Filosoferen over goden
Antieke filosofie en de goden | Lezing door filosoof Frederik Bakker en classicus Vincent Hunink | Wo 14 november 2018 | 19.30 – 21.15 uur | Collegezalencomplex Radboud Universiteit
Aankondiging - De klassieke oudheid is ondenkbaar zonder goden. Hun verhalen, afbeeldingen en tempels vulden de Griekse wereld. Maar ze waren ook bron van onenigheid en discussie tussen de filosofen. Leer van classicus Vincent Hunink en filosoof Frederik Bakker over de klassieke oudheid, de filosofische tradities uit die tijd en wat wij hier tegenwoordig nog van kunnen leren. Zie de volledige aankondigingstekst onderin.
Verslag
De klassieke oudheid is ondenkbaar zonder goden. Hun verhalen, afbeeldingen en tempels vulden de Griekse wereld. Maar ze waren ook bron van onenigheid en discussie tussen de filosofen. Classicus Vincent Hunink en filosoof Frederik Bakker spraken over het denken van de antieke filosofen over de goden en wat wij hier tegenwoordig nog van kunnen leren. Programmamaker Liesbeth Jansen was gespreksleider.
Vanzelfsprekende goden
Vincent Hunink stelt dat Cicero’s Het bestaan van de goden een van de weinige filosofische werken uit de oudheid is waarin de goden centraal staan. Dit lijkt vreemd, omdat de goden in deze periode zo belangrijk waren. “Je zou dus denken dat de mensen daar bewust over nadenken. Maar het tegenovergestelde is het geval: de oudheid is zo doordrenkt van goden, dat het voor de Romeinen geen optie was om ze ter discussie te stellen. Ze zijn zo vanzelfsprekend dat ze er eigenlijk niet toe doen.” Zo kwam het volgens Hunink ook maar zelden in mensen op om atheïst te worden.
Cicero als filosoof
Dat Cicero zich bezighield met de goden lijkt paradoxaal: hij was een staatsman, politicus, generaal, redenaar, retorisch theoreticus en alfa-man. Ook uit de brieven naar zijn vrouw bleek dat religiositeit in zijn leven geen grote rol speelde. Dat Cicero zich toch bezig is gaan houden met de goden, is volgens Hunink omdat dit de ‘second best’ optie was. “In zijn laatste jaren raakte hij politiek op een zijspoor, scheidde hij van zijn vrouw en overleed zijn dochter. Dus ging hij filosoferen.” Toch heeft Cicero veel voor de filosofie betekend. Zo was er nog vrijwel geen Latijns filosofisch vocabulaire, dus heeft Cicero woorden als essentia, intelligentia en qualitas bedacht. Hunink: “Cicero had de filosofie niet al te hoog in het vaandel staan. Toch kunnen we hem bedanken, want door hem hebben we wel een boek over de antieke goden en een uitgebreider vocabulaire.”
‘De normale Griek’
Frederik Bakker stelt dat het moeilijk te achterhalen is hoe ‘de normale Griek’ nou geloofde. “De teksten die we nu nog kunnen lezen zijn geschreven door de elite. Bovendien zijn alle bronnen door de eeuwen heen door het filter van bewaring geperst; alleen de werken die als waardevol werden gezien zijn overgeleverd.” Gelukkig voor ons geven de denkers zelf ook informatie over de context, waardoor we iets meer over de denkwijze van ‘de normale Griek’ kunnen achterhalen.
Dichters vs. filosofen
De Griekse filosofen uitten kritiek op de verhalen van de grote dichters over goden. Hieruit kunnen we concluderen dat de opvattingen van de dichters belangrijk genoeg waren om tegenin te gaan, wat ze schreven was in ieder geval relevant. Het godenbeeld van de dichters was onsamenhangend en tussen filosofen bestonden uitvoerige discussies over de aard van de goden. Sommige filosofen poneerden ook een alternatief, zoals één god of een almachtige god met een ondergeschikte rol voor de overige goden. Andere filosofen verschoven de goden steeds meer naar de achtergrond door natuurverschijnselen wetenschappelijk te verklaren. Van bijvoorbeeld Diagoras weten we zelfs dat hij openlijk atheïst was. Dit leidde echter wel tot zijn verbanning uit Athene.
Goddelijke in ere herstellen
Socrates wilde het goddelijke juist weer in ere herstellen. Hij stelde dat alles om hem heen – onze lichamen, de aarde, de natuur – het bewijs is van een scheppende god die het beste met ons voor heeft. Plato is op dit spoor verder gegaan door een scheppende god en goden in de vorm van hemellichamen te introduceren. Zijn leerling Aristoteles brak hier echter abrupt mee. Hij stelt dat er uitsluitend een ‘onbewogen beweger’ was. Voor andere goden is er volgens hem geen plaats.
