Zoek in de site...

Column Peter van der Heiden - Vitale beroepen

Zou het toeval zijn dat ik in eerste instantie ‘virale beroepen’ typte in plaats van vitale? Ik denk het niet. Want als dat virus één ding heeft duidelijk gemaakt, dan is het wat vitaal is in onze samenleving en vooral ook wat niet.

Gelukkig blijk ik ook vitaal te wezen. Nu hoor ik u denken, sinds wanneer is columnist een vitaal beroep? Maar het gaat dan ook niet over dit baantje. In mijn waaier aan werkzaamheden bleek ik maar liefst anderhalve dag – een magisch getal de laatste tijd, anderhalf – maar bleek ik dus maar liefst anderhalve dag in de week vitaal te wezen. Een klein contractje als docent en een journalistieke betrekking buiten de universiteit bleken aan alle kenmerken van een vitaal beroep te voldoen zodat ik, mocht ik kinderen in die leeftijd hebben gehad, ze met een gerust hart anderhalve dag naar school of opvang had kunnen brengen.

Waarom is mij ook volstrekt duister – de samenleving wordt er niet minder van als mijn colleges Amerikanistiek, hoe leuk en interessant ook, niet doorgaan en mijn talkshow is natuurlijk reuze amusant en relevant, maar niet per se essentieel voor het voorbestaan van mensheid en maatschappij. Nee, dat bleken hele andere beroepen te zijn, waarvoor dan ook hartelijk geapplaudiseerd werd, twee keer zelfs meen ik. Hartjes werden er voor hen opgehangen. Kanjers waren het. Een vaatje Hollandse nieuwe kregen ze. En 1.000 euro – omgerekend een tientje per coronadag.

Vitaal was iedereen in de gezondheidszorg natuurlijk, met artsen, verplegenden en verzorgenden voorop. Het basisonderwijs en de kinderopvang, al was het maar om de kinderen op te vangen van andere vitale beroepsgroepen. Schoonmakers. Vakkenvullers in de supermarkten en de jongelui die de karretjes maandenlang desinfecteerden zodat niet-vitale burgers veel te veel toiletpapier konden inslaan. Die mensen dus die risico liepen op besmetting zodat de rest fijn thuis kon blijven zoomen.

Maar ik was dus ook anderhalve dag vitaal – de rest van de week was ik dan, ja hoe heet het tegenovergestelde van vitaal eigenlijk? Het antoniemenboek geeft uitgeblust als enige mogelijkheid – maar dat lijkt me, hoe accuraat de omschrijving ook kan zijn voor iemand die mij op mijn werk bezig ziet, niet het juiste woord. Misbaar, zal het wezen, of, als ik het wat positiever zou willen zeggen, onbelangrijk.

Onbelangrijk – dat moet hetzelfde gevoel zijn dat die mensen (met uitzondering van de artsen dan) in de echt vitale beroepen hebben als ze maandelijks op hun loonstrookje kijken en die schertsvertoning in de Tweede Kamer hebben meegekregen, waar tot drie keer toe een betere beloning voor de zorg werd weggestemd. Als ik zie hoe er met hen wordt omgegaan, ben ik blij dat ik maar anderhalve dag vitaal ben. Stukken beter voor mijn portemonnee.

Peter van der der Heiden is docent American Studies aan de Radboud Universiteit. Hij sprak deze column uit tijdens de Livestream: Vitale beroepen - applaus of euro's? | Interview met socioloog Agnes Akkerman en politiek filosoof Mathijs van de Sande op dinsdag 30 juni 2020.