Zoek in de site...

Verslag “Het is belangrijk dat onderbuikgevoelens verwoord worden”

Oordeel zélf 
Alternatieve Troonrede door filosoof Coen Simon
Maandag 19
 september 2016 | 19.30 - 21.00 uur | LUX, Nijmegen

Als ware hij koning filosoof liet Coen Simon zich zakken in zijn roodfluwelen fauteuil om zich vorstelijk tot de bezoekers te wenden: “Leden der Staten-Generaal…” Kwam de opening van deze Alternatieve Troonrede ons nog bekend voor, zijn eerste anekdote hoor je vermoedelijk toch minder snel uit de mond van Zijne Majesteit.

Grijzige pap

Simon werd argwanend aanschouwd door zijn dochter terwijl hij zijn grijzige pap met vruchtjes naar binnen werkte. “Ieuw,” antwoordde ze, toen ze zelf een hap nam. Toch wilde ze het blijven proberen, zo nu en dan een klein lepeltje. “Wel, maar ook niet lekker,” concludeerde ze. Tot ze op een ochtend een eigen bordje nam. “Ik snap de smaak,” zei ze tegen haar vader.

Argumenteren en twisten

“Over smaak valt niet te twisten, maar over euthanasie bij minderjarigen wel. Hannah Arendt verwijst naar verlichtingsfilosoof Immanuel Kant die stelde dat over smaak wel te twisten viel, maar niet te argumenteren. Wanneer we iets mooi vinden, is dat subjectief. Als we het belangeloos mooi vinden, kunnen we ervan uitgaan dat anderen er op dezelfde manier naar zouden kijken. Twisten kun je als je iets meent te waarderen om wat het op zichzelf is.” Door te praten over hoe we kijken, kunnen we een ander met onze blik laten kijken. Kant noemde dit menselijk vermogen sensus communis. De capaciteit waarmee we allemaal tegelijkertijd de werkelijkheid waarnemen. Voor veel gedrag hebben we dit zintuig niet nodig. We komen dan namelijk heel ver met geluid en gebaar. Maar toch, als we het gesprek met elkaar willen aangaan, kunnen we niet buiten dit gedeelde oordeelsvermogen, waarin het voorstellingsvermogen besloten ligt. En laat dat nu precies zijn waar Simons dochter een beroep op deed: ze probeerde zich voor te stellen hoe het zou kunnen smaken, ging ondanks primaire weerzin toch over op het proeven.

Fenomenologie van het twitteren

Wat maken we op uit de ervaring van deze proevende jongedame? Arendt indachtig stelde Simon daarover: “Je hoeft niet blindelings je eigen afschuw te volgen, noch hoef je hem direct te verloochenen.” Een hapje nemen, je eigen afkeer indachtig, maar toch openstaan voor een bepaald begrip van de zaak. Hoe staat het ervoor met deze stelregels in onze publieke ruimte?  “Aan tekst hebben we geen gebrek. We lezen volop en schrijven ons een ongeluk op sociale media. Is de nieuwe infosfeer – om met denker Luciano Floridi te spreken – de gematerialiseerde versie van Kants gemeenschappelijke zintuig?” Een antwoord, waarin toch een voorzichtig ‘nee’ op die vraag doorklonk, kwam in de vorm van een kleine fenomenologie van het twitteren. “Wie kent niet de explosie van morele verontwaardiging na een bericht over bonusgraaiers of het Zwarte Pietendebat? Aan die verontwaardiging worden vervolgens opnieuw nieuwsitems gewijd. Bijgevolg wordt er over de aanleiding van de verontwaardiging niet meer gesproken. Daardoor verstomt het debat.”

Likers verzamelen

“We denken niet eerst iets echt, om vervolgens onze mening te geven,” vervolgde Simon. “We zoeken eerder naar een puntige mening die zich in honderdveertig tekens laat vatten. We hoeven op Twitter nauwelijks zelf een argument te formuleren, want je kunt rustig een linkje tweeten met daarbij slechts de zinsnede: ‘Dit!’” Dat sluit aan bij wat Simon omschreef als een paradoxaal gevolg van de Verlichting: we moesten ons van onmondigheid ontdoen, dogma’s zouden tot de verleden tijd behoren. “Maar,” zo zei Simon, “door het gemeenschappelijke zintuig van sociale media staat iedereen wel met elkaar in verbinding, maar stelregels van de sensus communis worden niet nageleefd. En dat hoeft daar ook niet… zolang je maar voldoende likers verzamelt!”

