19|11|14 De stikstofcrisis | Lezing door ecoloog Henk Siepel en luchtkwaliteitsonderzoeker Carlijn Hendriks
De stikstofcrisis | Lezing door ecoloog Henk Siepel en luchtkwaliteitsonderzoeker Carlijn Hendriks | Dinsdag 12 november 2019 | 19.30 – 21.00 uur| Collegezalencomplex, Radboud Universiteit i.s.m. Radboud Green Office
Podcast | Powerpoint (pdf, 50 MB) | Video
"Ik vond het een heel leerzame avond waarbij je veel kennis over de stikstofcyclus en de effecten ervan op het milieu kon ontvangen. Het was duidelijk te merken dat de wetenschappers goed waren voorbereid en veel over hun eigen gebied wisten waardoor het heel professioneel overkwam. Ook de discussie aan het eind was heel interessant." (Uit een deelnemersevaluatie.)
Aankondiging - De stikstofcrisis houdt Nederland in haar greep. Boeren protesteren, bouwprojecten liggen stil en een duurzame oplossing lijkt ver te zoeken. Hoe zijn we hier precies terecht gekomen? Waar komt die stikstof eigenlijk vandaan en hoe kan het zo schadelijk zijn voor het milieu? Kom luisteren naar ecoloog Henk Siepel en luchtkwaliteitsonderzoeker Carlijn Hendriks en denk verder over de impact van stikstof op ons milieu en hoe we nu verder moeten. Zie de volledige aankondigingstekst onderin.
Verslag
Nederland zit bestuurlijk in een lockdown. De Nederlandse stikstofcrisis leidt al een aantal weken tot grote protesten, stilstaande bouwprojecten en binnenkort rijden we maximaal honderd kilometer per uur op de snelweg. Hoe is ons land in deze bestuurlijke crisis terecht geraakt? En welke maatregelen kunnen we nemen om het stikstofprobleem op te lossen? Luchtkwaliteitsonderzoeker Carlijn Hendriks en ecoloog Henk Siepel van de Radboud Universiteit legden in een drukbezochte lezing uit waar stikstof vandaan komt, hoe we stikstof meten en wat de gevolgen zijn van deze stikstof voor mens en natuur. Na de lezingen gingen Hendriks en Siepel met filosoof en programmamaker bij Radboud Reflects Frank van Caspel en het publiek in overleg over milieurichtlijnen, natuurbeheer, en de politieke moeilijkheden omtrent de stikstofcrisis.
Stikstofoxiden en ammoniak
“Onze atmosfeer bestaat voor ongeveer 78% uit moleculair stikstof (N2),” begon Hendriks haar lezing. “Deze vorm van stikstof is echter niet het probleem. In de politiek gaat het op dit moment om stikstofoxide (NOx) en ammoniak (NH3).” Beide stoffen komen in lage concentraties voor in de natuur en hebben natuurlijke bronnen. Zo kunnen bij een bosbrand of vulkaanuitbarsting stikstofoxiden vrijkomen en komt uit de uitwerpselen van dieren ammoniak vrij. In Nederland is de bijdrage van natuurlijke bronnen echter veel kleiner dan de bijdrage van menselijke bronnen. Aan de hand van duidelijke diagrammen liet Hendriks zien welke activiteiten en sectoren de belangrijkste bijdragen leveren aan de concentraties stikstofoxiden en ammoniak in de atmosfeer. Hierbij zijn twee sectoren oververtegenwoordigd. Zo is in Nederland meer dan de helft van de stikstofoxide-uitstoot terug te voeren tot wegverkeer en meer dan 90% van de ammoniakuitstoot op de landbouw, waarbij voornamelijk de veeteelt een belangrijke rol speelt.
Internationale productie
Bovendien laten de data zien dat Nederland de absolute kampioen is in Europa in het uitstoten van stikstof. In termen van uitstoot per oppervlakte stoot Nederland ongeveer vier keer zoveel uit, als het Europees gemiddelde. Een deel van deze productie komt in eigen land terecht: van de ammoniak ongeveer één-derde van onze uitstoot, van de makkelijk reizende stikstofoxiden ongeveer één-tiende. Bovendien geldt voor beide stoffen dat Nederland meer dan drie keer zoveel uitstoot ‘exporteert’ als het ‘importeert’. “Ten eerste kunnen we het stikstofprobleem dus niet in isolatie oplossen,” aldus Hendriks. “Ten tweede kunnen we dus ook niet alleen maar naar het buitenland wijzen. We stoten zelf veel meer het buitenland in dan we terugkrijgen.”
