Zoek in de site...

"De zaak van het vliegend Spaghettimonster – Theatrale Rechtszitting"

De zaak van het Vliegend Spaghettimonster
Theatrale rechtszitting 
Woensdag 23 november 2016 | 19.30 - 21.30 uur | LUX, Mariënburg 38-39, Nijmegen

Met: Jurist Roel Schutgens, studenten Ghada Abo El Enin, Elke Truijen en Theodora van Boven, filosofen Derk Venema en Paul Bakker, godsdienstwetenschapper Frans Jespers en pastafariër Mathé Coolen

Terwijl de zaal langzaam volloopt, overleggen de advocaten nog druk met hun getuigendeskundigen. Het belooft een spannend proces te worden… uitkomst onbekend.

De zaak van de aanklager

Rechter Roel Schutgens opent de zitting met het schetsen van de zaak: hoger beroep in de zaak Coolen tegen gemeente Nijmegen. Mag dhr. Coolen wel of niet een vergiet dragen op een pasfoto bestemd voor officiële documenten?

Een in toenemende mate emotionele cliënt Mathé Coolen zet als eerste zijn zaak uiteen: “Ik wil ten volste leven naar de wil van de Kerk, maar hierin word ik ernstig belemmerd. Men weigert mij principieel mijn geloof te belijden zoals ik het wil.”

De advocaat van dhr. Coolen, mr. Derk Venema, zet het betoog voort: “De mens is er niet voor de regels, maar andersom. In een conflict zijn de regels slechts een hulpmiddel. Deze zaak kan gewoon binnen de wettelijke regels en in het voordeel van mijn cliënt te worden opgelost. De gemeente meent te kunnen oordelen of de religie van mijn cliënt echt is. Dat lijkt me nogal wat – rechters zijn geen theologen; stel je voor dat de overheid onze diepste overtuigingen ging toetsen op echtheid. De meest uiteenlopende levensbeschouwingen worden door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens erkend als religie, waarom dan de Pastafariekerk niet? De Kerk werd door een Groningse rechter erkend als levensbeschouwelijke stroming, en zij geniet dus juridische bescherming. De gemeente Nijmegen interpreteert de zinsnede “levensbeschouwelijke redenen” op zo’n manier dat het onmogelijk is eraan te voldoen. In andere landen is er geen bezwaar om een vergiet te dragen op pasfoto’s voor officiële documenten. Als de gemeente Nijmegen een andere beslissing neemt, loopt zij erg achter de feiten aan. Het dragen van een vergiet – zwaar, wiebelig en aanleiding tot spot - is een oefening in nederigheid. Dat mijn cliënt zijn hoofddeksel soms niet draagt is een zaak tussen hem en zijn Schepper. Ook de herkenbaarheid van het gezicht is niet in het geding.”

Vervolgens is het woord aan getuigendeskundige en religiewetenschapper dr. Frans Jespers: “De Kerk van het Vliegend Spaghettimonster is op zijn minst als levensbeschouwing te kenmerken: een perspectief op het leven met bijbehorende leefregels. Bovendien is er een maatschappelijk belang bij het toekennen van een uitzondering voor pastafariërs: we leven in een sterk geseculariseerde samenleving en de erkenning van de Kerk zou het debat over de plaats van religie binnen de maatschappij bevorderen. Binnen de verschillende godsdienstwetenschappen zijn tientallen definities van religie en levensbeschouwing, maar er is geen consensus. Als wetenschappers het al niet kunnen, kan een gemeente of de burgermeester zeker niet tot een dergelijke conclusie komen.”

