“Het geloof is een warboel geworden”
Van God los – samenleven in een seculiere tijd
Lezing door socioloog Hans Boutellier
Dinsdag 14 juni 2016 | 19.30 - 21.00 uur | Collegezalencomplex
Hans Boutellier is hoogleraar Veiligheid & Veerkracht aan de VU en daarnaast wetenschappelijk directeur van het Verwey-Jonker Instituut.
Marcel Becker is universitair docent Wijsgerige ethiek aan de Radboud Universiteit.
Wordt het een zooitje als we zonder God gaan leven? Dat was de hamvraag in de jaren ’50. We leven nu zo’n zestig jaar zonder God en kunnen een antwoord geven op die vraag. In Het seculiere experiment gaat Hans Boutellier, zelf “als een katholieke jongen opgevoed” in op de vraag wat de seculiere conditie is – en wat de consequenties ervan zijn.
Voetbal
“Wat eervol dat u met zo velen bent gekomen, terwijl er ook nog voetbal op de televisie is.” begint Hans Boutellier zijn betoog en vervolgt met een disclaimer: “Vanavond worden er geen antwoorden verstrekt op de vraag wat u moet gaan geloven.” Waar Boutellier wel uitsluitsel over geeft? De seculiere conditie. “Ik voel een enorme urgentie me bezig te houden met de vragen waar we voor gaan en waar we onze inspiratie en bezieling eigenlijk vandaan halen.”
Geheime synode
Waarom spreekt Boutellier eigenlijk van een seculier experiment? “Omdat het allemaal zo ontzettend snel ging.” En hij verhaalt over de paters op zijn middelbare school. “Ik kwam terug van de zomervakantie, het was 1966, en opeens droegen ze geen habijten meer, maar pakken of een coltrui. Het leek alsof er een geheime synode was geweest waarop besloten was: we kappen ermee en laten we eens kijken hoe de reacties zullen zijn.” Het proces van secularisering werd niet enkel snel ingezet, het bleek ook relatief uniek voor West-Europa. Het idee dat de samenleving via een gedeeld geloof in een hogere macht georganiseerd was, boette in aan populariteit, en we verwachtten dat wij de voorhoede zouden zijn, dat alle andere landen weldra zouden volgen. Dat bleek een vergissing.
Plunderen
In Het seculiere experiment probeert Boutellier vragen rond de gevolgen en betekenis van secularisering te verbinden aan de onderzoeksthema's die hem al zijn hele leven bezighouden: integratie, criminaliteit, veiligheid, seksualiteit en de rol van de sociale wetenschappen. Ook daarin speelde steeds één vraag een centrale rol: wat is de fundering van onze moraal? Een hele carrière die misschien wel geïnspireerd werd door een opmerking die zijn vader lang geleden maakte: ‘Als niemand meer in God gelooft, wordt het een zooitje, jongen.’ “Toentertijd dacht ik 'hij zal wel gelijk hebben. Want als God wegvalt, is er geen gezag meer boven de mensen. Stelen, plunderen en verkrachten kan dan toch allemaal. Waar zou je het voor doen of waar zou je het voor laten?” Of is er toch ook zonder God een moraal mogelijk?
Godenrijk
Secularisering is echter niet hetzelfde als atheïsme, stelt Boutellier. “God verdween misschien uit de samenleving als organiserend principe,” vervolgt Boutellier, “maar hij trok zich terug in de hoofden van de mensen. Geloven werd een individuele aangelegenheid. Veel mensen zeiden: ‘Ik geloof niet meer’. De seculiere conditie betekende dat er ruimte kwam voor een godenrijk waarin ieder zijn eigen God kiest, of kan denken het zelf te zijn.” “Vooral dat!”, merkt een bezoeker vanuit de zaal instemmend op.
Hare krishna
Waren we eerst zo gewend aan de christelijke dominantie, een groot verhaal dat van hoog tot laag verbondenheid creëerde, nu is de westerse cultuur van meer markten thuis, of het nu evangelisme, hare krishna of ietsisme heet. Boutellier: “Dat is misschien kenmerkend voor de uitkomst van het experiment: het geloof is een warboel geworden.” Tegelijkertijd ontstaan harde kernen van groepen die stellen: ‘Wat ik geloof, is echt waar’. En dat terwijl we een samenleving hebben gekregen die gekenmerkt wordt door diepe twijfel. Zo bereidt de PKN een campagne voor waarin kerken als motto hebben ‘Hier kunt u bidden en twijfelen’.
