21|10|04 De wilde plant | Lezing en gesprek met bioloog Barbara Gravendeel en milieufilosoof Martin Drenthen
De wilde plant | Lezing en gesprek met bioloog Barbara Gravendeel en milieufilosoof Martin Drenthen | Maandag 4 oktober 2021 | 20.00 – 21.30 uur | LUX en online | Radboud Reflects en Radboud Green Office
Evaluatieformulier | Video | Podcast | English review: The Wildly Cultivated Plant and Me
Aankondiging - In voortuinen maken geraniums en hortensia’s steeds vaker plaats voor ‘wilde’ bloemenmixen. Beter voor de vlinders en bijtjes, is het idee. Ondertussen sterven inheemse planten als roggelelie en zaagblad in Nederland een stille dood. Hebben we wel genoeg oog voor de plant? Is het tijd om ons actiever tot planten te gaan verhouden? Bioloog Barbara Gravendeel en filosoof Martin Drenthen vertellen hoe we goed kunnen samenwerken met de plant. Zie de volledige aankondigingstekst onderin.
Verslag - De waarde van wild
‘Red de bij!’ is een slogan die tegenwoordig in vele klimaatcampagnes terug te vinden is. Hierbij wordt vaak gestimuleerd om wilde bloemen te zaaien in onze tuinen en bermen, zodat de bij en andere insecten hun werk goed kunnen verrichten. Maar wat zijn precies wilde bloemen? Zijn ze enkel belangrijk voor de insecten, of ook omdat ze intrinsieke waarde hebben? Over deze vraagstukken ging bij de lezing De Wilde Plant, georganiseerd door Radboud Reflects en Radboud Green Office. Bioloog Barbara Gravendeel en milieufilosoof Martin Drenthen, beiden van de Radboud Universiteit,leverden in twee lezingen hun kijk op het onderwerp. Vervolgens gingen zij in gesprek met programmamaker bij Radboud Reflects Wouter Veldman en met het publiek over vraagstukken omtrent wild, natuur en klimaat.
Wat is wild?
Martin Drenthen begon in zijn lezing met het uiteenzetten van twee verschillende definities van het concept ‘wild’. De eerste definitie was gebaseerd op de oorsprong van eigenschappen. ‘Een wilde plant is ingebed in een ecologisch netwerk, een gecultiveerde plant leeft in een context die door de mens gemaakt is.’ Overigens lopen wild en gecultiveerd in deze definitie nog wel eens door elkaar, stelde Drenthen. ‘Gecultiveerde planten kunnen zich onbedoeld verspreiden en enorm succesvol zijn in het wild’.
Een tweede differentiatie tussen wilde en gecultiveerde natuur maakte Drenthen op basis van menselijke controle. ‘Veel mensen menen dat zodra de mens invloed uitoefent op een ecosysteem, het ophoudt wilde natuur te zijn.’ Overigens wordt daar in veel niet-Westerse culturen anders over gedacht: ‘Door het simpele feit dat mens en natuur een relatie met elkaar hebben, houdt het volgens hen niet op wild te zijn.’ Deze definitie wijst niet zozeer naar de oorsprong, maar hoe de natuur zich tot ons verhoudt. Onze twee definities van wild gaan wel vaak door elkaar heen lopen, meende Drenthen. ‘Er zijn soorten, zoals de Amerikaanse vogelkers, die in hun eigen gebied weinig problemen veroorzaakten, maar zijn gaan woekeren in een nieuw ecosysteem waar ze door ons zijn geplaatst.’
Over het hek heen
Na deze definities van het concept ‘wild’ uiteen gezet te hebben , behandelde Martin Drenthen de drie categorieën waarin het landschap wordt ingedeeld in Nederlandse discussies over natuuronderhoud: ‘functioneel, arcadisch, en wildernis.’ De eerste is typisch boerenland, in de tweede leven mens en natuur in harmonie samen, en de derde is de ongerepte natuur die zijn gang gaat. ‘In discussies wordt er vanuit gegaan dat dit om drie verschillende plekken gaat. In de praktijk is dit echter helemaal niet zo duidelijk.’ De berm is volgens Drenthen een typische plek waarbij dit onderscheid betwist kan worden. ‘Als je je dat realiseert, worden die drie perspectieven opeens drie manieren van kijken naar dat landschap.’
