We moeten toe naar een politiekere opvatting van burgerlijke ongehoorzaamheid
Ongehoorzaamheid | Radboud Reflects @ Festival Op ‘t Eiland | Lezing door filosoof Mathijs van de Sande| Woensdag 18 juli 2018 | 19.00 – 19.30 uur
Een tribune vol toehoorders had zich verzameld om te komen luisteren naar de mini-lezing van filosoof Mathijs van de Sande over burgerlijke ongehoorzaamheid tijdens Festival op ‘t Eiland. Van de Sande dook in de ontstaansgeschiedenis van het begrip en kwam met een oproep: we moeten af van juridische opvatting van burgerlijke ongehoorzaamheid en moeten toe naar een meer politieke opvatting. Want alleen dan kunnen we recht doen aan de groeiende onvrede en het protest van boze burgers.
Boze burgers
Actuele voorbeelden van burgerlijke ongehoorzaamheid zijn er genoeg. Neem bijvoorbeeld de actiegroep We Are Here, die panden kraakt in Amsterdam als recht op woonruimte en als protest tegen het Nederlandse vreemdelingenbeleid, dierenrechtenactivisten die in actie kwamen in de Oostvaardersplassen tegen ondervoede grote grazers, of de extreemrechtse actiegroep Identitair Verzet die vorig jaar een Moskee in Venlo bezette. “Wat al deze voorbeelden gemeenschappelijk hebben, is dat ze verder gaan dan alleen protesteren: de actievoerders zijn ook ongehoorzaam. Ze breken de wet om uiting te geven aan hun maatschappelijke ongenoegen. Dat mensen op deze manier politiek ongehoorzaam zijn, is natuurlijk niets nieuws. Ik denk alleen dat het juist nu, in tijden van politieke onvrede, een elementaire politieke functie vervult.”
Stil protest
De term burgerlijke ongehoorzaamheid werd geïntroduceerd door de Amerikaanse essayist en filosoof Henri Thoreau. Hij werd in 1948 gearresteerd omdat hij weigerde om belasting te betalen uit protest tegen de Mexicaans-Amerikaanse oorlog en het voortbestaan van slavernij in de Verenigde Staten. Naar aanleiding hiervan schreef hij het essay Civil Disobedience. “Opmerkelijk is dat we dit tegenwoordig helemaal geen burgerlijke ongehoorzaamheid meer zouden noemen, want Thoreau had niet de intentie om zijn stille protest aan de grote klok te hangen. We zouden dit veel eerder gewetensbezwaar noemen.”
Protest
Wat wordt dan wel onder burgerlijke ongehoorzaamheid verstaan? Van de Sande noemde een aantal criteria. “Wat vaak genoemd wordt, is dat er een wet gebroken moet worden, dat het doel is om anderen tot handelen aan te zetten en dat het protest altijd openbaar is en nooit heimelijk, zoals dus bij Thoreau het geval was. Daarnaast erkent degene die ongehoorzaam is wel degelijk de rechtsorde waarin hij of zij zich beweegt. De wet wordt alleen maar gebroken uit protest tegen een bepaald beleid of tegen een bepaalde wet.”
Burgerschap
Van de Sande vertelde dat er in het wetenschappelijke debat rondom de opvatting van politieke ongehoorzaamheid nog veel onopgeloste problemen zijn. Als grootste probleem noemde hij dat traditionele definities van burgerlijke ongehoorzaamheid vooral formeel of juridisch van aard zijn. “Dit suggereert dat de inhoudelijke beweegredenen van de ongehoorzame burger er eigenlijk helemaal niet toe doen. Men vraagt zich vooral af hoe men zich vanuit het perspectief van de rechtsstaat tot de ongehoorzame burger moet verhouden. In veel gevallen uit het protest zich echter niet tegen een wet of een bepaald beleid. Het is veel vaker een poging om de vraag te stellen wat burgerschap precies betekent.”
Politieke gemeenschap
Zeker vandaag de dag is burgerlijke ongehoorzaamheid volgens Van de Sande een protest tegen wie wel en wie niet tot de politieke gemeenschap behoort. “Neem bijvoorbeeld de krakende asielzoekers van We Are Here. Het probleem is juist dat zij geen Nederlands staatsburger zijn. Ze dienen zich aan de wet te houden, maar zijn niet volledig onderhevig aan die wet en genieten dus ook niet de bescherming die de wet biedt. Juist daarmee stelt We Are Here ons geldende begrip van burgerschap ter discussie. Of neem bijvoorbeeld de activisten in de Oostvaardersplassen. Dat kan gezien worden als een protest tegen de niet-bestaande bescherming van niet-menselijke wezens in onze wet.”
Invloed
Daarmee is de cirkel rond voor Van de Sande. “Deze voorbeelden laten zien dat burgerlijke ongehoorzaamheid anno 2018 niet zozeer een juridisch probleem is, maar veel meer een politiek probleem: niet het bevragen van een specifieke wet staat centraal, maar het bevragen van wat ons definieert als politieke gemeenschap.” Burgerlijke ongehoorzaamheid is daarmee zeker een sterk politiek middel concludeerde Van de Sande. “Het heeft in potentie een sterke invloed op de richting van het politieke debat. Zeker in tijden van groeiende onvrede en boze burgers moeten we dergelijke uitingen van ongehoorzaamheid dus zeer serieus nemen.”
Door: Dave Willems
Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten? Schrijf je dan in voor de tweewekelijkse nieuwsbrief.