Zoek in de site...

Opinie Persis Bekkering - Het nachtleven helpt ons samenleven

Persis Bekkering, foto: Mark Richter

De Gelderlander

Escapisme, simpel vermaak en heel veel drugs, dat is het beeld dat er doorgaans heerst van het nachtleven. Minister Ferdinand Grapperhuis zei in 2019, pre-corona, dat het aantal festivals ingeperkt moest worden, want dan zou de drugscriminaliteit ook teruglopen. Het afgelopen jaar werd de nachtclub zelfs een gevaarlijk fenomeen, want nergens anders sta je met zoveel dampende lichamen op een klein oppervlak, nergens anders is het zo makkelijk alle regels te vergeten en je te verliezen in de deinende, zwetende massa.

Toegegeven, het nachtleven draagt inderdaad niet bepaald bij aan lichamelijke gezondheid. Een weekend dansen, weinig slapen, alcohol drinken en misschien wat gebruiken heeft ook nog nooit iemand een productievere werknemer of een trouwere belastingbetaler gemaakt. Dat is misschien juist wat ik er zo leuk aan vind, het pure exces dat de nacht kan bieden. Dat er even niets hoeft te worden verbeterd. Er is alleen de ervaring van een intens nu.

Toch is het jammer als het nachtleven alleen als overbodige luxe of verspilling wordt gezien. Een wereld zonder dansvloer is zoiets als een eindeloze dag zonder nacht. Wanneer we slapen, laten we de controle over ons lichaam los. Even kunnen we het niet disciplineren .’s Nachts herstellen we en resetten we het lichaam als het ware, vinden we aansluiting met het circadiaanse ritme van de wereld om ons heen.

Zoiets gebeurt er ook op de dansvloer. Op de beste momenten van euforie, als alles samenvalt – ritme, licht, dans -, dan vervagen de grenzen tussen mij en wij. Ik los op en versmelt met het collectief. Een dansvloer bestaat niet in mijn eentje in de woonkamer (geloof me, ik heb het geprobeerd). Een rave ontstaat pas als er een gemeenschap aanwezig is. Iedereen is verantwoordelijk voor het bereiken van die breekbare staat waarin je voor even voelt: het gebeurt nú. Ik word wij.

Dit moment beschrijft de in Nederland wonende kunstenaar Bogomir Doringer, die doctoraatsonderzoek doet naar de dansvloer, als ‘synchronisatie’. Op de dansvloer vindt een synchronisatie plaats waardoor ik als individu samenval met anderen. Door te dansen leer ik wat het betekent een gemeenschap te vormen. Ook als ik stop met dansen ademt die gemeenschap nog: op de wc maak ik nieuwe vrienden, we zorgen met zijn allen voor iemand met wie het fysiek even niet goed lijkt te gaan.

Het belang van synchronisatie gaat verder dan alleen de benauwde kelder waar ik mij op dat moment bevind. Volgens Doringer kun je aan de dansvloer aflezen wat de sociale en politieke situatie van een tijd of een plaats is. In de jaren na 9/11 werd er bijvoorbeeld bijna niet gedanst in het westen, het lichaam verkeerde in een crisis - verlamd van angst. Dit effect wordt veel te weinig gezien en begrepen. Niet iedereen hoeft van een rave te houden, maar de nachtcultuur moet wel beschermd worden. Als op 30 juni nachtclubs mogelijk weer opengaan, laten we het dan vieren, hoe de nacht ons leert samenleven.

Persis Bekkering is schrijver. Haar tweede roman Exces, over de ravebeweging in de jaren tachtig en negentig, verscheen onlangs bij Prometheus. Over dit thema maakte ze ook de podcast Laatste utopie. Op 18 juni spreekt ze in Doonroosje op ‘De Nacht’, een avond van Radboud Reflects en Drift. www.ru.nl/radboudreflects