Hoe weten we al deze getallen precies?
Zowel in het publieke debat als in de presentatie van Hendriks komen veel getallen ter tafel. Maar hoe weten we precies wat we uitstoten of wat de concentraties van stikstoffen in de lucht en bodem zijn? “Hiervoor hebben we twee belangrijke instrumenten,” legde Hendriks uit: “metingen en modellen.” Zo worden er van zowel de atmosferische concentraties als de deposities metingen gedaan. Niet alles is echter even makkelijk te meten. “Concentratiemetingen zijn in de regel makkelijker dan depositiemetingen. Zeker het meten van droge depositie” – depositie waarbij de stikstoffen uit de lucht naar beneden komen dwarrelen – “is in de regel moeilijk en dus duur. Hiervoor worden vooral modellen gebruikt.” Hoewel in het publiek debat soms behoorlijk wordt geschermd met de onzekerheden die verbonden zouden zijn aan de uitstoot- en depositiegetallen, staan de conclusies volgens Hendriks als een paal boven water. “We exporteren meer dan we binnenhalen; landbouw levert een zeer grote bijdrage aan onze uitstoot en er is écht te veel stikstof. Deze conclusies staan heel degelijk vast.”
Wat zijn de gevolgen voor de natuur?
De grafieken in de lezing van Hendriks lieten zien dat de Nederlandse stikstofproductie in de afgelopen jaren aardig is afgenomen. Toch betekent dit niet dat de stikstofproblemen voor de Nederlandse natuur en biodiversiteit ook afnemen. In tegendeel zelfs, legde Siepel uit. “In de bodem worden stikstof en ammoniak omgezet in zuur. Doordat dit zuur de bodem deels oplost, spoelen veel voedingstoffen met het grondwater mee naar beneden en verdwijnen ze dus uit de biosfeer. Dit is een cumulatief proces en dus worden de natuurproblemen in Nederland alleen maar groter.” De gevolgen voor de natuur zijn duidelijk zichtbaar. “In het water zorgt de neerdalende stikstof voor een osmotisch probleem, waardoor bijvoorbeeld de eieren van amfibieën gaan rotten. Bovendien leidt het tot algenbloei en daarmee tot een permanent zuurstoftekort in het water, met alle gevolgen van dien.” Op het land zorgt de stikstofbemesting enerzijds voor dichtere begroeiing, veel insecten en andere bodembroeders zich minder makkelijk kunnen voorplanten en anderzijds voor een verstoorde nutriëntenhuisvesting in de bodem. “Er zit meer stikstof in de bodem, dus nemen planten dit ook meer op. Een aantal plantensoorten dat dit efficiënt kan zal de boventoon gaan voeren. Maar ook deze planten hebben vervolgens een stikstof-fosfaatverhouding die ver uit het lood is en zijn dus voor geen beest meer te eten.” Het gevolg: minder diverse en eetbare vegetatie, minder insecten en dus ook minder vogels, vleermuizen en andere herbivoren en insecteneters.
Wat zou de Nederlandse politiek moeten doen?
