Zoek in de site...

Sfeerimpressie van de Nacht van de Filosofie 2017

Met filosofen René ten Bos, Jan Bransen, Ignaas Devisch, Erno Eskens, Eveline Groot, Joke Hermsen, Marli Huijer, Marjolein Lanzing, Thijs Lijster, Frank Meester, Paul Moyaert, Henk Oosterling, Joyce Peijnenburg, Kris Pint, Daan Roovers, Linde van Schuppen, Coen Simon, Marjan Slob, Paul van Tongeren, Lonneke van der Velden, Patricia de Vries. Cabaretier en filosoof Tim Fransen. Religiewetenschapper Paul van der Velde. Kunstenaars Ton van der Laaken en Rob Sweere. Trouw-journalisten Marc van Dijk en Henk Steenhuis. Juryleden van de Socratesbeker.

De Nacht van de Filosofie in Nijmegen

“Voor het eerst sinds vele jaren is de Nacht Amsterdam uitgedreven. Het belooft een bijzondere avond te worden”, zo opende organisator Lisa Doeland de Nacht van de Filosofie in theater De Lindenberg. Trouw-journalist Marc van Dijk deed daar later op de avond nog een schepje bovenop: “Amsterdam is nu al verslagen. De Nacht heeft een nieuw elan!”. Hij wees op het grote bezoekersaantal. Joke Hermsen, schrijfster van het essay voor de Maand van de Filosofie, ziet een trend: “Overal zijn de filosofienachten uitverkocht. Het lijkt erop dat mensen moe zijn van consumeren en behoefte hebben aan bezinning”.

Rust en melancholie

Ruimte voor bezinning was er tijdens de Nacht van de Filosofie, dit jaar voor het eerst in Nijmegen, meer dan voldoende. Meer dan vijfentwintig sprekers lieten in lezingen, debatten, gesprekken en workshops hun licht schijnen op het thema ‘rust’. “Rust is geen zweverig en soft thema. Het is nodig om onze melancholie in goede banen te leiden”, aldus Joke Hermsen. De mens is nu eenmaal een homo melancholicus die weet dat “aan het eind van zijn leven de dood onherroepelijk op hem wacht. De dood pepert ons in dat het in dit leven moet gebeuren”. Melancholie is een bron van hoop dat we iets beters kunnen waarmaken, maar “als die hoop wegvalt door nihilisme of consumentisme, kan het omslaan in een pathologische vorm”. Dit zien we terug in het wereldwijd groeiende aantal mensen dat lijdt aan depressie. Het is dus zaak om “weemoed een plek te geven in onze kapitalistische samenleving die rendement en efficiëntie eist”. Rust blijkt dus een uiterst actueel politiek thema te zijn.

Paradox van de vrije tijd

Het besef dat “het in dit leven moet gebeuren” klinkt ook in het verhaal van Ignaas Devisch. De moderne geseculariseerde mens wacht immers geen eeuwige toekomst in een hiernamaals. Toch is rusteloosheid een eeuwenoud fenomeen. Wat wel nieuw is, is wat hij de “vermarkting van spiritualiteit en exploitatie van rust” noemt. “Er wordt ons voorgehouden dat we alleen gelukkig kunnen zijn als we naast onze drukke agenda ook nog tijd overhouden voor bezinning, twee uur per week naar yoga gaan en ons op zaterdag een tijdje vervelen ter bevordering van onze creativiteit”. Thijs Lijster vult daarop aan: “de ontspanningsmechanismen van de ratrace van de moderne samenleving worden ingezet om productiviteit te verhogen”. Hierdoor stuiten we op een paradox: “we hebben meer vrije tijd dan ooit, maar we hebben niet meer rust”.

Aandachtigheid

Paul van Tongeren vertrekt vanuit dezelfde paradox. Rust vinden we volgens hem niet in vrije tijd, maar in aandachtig aanwezig zijn bij wat alles wat we doen. Ons probleem is echter dat we altijd “doen wat we niet willen doen en denken aan wat we wel willen doen”. Dit komt door onze tijdservaring. De mens begeeft zich tussen herinnering en verwachting, “daar waar je was en daar waar je nog niet bent. We kunnen niet helemaal in het ‘nu’ zijn”. Populaire varianten van mindfulness zijn volgens Van Tongeren dan ook “volksverlakkerij”. In de drukte van vandaag moeten we voortdurend vooruit denken. “Hierdoor zijn we twee keer afwezig – we zijn niet helemaal daar en niet hier”. Werkelijke aandacht is dus paradoxaal: we moeten “stilstaan bij de tijd die niet stilstaat”. De sleutel is de deugd van het geduldig wachten, maar daarmee kan Van Tongeren de mensen in de zaal enkel succes wensen.

