Opinie Lonneke van den Berg - Jongeren in de knel
Deze opinie verscheen ook in de Gelderlander van 19 februari 2022.
Het aantal jongeren met flexcontracten, mentale problemen en een onstabiele woonsituatie stijgt al jaren. Steeds meer jongeren keren om die reden (tijdelijk) terug naar het ouderlijk huis; de ouders fungeren als een vangnet als het leven niet volgens plan verloopt. Er moet meer aandacht komen voor de positie van jongeren zodat ze niet zo sterk afhankelijk zijn van de voorzieningen van hun ouders in tijden van nood.
Een aantal jaar terug vulde ik naar aanleiding van een publicatie van Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) over steeds latere mijlpalen onder twintigers een korte vragenlijst in om te kijken of ik een gemiddelde twintiger was. De uitslag dat ik een “flierefluiter” was, verbaasde me. Ik had het idee dat ik tot dusver altijd doelgericht gewerkt had en mijn leven redelijk op de rit had. Het bestempelen van twintigers zonder vast contract, vaste relatie en een koopwoning als flierefluiters legt de normen bloot die er bestaan over de leefsituatie van jongvolwassenen. Als er niet wordt voldaan aan dit beeld, wordt er niet gewezen naar de rol van de economie en welvaartstaat maar naar het persoonlijk falen van jongvolwassenen– als zij hun situatie willen veranderen, moeten ze misschien eens ophouden met flierefluiten?
De CBS-publicatie over twintigers verscheen in 2019. Sinds die tijd is de situatie van jongvolwassenen alleen nog maar onzekerder geworden, onder andere door de coronacrisis. Waar voorgaande generaties redelijk gebaande paden volgden richting volwassenheid, ervaren jongeren tegenwoordig flexibiliteit op alle vlakken van het leven. Aan de ene kant geeft deze flexibiliteit jongeren de kans te ontdekken hoe ze hun leven willen indelen. Aan de andere kant legt dit scala aan opties een grote druk bij jongvolwassenen om het optimale uit hun jongvolwassen jaren te halen terwijl ze de financiële zekerheid missen om dit te doen.
Deze onzekerheid begint zijn tol te eisen bij de jongeren. Een kwart van de 18- tot 25-jarigen was begin 2021 psychisch ongezond en een groot deel van de jongeren zit tegen een burn-out aan. Al voor de coronacrisis nam het percentage jongeren dat niet gelukkig is toe – van 9 procent in 1997 tot 14 procent in 2018.
Er wordt vaak verwacht dat de ouders inspringen als het niet goed gaat met hun jongvolwassen kinderen. Zo keren jongeren terug naar het ouderlijk huis als ze uit elkaar gaan met hun partner, hun baan verliezen, de huur niet meer kunnen betalen, mentale problemen hebben of door de coronacrisis sociale contacten missen. Het belang van steun van ouders in deze levensfase vergroot echter de ongelijkheid tussen jongvolwassenen. Er wordt weinig stilgestaan bij de situatie van jongeren die niet een beroep op hun ouders kunnen of willen doen. Deze jongeren pogen een stabiele leefsituatie te creëren, terwijl hun leeftijdsgenoten met hulp van hun ouders een huis kunnen kopen, in het buitenland wonen tijdens een tussenjaar, of een tweede studie volgen.
De recente protesten van leenstelsel-studenten voor een ruimere compensatie onderstrepen het belang van het verplaatsen van de verantwoordelijkheid van de jongeren naar de bredere samenleving en overheid. Het is taak voor ons om deze protesten niet af te doen als geklaag maar naar de jongeren te luisteren en te zorgen voor een vangnet voor alle jongeren.
Lonneke van den Berg is socioloog aan de Radboud Universiteit. Zij spreekt over dit thema tijdens ‘De verloren zoon – familieperikelen in de bijbel en nu | Radboud Reflects Lezing en gesprek met theoloog Albertina Oegema en socioloog Lonneke van den Berg’ op maandag 21 februari 2022. Bekijk de terugblik.