Stoïcisten, epicuristen en academici
Na Aristoteles ontstonden er twee scholen: het stoïcisme en het epicurisme. Het stoïcisme zette het denken van Socrates voort, maar stelde de goden gelijk aan de natuur. Daarom kon elk natuurfenomeen als god worden voorgesteld en konden ze nog steeds vereerd worden. Het epicurisme veronderstelde dat er een oneindige hoeveelheid atomen in een oneindige ruimte is, die willekeurig beweegt en zonder plan of voorzienigheid alle denkbare configuraties laat bestaan. De kans is dus ontzettend klein dat de wereld zoals we die kennen is ontstaan, maar omdat er een oneindige hoeveelheid is, moet elke mogelijkheid werkelijkheid worden en dat zelfs oneindig vaak. Naast deze twee stromingen komt in het werk van Cicero ook de stroming van de academici naar voren. De positie hiervan is echter nogal eigenaardig. In zijn werk worden de drie stromingen elk door één persoon vertegenwoordigd, maar de bijdrage van de academicus bestaat volledig uit het onderuit halen van de anderen, zonder eigen denkbeelden naar voren te brengen.
Verhalen zonder religieuze boodschap
In gesprek met Liesbeth Jansen stelt Hunink dat de verhalen van de Griekse dichters populair bleven ondanks de kritiek van de filosofen. Dit betekent volgens hem echter niet dat die voor de Grieken een religieuze boodschap hadden. “Gewone Grieken vonden de verhalen mooi, fijn of soms wat aanstootgevend. Het zijn de Griekse verhalen, maar het was niet iets waarin je echt gelooft. De goden van Homerus zijn ook niet echt sympathiek. Men dacht niet ‘goh, daar zou ik een kaarsje voor opsteken’.” Volgens Bakker was openlijk atheïst zijn echter gevaarlijk, omdat dit als maatschappij-ontwrichtend beschouwd werd. “We kennen slechts een handvol atheïsten, maar die zijn bijna allemaal in problemen gekomen. Maar dan zijn er waarschijnlijk ook veel mensen die zo verstandig waren om hun mond te houden.”
Antieke filosofie voor nu
Als afsluiting stellen de sprekers dat de antieke filosofie tegenwoordig nog goed gebruikt kan worden. Hunink neemt Seneca als voorbeeld. “Seneca ontdoet het stoïcisme van de technische aspecten. Het gaat bij hem niet over hoe de wereld in elkaar steekt en waar je geen invloed op hebt, maar hoe je als mens met de omstandigheden omgaat. Kort samengevat: accepteer wat je niet kunt veranderen. Dat ze de wereld dan heel anders indelen dan wij, met of zonder atomen, doet er eigenlijk niet zoveel toe.” Bakker is het daar mee eens: “Ik heb zelf heel veel baat gehad bij Seneca’s brief over geluidsoverlast.”
Door: Bas Nordkamp
Podcast:
Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten? Schrijf je dan in voor de tweewekelijkse nieuwsbrief.
Aankondiging
De klassieke oudheid is ondenkbaar zonder goden. Hun verhalen, afbeeldingen en tempels vulden de Griekse wereld. Maar ze waren ook bron van onenigheid en discussie tussen de filosofen. Leer van classicus Vincent Hunink en filosoof Frederik Bakker over de klassieke oudheid, de filosofische tradities uit die tijd en wat wij hier tegenwoordig nog van kunnen leren.
De filosofen
Bestonden de goden ook echt? En zo ja, wat was hun functie? Het was een belangrijk discussiepunt voor filosofen in de klassieke oudheid. Cicero, een staatsman en redenaar die aan het Romeinse hof leefde, bundelde de verschillende perspectieven en leverde kritiek. In Het bestaan van de goden beschrijft hij hoe de volgelingen van Epicurus stelden dat er wel goden zijn, maar dat zij zich niet met de wereld bemoeien. De stoïci waren juist van mening dat de wereld één groot bezield systeem is met een doel. En de academici lieten de waarheid graag in het midden.
Cicero
In een korte inleiding vertelt classicus Vincent Hunink hoe de leefwereld van de oude Romeinen eruit zag en wie Cicero was: “Het bestaan van de goden is een bijzonder boek, omdat het een van de weinige teksten uit de oudheid is die de verschillende filosofische perspectieven vergelijkt zonder zelf een standpunt in te nemen.”
De gewone Griek
Filosoof Frederik Bakker geeft tekst en uitleg bij de verschillende filosofische tradities. “Er bestond een levendige woordenstrijd tussen filosofen. En niet alleen maar tegen elkaar, ook tegen de mythologie en het geloof van de ‘gewone man’.”
Na hun inleidingen gaan Vincent Hunnink en Frederik Bakker in gesprek over de vraag wat we nu nog van de oude Grieken kunnen leren. Waarom verdween het geloof in de klassieke goden? Is dat te vergelijken met de positie van religie nu? En zien we deze eeuwenoude denktradities terug in hoe wij zelf nadenken over godsdienst?
Over de sprekers
Vincent Hunink is classicus aan de Radboud Universiteit. Hij vertaalde talloze Griekse en Latijnse teksten naar het Nederlands. Recent verscheen bij uitgeverij Damon van zijn hand Cicero. Het bestaan van de goden (2018).
Frederik Bakker is filosoof aan de Radboud Universiteit. Hij doet onderzoek naar de antieke wijsbegeerte en natuurwetenschap, en de verwerking daarvan in de antieke literatuur.
Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten? Schrijf je dan in voor de tweewekelijkse nieuwsbrief.