Zoek in de site...

Column Peter van der Heiden - Nashville

Ik heb me daar eerlijk gezegd nooit zo veel bij kunnen voorstellen, die obsessie van orthodoxe gelovigen met wie hem er hoe, waar, wanneer en bij wie insteekt. En dat terwijl ik gezien mijn achtergrond – ik heb wel een stevig tikkie uit de wat minder moderne protestantse hoek meegekregen – toch tot de doelgroep zou kunnen behoren. Nee, het gefrutsel in de slaapkamer is voor veel mensen al lastig genoeg zonder dat daar een kerkenraad, bisschop of synode nog eens een plasje over meent te moeten doen – wat waarschijnlijk ook al weer niet mag van het kerkelijk gezag, overigens.

Die kerkelijke mening klinkt trouwens doorgaans stukken minder luid wanneer het geen vrijwillige maar afgedwongen seks betreft. Het valt mij tenminste op dat over misbruik in kerkelijke kringen vaak milder geoordeeld wordt dan over de, om maar in Bijbelse termen te spreken, vleselijke liefde tussen twee mannen of tussen twee vrouwen – waarbij de vrouwen er ook nog eens bekaaid vanaf komen want in Bijbelse tijden waren zij van zo weinig belang dat zelfs de lesbiënne niet serieus genomen werd en het vermelden nauwelijks waard was in de Heilige Schrift.

Maar goed, orthodox-protestants Nederland meende weer eens te moeten laten weten dat het een paar slagen modernisering heeft gemist – en een paar aanpassingen van de Grondwet overigens, die discriminatie op basis van seksuele geaardheid expliciet verbiedt en strafbaar stelt. En natuurlijk riep iedereen en z’n moeder er schande van, helemaal toen SGP-leider Kees van der Staaij ook nog tot de ondertekenaars van de Nashvilleverklaring bleek te horen. Wáárom we daarvan opkeken is mij een raadsel – als er nu één archaïsch clubje is in Nederland, dan is dat wel het groepje broeders van de SGP, dat alleen in naam (en door de rechter afgedwongen!) vrouwen gelijk behandelt, laat staan hoe ze omgaan met alles wat niet zo gemakkelijk in Bijbelse categorieën valt in te delen door deze van kaft-tot-kaft-gelovigen. Want als je niet oplet, dan gaat je overzichtelijke schepping, met – toevallig – alle voordelen voor het patriarchaat, razendsnel naar de gallemiezen.

Het aardige van de Nashvilleverklaring vind ik dat de opstellers ervan – nou ja, ik moet natuurlijk zeggen de vertalers ervan, het is, zoals de naam al doet vermoeden, gewoon een gekopieerd statement uit de stad van de verfoeilijke en foeilelijke countrymuziek, line-dancing en nu dus ook van de rechtlijnigheid – precies menen te weten wat hun god bedoeld heeft. Daar heb ik in de gauwigheid van deze column twee problemen mee. Ten eerste gaan ze eraan voorbij dat er meer redenen zijn om aan het bestaan van een schepper te twijfelen dan om ervan uit te gaan dat er inderdaad een god is, en ten tweede: wat een ongelooflijke arrogantie om te denken dat je weet wat je schepper bedoeld heeft – mocht-ie al bestaan, dat is.

Er zijn aardig wat politici die, in navolging van Pim Fortuyn, roepen dat de Islam een achterlijke cultuur is – onder andere vanwege fundamentalistische standpunten over vrouwen en homoseksuelen. Ik zou ze graag ook eens horen over het orthodox-protestantisme – en wellicht, maar dat is wat link op een katholieke universiteit – over alle religies. Maar ja, het orthodox-protestantisme behoort natuurlijk tot onze fameuze joods-christelijke traditie en dan mag het lekker wel. Eigenlijk is die hypocrisie nog veel erger, het veroordelen van islamitische intolerantie, maar het toestaan van christelijke. Ik ben blij dat ik niet meer tot die club behoor.

Amen.