De arcadische visie past dan bij de klassieke natuurbescherming en de wildernis visie verhoudt zich tot de opkomende wildernisethiek. De een stelt dat je de natuur moet verzorgen, de ander dat je deze zijn gang moet laten gaan. Drenthen pleitte echter dat deze twee houdingen te verenigen zijn. Zelfs de houding van functionele natuur valt ermee te combineren, stelde hij. ‘Je kunt zorgen voor wat kwetsbaar is, terughoudend zijn bij wat zichzelf kan redden, maar ook dankbaarheid hebben voor de plekken waar we in staat worden gesteld door de natuur om in onze eigen behoeften te voorzien.’ Drenthen erkende dat dit een idealistisch beeld is, maar was van mening dat we al kunnen beginnen met de wildernis meer plaats te geven in onze levens. ‘Niet alleen achter het hek van een natuurgebied, maar ook in het landschap waar wij dagelijks figureren.’
Van exoot naar inheems
Na de lezing van Drenthen gaf Barbara Gravendeel haar visie op wilde planten. Ze probeerde aan te tonen dat ‘wild’ en ‘exoot’ geen statische begrippen zijn. Planten hebben, stelde Gravendeel, ‘in de evolutie al veel meer hoofdstukken geschreven dan de mens als soort.’ Ze trekken zich dan ook niets aan van onze concepten: ‘We moeten niet de illusie hebben dat we hen kunnen vertellen wat ze moeten doen.’ Aan de hand van twee door haar verrichtte onderzoeken lichtte Gravendeel dit verder toe.
Het eerste onderzoek had betrekking op Nederlandse hopplanten. Jarenlang werd in Nederland hop geteeld om bier te brouwen. ‘Het natuurlijke proces werd hier door de mens geblokkeerd.’ Maar aan het begin van de achttiende eeuw stierf de hopteelt in Nederland uit. Uit onderzoek naar onder andere pollen bleek dat de verschillende genotypen van hop zich, nadat de teelt stopte, gemengd hadden en verspreid waren door Nederland. ‘Het is een voorbeeld van een gecultiveerde plant die weer een wilde plant wordt als wij stoppen met de cultuur.’ Gravendeel toonde hier dus mee aan dat het concept wild rekbaar is. Vervolgens toonde ze aan dat hetzelfde geldt voor exoten, met het voorbeeld van de Amerikaanse vogelkers. Hoewel deze plant 200 jaar geleden Nederland binnenkwam als exoot, bleek uit onderzoek van Gravendeel en haar collega’s dat er tegenwoordig meer insecten op de Amerikaans vogelkers leven dan op de inheemse vogelkers. Een exoot kan dus, toonde Gravendeel aan, ‘deel uit gaan maken van een lokaal ecosysteem.’ ‘Exoot’ is, net als ‘wild’, geen statisch begrip.
Plantenblindheid en groene steden
Na de lezingen beantwoordden Barbara Gravendeel en Martin Drenthen enkele vragen van Veldman en van het publiek. Zo spraken ze over het concept ‘plantenblindheid’: planten lijken, onder andere in klimaatvraagstukken, vaak onderbelicht te blijven in vergelijking met dieren. Volgens Gravendeel kunnen we echter juist veel van planten leren. ‘Ze waren er al miljoenen jaren eerder dan wij. Stel dat wij onszelf als soort uitroeien, dan zullen zij er nog zijn.’ Drenthen erkende vervolgens dat hij zelf ook soms aan plantenblindheid lijdt: ‘Dat heeft er denk ik mee te maken dat de afstand groter is tot ons.’ We voelen volgens Drenthen sneller verantwoordelijkheid voor dat wat op ons lijkt. Hij is het met Gravendeel eens dat meer aandacht voor planten in klimaatvraagstukken positief zou zijn.