Het pleidooi van de gemeente

Dan is het woord aan de advocaat van de burgemeester, Ghada Abo El Enin, die citeert uit het Gospel van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster. Zij beschrijft vervolgens hoe de Kerk begon: als kritiek van dhr. Henderson, een Amerikaans burger, op de onzinnigheid van creationistisch geïnspireerd onderwijs. “De Kerk van het Vliegend Spaghettimonster is een vorm van satire, bedoeld om kritiek te leveren op traditionele religies. Zij hebben zeker sterke punten, maar dat geeft hen niet het recht zichzelf te positioneren als religie. De beweging zet zo sterk in op individuele vrijheid dat de verplichting tot het dragen van een vergiet volstrekt onhoudbaar is."

Getuigendeskundige van de burgemeester, filosoof prof. Paul Bakker: “Binnen het sikhisme, jodendom en de islam zijn teksten te vinden die op zijn minst geïnterpreteerd kunnen worden als een verplichting of aansporing om hoofdbedekking te dragen. Binnen de teksten van De Kerk van het Vliegend Spaghettimonster wordt weliswaar beschreven dat de leden “een vergiet op hun hoofd dragen” maar er is geen enkele aansporing daartoe. Sterker nog, het derde LieverNietje stelt expliciet dat er een absolute kleding vrijheid heerst. Een pastafariër kan dus volstrekt legitieme redenen hebben om een vergiet te willen dragen, maar dat is zijn individuele keuze – en er is nergens een verplichting of aansporing. Het zou vergelijkbaar zijn met het toestaan voor christenen om een doornenkroon te dragen op officiële pasfoto’s. Bovendien leidt het niet dragen van een vergiet niet tot uitsluiting binnen de groep, gezien de keuzevrijheid.”

In antwoord op een vraag van de rechter antwoordt advocaat Venema dat elke vorm van religie is een vorm van religiekritiek, en daarmee is er dus geen wezenlijk verschil tussen de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster en andere religies. Dr. Jespers stelt vervolgens dat alle centrale kenmerken van religie ook terug te vinden zijn bij de Kerk: heilige geschriften, erediensten, canonieke teksten en een opperwezen. Getuigendeskundige Bakker is het met zijn collega eens.

Een bedekt hoofd

Mr. Venema reageert op prof. Bakker: “Binnen het sikhisme is het dragen van een tulband pas ongeveer een eeuw geleden opgenomen in de gedragscode, en ook wat betreft de islam kunnen hierover vragen worden gesteld.” Rechter Schutgens vult aan dat men in oudere jurisprudentie over de islam oordeelde dat “de Koran niet eenduidig stelt dat het dragen van een hoofddoek verplicht is.” Bovendien dient de rechter een interpretatieve terughoudendheid in acht te nemen. Prof. Bakker: “Het interpreteren van bronteksten is inderdaad niet de taak van een rechter, maar een sikh of moslima kan zich tenminste beroepen op een tekst, in tegenstelling tot de leden van de Kerk.”

Na de slotpleidooien trekken de rechters zich terug ter beraadslaging. In de tussentijd wordt er overleg gepleegd met de zaal: deelnemers spreken zich uit over de vraag wie het pleidooi dient te winnen. Er is zelfs een pastafariër die vindt dat de gemeente recht dient te krijgen, en wel omdat er inderdaad geen verplichting is; hoewel iemand anders betoogt dat ook een individueel gekozen verplichting ook als zodanig geïnterpreteerd kan worden.

Conclusie

De rechters concluderen dat het pastafarianisme wel degelijk een religie is. Echter, in tegenstelling tot sommige andere religies, gebiedt de Kerk van het Vliegende Spaghettimonster nergens – zij spoort daar zelfs niet toe aan – het vergiet te dragen. Het is daarom een individuele keuze van de belijder. Aan de hand van de oprechte getuigenis van eiser wordt door de rechters geconstateerd dat hij losjes omgaat met wel of niet dragen van het vergiet. Het eindoordeel: er is niet voldoende voldaan aan de stelling van de eiser. De rechtbank geeft de burgemeester gelijk.

“Dit is de uitspraak, en daar zult u het mee moeten doen.”

Verslag door Liesbeth Jansen