Vanuit een biologisch perspectief is het relatief helder wat er moet gebeuren, aldus Siepel. “We moeten de overmaat aan stikstof verwijderen, bijvoorbeeld door plaggen en door andere voedingsstoffen zoals fosfaat mondjesmaat weer toe te voegen én de stikstofkraan moet dicht.” Hoewel de politiek dit al sinds de jaren zeventig weet, blijkt het politiek heel moeilijk om de juiste maatregelen te nemen. “De makkelijke maatregelen hebben we de afgelopen decennia al genomen,” aldus Hendriks. “Dus nu moet je kijken naar moeilijkere en duurdere maatregelen: het uitkopen van boeren, het verlagen van de maximumsnelheid en ook het ingrijpen op gedrag van mensen.” De positie van de boeren is hierbij niet te benijden, erkende ook Siepel. “Door de politiek is de boeren de afgelopen jaren bijvoorbeeld actief geadviseerd om te investeren en om meer loopstallen te maken. Terwijl we allang wisten dat veeteelt met grote ecologische problemen te kampen heeft. Dus het is goed voor te stellen dat veel boeren zich verraden voelen door de politiek.” Aan de andere kant gaat de invloed van de agrarische sector in de Nederlandse politiek wel ten koste van de natuur. “In Nederland vallen landbouw en natuurbeheer onder één ministerie en dat ministerie is nog nooit aangevoerd door iemand uit het natuurbeheer. Een studie van de Radboud Universiteit naar insectensterfte heeft in Duitsland recent tot een investering van 100 miljoen euro per jaar geleid voor het beschermen van de insecten. Dat kan het effect zijn als natuurbeheer onder een eigen ministerie valt.”
Door: Simon Jacobs
Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten? Schrijf je dan in voor de tweewekelijkse nieuwsbrief.
Podcast:
Video:
Aankondiging
De stikstofcrisis houdt Nederland in haar greep. Boeren protesteren, bouwprojecten liggen stil en een duurzame oplossing lijkt ver te zoeken. Hoe zijn we hier precies terecht gekomen? Waar komt die stikstof eigenlijk vandaan en hoe kan het zo schadelijk zijn voor het milieu? Kom luisteren naar ecoloog Henk Siepel en luchtkwaliteitsonderzoeker Carlijn Hendriks en denk verder over de impact van stikstof op ons milieu en hoe we nu verder moeten.
Herkomst & effecten
Luchtkwaliteitsonderzoeker Carlijn Hendriks legt uit welke menselijke activiteiten zorgen voor de uitstoot van extra stikstof, en hoe we weten dat onze metingen daarvan betrouwbaar zijn. Ze legt uit welke mechanismen ervoor zorgen dat de stikstof vervolgens in de bodem terecht komt. Ecoloog Henk Siepel bespreekt daarna de gevolgen voor het milieu van die extra stikstof in de bodem. Veel planten hebben baat bij extra meststof – waarom is het dan toch een probleem? En bovendien: onze uitstoot is de laatste jaren al verminderd, is het probleem daarmee niet afgenomen?
Beleid
De Raad van State keurde in mei het Programma Aanpak Stikstof (PAS) af, dat gebruikt werd als basis voor vergunningen voor activiteiten waarbij stikstof vrij komt. Veel bouwprojecten liggen daardoor nu stil en nieuwe vergunningen worden niet verleend. Was niet al bij de invoering van het PAS duidelijk dat dit beleid onhoudbaar zou zijn? Henk Siepel blikt terug op de moeizame relatie tussen milieu en beleid, en schetst bovendien wat er wel en niet gedaan kan worden aan natuurherstel.
Oplossing
Na hun lezingen gaan Henk Siepel en Carlijn Hendriks in gesprek over de vraag hoe de stikstofcrisis in stand wordt gehouden: welke belangen en barrières blokkeren het doorbreken van het systeem waarin we gevangen lijken te zitten? Hoe kunnen we het publieke besef over de kwestie vergroten, en moeten we niet om te beginnen de morele vraag stellen of natuurbehoud of landbouw onze prioriteit heeft? Wat kunnen we doen om de uitstoot te verminderen: moeten we inderdaad onze veestapel halveren, of de maximumsnelheid weer verlagen? Filosoof en programmamaker Frank van Caspel is de gespreksleider.
Over de sprekers
Henk Siepel is hoogleraar Ecologie aan de Radboud Universiteit. Hij doet onder andere onderzoek naar de manieren waarop stijgende stikstof-niveaus planten en dieren beïnvloeden.
Carlijn Hendriks deed luchtkwaliteitsonderzoek bij TNO en is kwartiermaker van het Radboud Centre for Sustainability Challenges. Ze werkt daarnaast deels bij de groep Environmental Governance and Politics (Faculteit der Managementwetenschappen) en deels bij Environmental Science (Faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica).
Dit is een programma van Radboud Reflects en het Radboud Green Office.
Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten? Schrijf je dan in voor de tweewekelijkse nieuwsbrief.