“There is no alternative”

Heeft Thatcher met haar “There is no alternative” dan het laatste woord? Valt er niet te ontsnappen aan de rusteloze ratrace? Thijs Lijster noemt dit idee dat de geschiedenis zich noodzakelijk in een rechte lijn beweegt de “verstarring van de geschiedenis. De maakbare samenleving is ten grave gedragen en nu kunnen we alleen nog aan onszelf werken”. Volgens Lijster wordt het hoog tijd dat we weer ‘sterke verhalen’ gaan vertellen die wél een alternatief bieden. Kunst kan ons daarbij helpen. Ook filosoof Kris Pint zoekt in zijn lezing zijn toevlucht in kunst. “De toreador is het beeld voor ons moderne mensbeeld. We zijn als een stierenvechter in een stadion vol toeschouwers die wachten totdat je op je bek gaat”. Beelden uit de kunst kunnen ons helpen om ons tegen dit vermarkte mensbeeld te verzetten, om weer te zeggen “ik mag dit niet van mijn geloof, van mijn verbeelding”.

Kunst

Kunst kan ook uitnodigen om daadwerkelijk te ontsnappen aan de drukte van alledag. In het Silent Sky Project# van kunstenaar Rob Sweere ging een groep bezoekers voor een half uur op de binnenplaats van De Lindenberg liggen om naar de lucht te kijken. Secret Sky van kunstenaar Ton van der Laaken bood juist de mogelijkheid om je voor vijf minuten in volledige duisternis geheel van de wereld en van anderen af te sluiten onder een vilten cocon.

“In God we trust; all others bring data”

Het thema van ‘constant bekeken worden’ keert ook terug in het gesprek over digitale onrust met Lonneke van der Velden, Marjolein Lanzing en Patricia de Vries. Wat we op het internet van onszelf tentoonstellen, blijkt gewilde data voor de markt en werkgevers. “Bedrijven passen reclame aan op ons online gedrag en speuren de facebookprofielen van sollicitanten af naar wetenswaardigheden”. Dit heeft consequenties voor onze zelfontwikkeling en zelfervaring: “Als metadata niet beschikbaar zou zijn voor derden, dan zouden we ons anders gedragen”. Ditmaal geen greep naar de kunst, maar een bezinning op de invloed van moderne technologie op onze privacy.

“Lekker polemisch”

In het debat tussen Daan Roovers, Coen Simon en Frank Meester blijkt ook de veelheid aan meningen in de (nieuwe) media een bron van onrust. Roovers: “We moeten ons oriënteren op de wereld via media die niet geïnteresseerd zijn in die wereld”. Toen ze kortgeleden een artikel schreef voor een bekende krant, vroeg de redacteur haar “lekker polemisch” te zijn. “Feiten zijn niet interessant”. Terwijl Simon het wantrouwen in objectieve wetenschap toejuichte en vond dat “iedereen recht van spreken heeft”, was Roovers sceptisch: “Waarom is de eigen mening zo heilig geworden? Is dit niet iets van onze geëmancipeerde generatie?”. Meester: “Je bent je mening!”. Roovers: “Ik denk juist dat we dit moeten relativeren”. Waarop Simon reageerde: “Nee, het wordt al gerelativeerd in de nieuwe media door echokamers en filterbubbels. We moeten onze eigen mening juist weer serieus nemen!”

Vloeibaar denken

René ten Bos, die officieel geïnaugureerd werd als nieuwe Denker des Vaderlands, ziet het juist als de taak van de filosoof om ondoordachte meningen te bestrijden. Trouw-journalist Henk Steenhuis probeerde zijn denken te typeren: “Hans Achterhuis, de eerste Denker des Vaderlands, deed aan tegendenken, René Gude aan meedenken en Marli Huijer aan tussendenken. Laat dat van jou, als filosoof van het water, zich omschrijven als vloeibaar denken?” Ten Bos reageerde instemmend. Wat we hiervan moeten verwachten is nog niet duidelijk: “vloeibaar denken heeft geen contouren”. De Denker des Vaderlands laat zijn hoofd overigens ook weleens rusten: “Ik heb afgelopen week voetbal gekeken met mijn zoon”.

Kromme hout der mensheid

Cabaretier Tim Fransen stelde “het opleidingsniveau van zijn publiek” op de proef door te kijken of de toeschouwers zijn grappen wel begrepen. Hij boog zich over het fenomeen “illusoire superioriteit, het idee dat we bovengemiddeld goed, bovengemiddeld slim, bovengemiddeld alles zijn”. Nadat hij het “geloof in onoverwinnelijkheid” van de moderne mens op hilarische wijze had gefileerd, vond hij hoop in de woorden van Kant: “Uit het kromme hout der mensheid is nog nooit iets rechts gemaakt”. Juist de erkenning van onze eigen zwaktes en beperkingen is de basis voor broederschap. Met deze woorden in het achterhoofd konden de bezoekers nog een gooi doen naar de overwinning van de jaarlijkse Filosofiequiz en het ‘vloeibare denken’ stimuleren aan de bar.

Door: William Kloos