In antwoord op publieksvragen kwam de vraag naar voren hoe de mens samen kan leven met de natuur. Is hier wel ruimte voor? Zowel Drenthen als Gravendeel menen van wel. Gravendeel noemde steden als Singapore en Hong Kong als voorbeeld: ‘Ik heb daar hele mooie daktuinen en verticale tuinen gezien, waar je natuur bij de mensen kan brengen.’ Drenthen sloot zich hierbij aan. ‘Er is heel veel ruimte, maar de vraag is hoe we die in gaan richten.’
Door: Ellen Theuws
Video
Podcast
Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten? Schrijf je dan in voor de tweewekelijkse nieuwsbrief.
Aankondiging
In voortuinen maken geraniums en hortensia’s steeds vaker plaats voor ‘wilde’ bloemenmixen. Beter voor de vlinders en bijtjes, is het idee. Ondertussen sterven inheemse planten als roggelelie en zaagblad in Nederland een stille dood. Hebben we wel genoeg oog voor de plant? Is het tijd om ons actiever tot planten te gaan verhouden? Bioloog Barbara Gravendeel en filosoof Martin Drenthen vertellen hoe we goed kunnen samenwerken met de plant.
Wildernis
Volgens filosoof Martin Drenthen is het belangrijk om in het denken over de plant het ‘hek’ dat we tussen natuur en cultuur hebben geplaatst weg te halen. Het huidige ideaal van rewilding van de natuur en de plant lost de milieuproblematiek niet op. Om echt recht te doen aan planten moeten we gaan samenwerken met de natuur. Volgens Martin Drenthen moeten we de plant niet zien als wild of gecultiveerd. We moeten niet meer wildernis naast stad en platteland, maar de wilde natuur in de stad en op het platteland omarmen.
Evolutie
Als je kijkt naar de evolutie van planten zelf dan is er volgens evolutiebioloog Barbara Gravendeel ook geen duidelijke scheiding te zien tussen wild en gecultiveerd. Het is zeker niet zo dat wilde planten altijd goed zijn en gecultiveerde planten altijd slecht voor het ecosysteem. Gravendeel vertelt hoe planten heel goed in staat zijn om zich aan te passen en zo al honderden miljoenen jaren weten te overleven. De opkomst van exoten in de stad toont bijvoorbeeld het adaptieve vermogen van planten heel goed aan. Voor een betere verhouding tot planten hoeven we dan ook niet direct de Oostvaardersplassen in. Maar wat is er nodig voor een juiste omgang met planten in de stad en in de landbouw?
Na hun lezingen gaan Martin Drenthen en Barbara Gravendeel in gesprek over de vraag hoe wij als mensen naar planten kijken. We staan stil bij de rol van planten in ons 'wildernisverlangen', de verhouding van plant en mens, en de vraag of we de plant niet te gemakkelijk over het hoofd zien bij ons denken over natuur.
Over de sprekers
Barbara Gravendeel is bijzonder hoogleraar Plantenevolutie aan de Radboud Universiteit en werkt bij het Naturalis Biodiversity Center. Ze onderzoekt hoe moleculaire mechanismen de evolutie van planten beïnvloeden.
Martin Drenthen is milieufilosoof aan de Radboud Universiteit. In zijn onderzoek richt hij zich op de duurzame relatie tussen mens, dier en natuur en kijkt hij onder meer naar de betekenis van wildheid en nieuwe natuur in het cultuurlandschap.
Draag je Radboud Reflects een warm hart toe? Steun ons dan met een financiële bijdrage en doneer.
Wil je op de hoogte blijven van de activiteiten van Radboud Reflects? Schrijf je dan in voor de tweewekelijkse nieuwsbrief. Wil je verder denken over ethische vragen die spelen in jouw organisatie? Bekijk Radboud Reflects Professional – Ethische verdieping voor organisaties.