De seculariseringsthese is dood
The Power of the Sacred
Lecture by sociologist Hans Joas
22 maart 2017
"Goede kwaliteit van de speaker, actueel en belangrijk thema, interessante discussie, leuke sfeer en goede moderatie." (uit een deelnemersevaluatie)
Foto 's De Duitse socioloog Hans Joas is op uitnodiging van Stichting Thomas More de komende twee jaar bijzonder hoogleraar aan de Faculteit Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen van de Radboud Universiteit. Hij is kritisch op de grote moderniteitsverhalen, in het bijzonder wat het seculariseringsnarratief betreft: de gedachte dat modernisering van een samenleving noodzakelijk gepaard gaat met secularisering is volgens hem onjuist. Het bejubelde narratief van de onttovering van de wereld, zoals oorspronkelijk geformuleerd door Max Weber, verdient het dan ook kritisch onder de loep te worden genomen.
De seculariseringsthese is dood
De secularingsthese, aldus Hans Joas, is dood. Het klopt weliswaar dat in bepaalde delen van Europa een proces van secularisering op gang kwam in reactie op wetenschappelijke en technologische vooruitgang, maar elders in Europa en ook daarbuiten hebben zich de laatste decennia moderniseringprocessen voorgedaan die niet leidden tot een afname van religie. Dit komt dus niet overeen met de seculariseringstheorie. Zuid-Korea is een voorbeeld van een land dat heel snel een economische en technologische groei doormaakte, terwijl er tegelijkertijd sprake was van een religieuze revitalisering en (zelfs) christianisering. Volgens Joas hebben we dan ook behoefte aan een alternatieve verklaring voor processen van secularisering.
Onttovering of demystificatie?
Wat echter de ontwikkeling van een alternatief begrip voor religieuze verandering bemoeilijkt, is het invloedrijke narratief van onttovering van de Duitse socioloog Max Weber. Het woord onttovering heeft hij zelf nooit gebruikt maar desalniettemin wordt de term door academici steevast met Weber geassocieerd. De term onttovering (Entzauberung (D) of disenchantment (EN)) is volgens Joas door vertalers van zijn werk niet handig gekozen. Maar wat bedoelde Weber dan wel? De uitdrukking demagicification is meer op zijn plaats. Dat begrip drukt het beste uit wat Weber wilde zeggen: het ging hem om het verdwijnen van mystiek uit de wereld. En zelfs die term gebruikt hij in zijn gehele oeuvre maar zeventien keer. Bovendien deed hij dat alleen in de laatste zeven jaar van zijn leven: vanaf 1913.
De intellectueel
Weber vond demystificatie van de wereld niet hetzelfde als secularisering. Zijn stelling is wel dat religie een verandering ondergaat zodra demystificatie optreedt. Een belangrijk punt dat Weber in de context van demystificatie maakt, gaat over intellectualisme. Intellectuelen verschillen volgens Weber van niet-geprivilegieerde lezers. Die laatste groep heeft geen interesse in het stellen van systematische vragen over religie, de betekenis van het leven of de wereld. De intellectueel stelt die vragen juist wel en systematiseert mogelijke antwoorden. Een intellectueel ziet daardoor de wereld als een betekenisprobleem. Processen in de wereld verliezen zodoende hun mystieke significantie waardoor de wereld slechts gebeurt, zonder iets te betekenen. Intellectuelen dragen dus bij aan het proces van demystificatie van de wereld. Ze zorgen er mede voor dat de wereld betekenisloos wordt, vindt Weber. Vervolgens gaat de intellectueel allerlei betekenissystemen over de (door hemzelf verklaarde) betekenisloze wereld bedenken.
Existentiële betekenis
Joas denkt dat het verlies van mystieke betekenis van de wereld niet hoeft te leiden tot een verlies van existentiële betekenis. Ter verduidelijking gaf Joas een voorbeeld. Je weet dat de zon ’s ochtends niet echt opkomt. Toch kun je heel goed een mooie zonsopgang ervaren en van diens schoonheid genieten. De link tussen je pre-reflexieve ervaring en je reflexieve kennis is kortom veel complexer dan Weber beweert: we hebben niet eerst kennis in ons hoofd over de wereld die we vervolgens zorgvuldig op de werkelijkheid toepassen. Weber maakt in de ogen van Joas onvoldoende onderscheid tussen het niveau van een gearticuleerde kijk op de wereld en het niveau van onze pre-reflexieve ervaring van betekenis in de wereld.
Meer dichotomieën nodig
Volgens Joas hebben we verschillende concepten nodig om beter te formuleren wat Weber werkelijk bedoeld heeft toen hij sprak over demystificatie. Daartoe wil Joas een aantal dichotomieën inzetten, omdat hij er van overtuigd is dat één narratief niet toereikend is. Hij wil werken met de categorieën van het heilige versus het profane, het transcendente versus het immanente, het religieuze versus het seculiere en het religieuze versus het mystieke. Met die begrippen in gedachten moet het onttoveringsnarratief ontdaan worden van ambiguïteit. Je zult uiteindelijk zien dat er geen sprake is van een continue geschiedenis, van een ontwikkeling die in een rechte lijn vooruit beweegt. Joas interesseert zich dan ook vooral voor het spanningsveld waarin die tegenstellingen allemaal samenkomen. Dat spanningsveld hebben we nodig om de onwaarschijnlijke gebeurtenissen om ons heen te begrijpen. Ook heel concreet: ze kunnen ons helpen om verschijnselen als modern totalitarisme en het samengaan van marxisme en mystiek in Noord-Korea te begrijpen.
Door: Karlijn Ligtenberg
Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten? Schrijf je dan in voor de tweewekelijkse nieuwsbrief.
Do you want to stay up to date about our activities? Please sign in for the English newsletter.