des tijds doorstaan.” Vandaag wordt de lezing gegeven door een controversieel auteur en één van de meest invloedrijke critici uit Groot-Brittannië: Terry Eagleton.

Stephan van Erp, die als hoogleraar systematische theologie verbonden is aan de Katholieke Universiteit Leuven, neemt het stokje van Meijer over om Eagleton nader bij  het publiek te introduceren. Eagleton, woonachtig in Ierland, interesseert zich voor theologie en cultuur. Hij specialiseerde zich in Victoriaanse literatuur zoals Dickens, maar gaat ook moderne literatuur zoals Shakespeare en de Franse postmodernisten niet uit de weg. Enkele klassiekers zoals Literary Theory: An Introduction staan op zijn naam. Eagleton, eens  katholiek, typeert zichzelf als  atheïst, maar opent tegelijk de aanval op wat hij noemt ‘naïef atheïsme’ zoals Richard Dawkins dat predikt.

Adele

Als Eagleton het woord neemt, krijgt hij direct de lachers op zijn hand. Hij excuseert zich voor het stoppen van de muziek: “Ze gingen direct weg toen ik aankwam.” Zijn eerste pleidooi gaat over atheïsme, “en dat is niet zo gemakkelijk als het lijkt.” Het is volgens Eagleton misschien gemakkelijk op individueel niveau, maar niet op het level van een beschaving als geheel. Je kunt een geschiedenis van de moderniteit schrijven in termen van substituten voor God, zoals Geist, kunst, wetenschap, cultuur, mensheid, het volk, het land en Adele, vertelt Eagleton. “Ik zei Adele, zodat mensen me niet zien als een stoffige intellectueel maar als een echt mens,” grapt hij.

Afijn, als God eenmaal de deur uit is, wordt er dus via de achterdeur een substituut naar binnen gehaald. Die fenomenen noemt Eagleton ‘’stand ins for God’’. Religie heeft namelijk een vitale rol in de legitimering van politieke regimes. Religie is het hardnekkigste, meest solide en wijdverbreide symbolisch systeem dat de mensheid ooit gekend heeft. “Op een bijna unieke wijze lukt het om de alledaagse bezigheden van mensen te verbinden met eeuwige waarheden. Het is de meest  succesvolle vorm van popular culture in de geschiedenis.”

Sport

Vandaag de dag is sport een succesvol substituut voor religie. Eagleton noemt het “opium van het volk”. Er is een wekelijkse dienst, er is solidariteit en een aantal figuren onderscheidt zich als waren ze heiligen. Geloof houdt de beschaving samen, stelt Eagleton. Te veel geloof is echter niet nodig in een vergevorderd kapitalisme. Het verdeelt mensen en is bovendien commercieel gezien overbodig. Als de burgers gewoon naar hun werk gaan en niet  te veel politieagenten in elkaar slaan, dan kunnen ze geloven wat ze willen. “Dat is de buitengewone toestand van een liberale samenleving: je kunt geloven wat je wilt als het maar niet de situatie ondermijnt waarin ieder mens kan geloven wat hij wil.”

Nietzsche zag als eerste dat God dood was, en hij kende het gezicht van de dader, vertelt Eagleton. Dat was niet een long haired leftie atheist, maar de bourgeoisie. Eagleton: “De inherent rationalistische en instrumentele market society heeft zijn eigen graf gegraven: de bourgeoisie is een vrome gelovige in de kerk en een atheïst op kantoor. Mensen geloofden wel én niet – er was sprake van een soort cognitieve dissonantie. Men wilde God nog in leven houden, omdat hij voorzag in de grondvesten van de burgermoraal. De economie daarentegen was absoluut atheïstisch; de staat hoefde geen true believer te zijn.” Nietzsche concludeerde uit deze spanning tussen het individuele en het collectieve niveau dat de metafysische superstructuren niet langer werkten.

The war on terror

Die stelling wordt pas echt tastbaar in onze eigen tijd, vindt Eagleton. “De postmoderniteit kun je beschrijven als de eerste beschaving die door en door atheïstisch is. De grote verhalen delven het onderspit, absolute waarden verdwijnen uit beeld. Ook subjectiviteit zelf wordt opgegeven. Juist op het moment dat het einde van de geschiedenis wordt aangekondigd en het eind van de grote verhalen wordt geproclameerd, boren twee vliegtuigen zich in het World Trade Centre. En dan ontstaat een geheel nieuw groot verhaal: the war on terror. God bleek terug om wraak te nemen. En hij stond niet aan de kant van de beschaving, maar aan die van de  barbarij. De radicale islam doemt op in kleine zwakke naties die last hadden van het triomfalisme dat in het Westen hoogtij vierde. Het liberale, agnostische Westen was er in geslaagd om dit onliberale en theocratische verschijnsel tot leven te laten komen. Het Westen heeft een te hoge dunk van  om te erkennen dat juist zij die duisternis heeft opgewekt, terwijl zij toch het politieke vacuüm creëerde waarin  de radicale islam kon ontstaan.

Door: Karlijn Ligtenberg