Zoek in de site...

Column Peter van der Heiden - Syriëgangers

Nou, Trump wordt weer eens bedankt. Kunnen we een beetje onze eigen Syriëgangers gaan terughalen, alleen maar omdat meneer te beroerd is tot in lengte van dagen in dat land te blijven om onze polderkalifisten gevangen te houden. U merkt het – ondanks mijn enorme aversie tegen Trump vind ik dat hij hier toch wel een puntje heeft. Waarom zouden de VS verantwoordelijk zijn voor al die IS’ers of Al Qaida-adepten? Kijk, Amerikanen zijn natuurlijk wel wereldkampioen gevangenissen – in geen enkel land ter wereld zitten relatief zo veel mensen achter de tralies als in de VS, op de Seychellen na (dat wist ik ook niet maar ik doe zelfs voor dit soort columns mijn research) – maar is dat een reden voor Amerika om cipier te moeten spelen voor de rest van de wereld?

Nou nee, maar als je ook de politieagent van de rest van de wereld speelt misschien juist weer wel. En laten we ook niet vergeten dat we überhaupt met IS zitten opgescheept omdat één van Trumps illustere voorgangers, George Bush de tweede – en dat is niet zijn prinselijke carnavalsnaam, George Bush den Tweede – door zijn idiote (en door Nederland destijds politiek gesteunde) aanval op Irak grotendeels verantwoordelijk is voor het ontstaan van IS en de ellende van en in het kalifaat.

Die Amerikaanse verantwoordelijkheid voor het ontstaan van IS zal Trump er niet van weerhouden om op zijn minst te dreigen ons een flinke portie gebakken peren te serveren. Maar, ter actuele geruststelling: gisteren schreef NRC – en dus is het waar – dat het niet zozeer de Amerikanen zijn die de jihadisten gevangen houden, maar voornamelijk de Syrische Koerden. En die kunnen nergens heen want niemand wil ze hebben – waarmee die terugkeer misschien dus wel zal meevallen.

Maar hoe erg is dat eigenlijk, als die Syriëgangers wel zouden terugkomen? Het is aanlokkelijk – en misschien niet geheel ten onrechte – om ze te zien als een vijfde colonne, geïndoctrineerd in het Islamitisch extremisme, getraind in de gewapende strijd en met een karrevracht aan terroristische misdrijven op hun strafblad. Natuurlijk, er zitten ook vrouwen en kinderen tussen – maar in hoeverre zijn die nog te vertrouwen? Het beeld doemt op van een Paard van Troje, of, wat dichter bij huis en uit onze eigen tachtigjarige oorlog, een turfschip van Breda. Openen wij niet de poorten voor onze eigen ondergang op deze manier?

Gelukkig hebben wij het voordeel van de gekende geschiedenis. Wij wéten wat er in Troje gebeurde toen het paard de stadsmuren binnengereden werd. Als die Trojanen gewoon dat paard in de gaten hadden gehouden, was er niets aan de hand geweest. Nu hoor ik u denken: dat wisten ze in Breda toch ook, die geschiedenis van Troje, en wat heeft het ze geholpen – maar dat waren natuurlijk Spanjaarden, die wij niet voor niets ons land uit wilden jassen. En het waren niet alleen Spanjaarden, ze werden ook nog eens geholpen door Brabanders – wat bijna nog erger is. En wij weten het nu dus dubbel, van Troje én van Breda – dus een verrassing zit er niet meer in.

Zolang we de verantwoordelijkheid voor terugkerende Syriëgangers maar niet aan Brabanders geven, zal het dus heus wel loslopen.