Inburgeringscursus

Het is dan ook de hoogste tijd voor een inburgeringscursus voor elke Nederlander, stelde Simon. “Niet één die ervan uitgaat dat een minderheid in de dominante cultuur moet integreren. Juist één die beoogt dat alle leden van de publieke ruimte handelen als burger; durf te denken, te proeven en vertrouw op uw eigen smaak.”

Munitie voor feministen

In gesprek met Radboudfilosoof Cees Leijenhorst ging het over de dubbele bodem in Simons verhaal: loop je niet het risico vanuit een verheven positie te gaan oordelen of iemand goed dan wel een slechte redenaar is? Simon ontkende dat: “Het is belangrijk dat onderbuikgevoelens verwoord worden. Wat mij betreft zijn ze in het publieke domein dan ook welkom.” Het kan echter wel kloppen dat Leijenhorst wat dedain heeft bespeurd in het Kantiaanse gedachtegoed. “In zijn denken over het huwelijk marginaliseerde hij bijvoorbeeld de vrouw. Toch maakte Kant het mogelijk om te kijken naar elkaar als partners, in plaats van als middel. Dat is belangrijke munitie voor het feminisme,” besloot Simon.

Onderbuikgevoelens

Onderbuikgevoelens moeten bijvoorbeeld naar voren komen in het parlement, betoogde Simon. “In het woord parlement ligt met een reden het Franse parler besloten. Het is de plek waar besproken moet worden waar de pijn zit in een samenleving. In het parlement blijkt welke groep tevreden is met een nieuwe maatregel, en welke minderheid er juist onder gebukt gaat. In de politiek wordt steeds meer geleund op wetenschappelijke onderzoeksrapporten die als hamerstuk behandeld worden. Op basis van zulke stukken worden heel moeilijke politieke besluiten genomen en bijgevolg wordt er niet meer echt gepraat over het onderwerp.”

Beeldmontage

En als er dan gepraat wordt over cruciale kwesties, gaat het niet altijd vlekkeloos. Simon koos voor een tv-fragment dat vorige week bij de talkshow Pauw te zien was. Te zien is een aantal jongeren dat met de politie in confrontatie komt. Beelden die, zoals Pauw erbij zegt, achter elkaar zijn gezet. Uit hun context gehaald, dus. Aan het woord is advocaat  Gerard Spong en hij is snel met zijn oordeel dat de politie hier ‘fout op fout’ maakt. Maar daarmee gaat hij voorbij aan de vraag waar het om moet gaan: wat gebeurt hier? Ten eerste zijn verschillende beelden gemonteerd. Ten tweede is er een heersend sentiment dat de politie niet deugt: ze moet harder optreden. En tel daarbij op nog een andere kwestie: de aandacht voor hoe racistisch de politie te werk gaat. “Het wordt allemaal niet genoemd,” merkt Simon op. “En toch bepaalt hier de deskundige – Spong – dat de politie aan autoriteit heeft ingeboet. We zijn gelijk weer een paar stappen terug in het denken over het politieke oordeel.”

‘Tuig van de richel’

Een ander markante uitspraak werd vorige week gedaan door minister-president Mark Rutte in het tv-programma Zomergasten. Hij uitte zich stevig over een groep Turkse Nederlanders door te kiezen voor bewoordingen ‘Pleur op’ en ‘Ga zelf terug naar Turkije’. Leijenhorst vraagt zich af waarom de minister-president voor dergelijke taal kiest. “Het is een benaderingswijze die in het domein van de sociale media courant is. Hij neemt dat over, waar een minister-president vroeger juist het voorbeeld gaf. Hij was degene die aan mensen liet zien hoe je een oordeel kon vormen.” Simon gaat niet met Leijenhorst mee: “Wat je vooral ziet is dat we in een steeds verder geïnformaliseerde wereld leven. Dat kun je niet terugschroeven. Ik zou willen dat Rutte niet zo zou praten, maar het is niet zo dat hij hier geen standpunt uiteenzet.”

Door: Karlijn Ligtenberg