Het kwaad
Boutellier voerde een aantal veldstudies uit om te kijken hoe bijvoorbeeld criminaliteit, seksualiteit en integratie verliepen sinds de secularisering werd ingezet. Wat betreft de criminaliteit: het aantal aangiftes nam in de eerste jaren van het seculariseringsproces toe. Maar, zegt Boutellier: “Vanaf midden jaren ’90 was de criminaliteit redelijk stabiel en soms was er sprake van een daling. Het is niet zo dat met de secularisering, die voortschrijdt, ook de criminaliteit voortschrijdt. Er zijn veel andere mogelijkheden gecreëerd om de deksel op de pan te houden.” Daarmee doelt Boutellier op de uitbreiding van politie en particuliere beveiliging en op surveillancemaatregelen. “We zijn banger geworden als samenleving. Dat wordt niet alleen veroorzaakt door een gevoel van dreiging, er is wel degelijk wat aan de hand. De angst is ons gaan beheersen.” Surveillance wordt ingezet als een antwoord op de angst. We verzamelen data en proberen daarmee het kwaad uit de samenleving te filteren.
Mutual consent
Kwam er met het seculiere experiment meer seksueel geweld? In plaats van de externe normering zoals die zo sterk vanuit christendom werd aangereikt, hebben we nu een seksuele moraal die gebaseerd is op instemming, op mutual consent. Dat is het criterium op grond waarvan onze seksuele moraal zich ontwikkelde, stelt Boutellier. “Dat is wel een kwetsbaar criterium. Meer dan vijftig procent van jonge vrouwen en dertig procent van jonge mannen zegt dingen te hebben meegemaakt die ze niet hadden willen meemaken. Dat is een betekenisvol probleem.
Superdiversiteit
En dan de veldstudie naar diversiteit en immigratie. “De samenstelling van de bevolking is met de ontwikkeling van het seculiere experiment drastisch veranderd. De drie grote steden in Nederland zijn majority-minority cities: er woont een meerderheid aan minderheden, meer dan 150 talen en culturen zijn daar vertegenwoordigd. In Nederland wonen twee miljoen mensen met een niet-Nederlandse achtergrond en anderhalf miljoen mensen hebben een westerse niet-Nederlandse achtergrond. Die superdiversiteit stelt andere eisen aan hoe we nadenken en hoe we reageren op claims op de waarheid. Je kunt niet zomaar zeggen dat we een land zijn met gezamenlijke normen en waarden waar iedereen zich naar heeft te voegen.
Premier Rutte
Tijd om de balans op te maken. Het is niet echt een zooitje geworden, maar het samenleven verloopt evenmin onproblematisch. “De Pluriformiteit is tot op zekere hoogte een succes, maar is ook een bron van onbehagen. Waar we in geslaagd zijn: de pragmacratie. We zijn goed in het creëren van bestuursvormen die zich niet baseren op grote ideologieën, maar op datgene wat het beste werkt. Dat leidt tot een bestuursmodel dat puur in pragmatische termen denkt en niet zozeer in termen van welke samenleving we willen creëren. Premier Rutte, met zijn uitspraak ‘Ik heb geen behoefte aan een visie’ – is daar een exponent van.”
Waardenbuzz
Als we als samenleving nergens meer echt in gaan geloven, kunnen we overal in geloven, al is het maar in onszelf! Dat betekent dat je in plaats van een gedeeld waarden- en normenpatroon te maken krijgt met een waardenbuzz. Boutellier: “Uit de ingewikkelde samenleving stijgt een hemelse herrie op: we vragen elkaar constant wat we van iets vinden. Kijk naar Pauw, zet Twitter open; we zijn er constant mee bezig. Je kunt daar cynisch over zijn, maar je kunt ook zeggen: zo vestigen we ons normen- en waardenpatroon in het doen. Waarden krijgen naar mijn idee een hernieuwde betekenis. Dan bedoel ik niet in de vorm van een zoektocht naar een gemeenschappelijke waarde. We stellen elkaar de vraag: waar kom je vandaan, waar ga jij voor, wat vind je van belang?”
Optimistisch?
Marcel Becker, heeft een aantal kritische vragen over het boek: “Er kwam wat ambivalentie in mij op tijdens het lezen van het boek: moeten we nu optimistisch of pessimistisch zijn? Boutellier: “Enerzijds geldt: het is geen zooitje geworden. Daar staat tegenover dat we geobsedeerd geraakt zijn door veiligheid en hebben we te maken met een niet altijd onproblematisch verlopende immigratie. Toch voelt Boutellier de plicht om optimistisch te zijn. “Ik vind het belangrijk om in elke conditie te zoeken naar wat ons vooruit helpt.”
Door: Karlijn Ligtenberg