Zoek in de site...

Opiniestuk - De wijze luiheid uit het Oosten door Michel Dijkstra

Opiniestuk - De wijze luiheid uit het Oosten Door Michel Dijkstra

De Gelderlander, 31 oktober 2020

Je komt thuis en de afvalcontainer staat nog aan de kant van de weg. Gelukkig is die van buurman Jannes ook niet opgeruimd. In de keuken tik je de gestaag gegroeide stapel reclamefolders om. Als een vloedgolf verspreiden de blaadjes zich aan de voet van het aanrecht, waarop die afwas van gisterenavond. Dan hoor je het geratel van plastic wielen: Jannes haalt de container op. Het wordt nu toch echt tijd… Nee hoor, eerst met de voeten op de bank!

Luiheid staat in het Westen bekend als een ondeugd. Zij is ‘des duivels oorkussen’, zoals het ouderwetse spreekwoord luidt. Wie zich aan haar overgeeft, verzaakt zijn plichten en vervalt gemakkelijk tot immoreel gedrag. Zelfs in de literatuur wordt luiheid niet gewaardeerd. Zo krijgt de Russische ‘romanheld’ Oblomov, die niets liever doet dan dingen eindeloos op de lange baan schuiven, het deksel op zijn neus. Een actieve jongeman gaat er met zijn vriendinnetje vandoor.

In het Oosten bestaat er echter een andere opvatting van ledigheid. Namelijk, het taoïstische ‘niet-doen’ of wu wei. Dit Chinese begrip moet je uitdrukkelijk niet gelijkstellen aan niets doen. Een echte taoïst ligt dan ook niet de hele dag op bed, maar probeert zo min mogelijk storend in te grijpen in de natuurlijke gang der zaken. Hoe doe je dat? Door jezelf niet te poneren. Wie koste wat kost zijn doel wil bereiken, legt zijn of haar wil aan een situatie op. Hij of zij zal resultaat boeken, maar niet zonder de ander of het andere te beschadigen. Het is echter ook mogelijk om open en ontvankelijk een situatie aan te gaan. Op die manier wordt het doel en passent en spelenderwijs bereikt. En het kost zelfs minder inspanning.

De antieke Chinese filosoof Zhuang Zi schreef een verhaal over een kok om het ‘niet-doen’ te verduidelijken. Deze kok heeft een mes dat maar eens in de negentien jaar bot wordt. Vol verbazing vraagt zijn koninklijke werkgever welke techniek de onderdaan erop na houdt. ‘Geen enkele,’ antwoordt de kok, ‘ik volg gewoon de weg van de minste weerstand’. Deze werkwijze wordt in het taoïsme ook wel ‘de kracht van het zachte’ genoemd. Je kunt dit fenomeen vergelijken met een waterdruppel die uiteindelijk een rots splijt. In het geval van de kok betekent dit: steeds inhouden als je mes weerstand ondervindt en vervolgens een holte opzoeken. Zo valt het karkas uiteindelijk als vanzelf uit elkaar.

Dit verhaal vormt een metafoor voor de levenskunst: wie er voortdurend in slaagt om open en ontvankelijk te blijven, houdt alles om zich heen heel. Bovendien blijft hij of zij ook gaaf en kan zijn of haar natuurlijke aantal jaren uitleven. Dat komt doordat je niet storend ingrijpt, maar een proces soms gewoon laat gebeuren. In de ogen van de buitenwacht: pure luiheid. Maar toch: even rustig op de bank liggen leidt soms tot verassend veel inzichten en oplossingen van problemen waaraan je in de hectiek van de werkvloer niet kon denken. Probeer het eens!

En de container? Die komt morgen wel.

Michel Dijkstra is onafhankelijk geleerde op het gebied van oosterse filosofie. Maandag 2 november houdt hij een online lezing over luiheid in Oost en West bij Radboud Reflects, aanvang 20:00.