In asielprocedure speelt onzekerheid grote rol voor IND-medewerkers
Het Nederlandse immigratiebeleid staat regelmatig onder druk. Het is echter niet alleen het beleid, maar het zijn ook de individuele afwegingen van medewerkers van de Immigratiedienst die bepalen of een asielzoeker mag blijven. Complex beleid leidt tot onduidelijke instructies, wat leidt tot vrijheid voor IND-medewerkers in het maken van keuzes en afwegingen. Dat schrijft Ralph Severijns, die op 9 oktober promoveert aan de Radboud Universiteit.
Severijns keek naar de menselijke invloed op het besluitvormingsproces bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Daarvoor sprak hij met 36 medewerkers van de IND. Hij keek mee met medewerkers tijdens hun gesprek met asielzoekers, en sprak met hen over wat er allemaal bij het asielproces komt kijken.
Stap van beleid naar instructies leidt tot onduidelijkheid
Elke nieuwe asielzoeker volgt in theorie vrijwel hetzelfde traject binnen de IND. Hoormedewerkers van de IND voeren verschillende gesprekken met de asielzoekers, en volgen daarbij instructies gebaseerd op het door de overheid opgestelde beleid. Hoe die instructies worden toegepast, hangt in veel gevallen echter af van de persoonlijke interpretatie van IND-medewerkers, concludeerde Severijns.
‘Van bureaucraten kan niet worden verwacht dat ze werken als raderen in een machine, of als een soort algoritme dat op wiskundige wijze input omzet naar output. Het zijn individuen, die binnen de ruimte die zij ervaren proberen hun professionele en persoonlijke moraal in hun werk tot uitdrukking te brengen’, aldus Severijns. ‘Als de onzekerheid in de instructies groot is, is de ruimte voor IND-medewerkerkers om zelf te beslissen ook groot.'
Objectief meetbare criteria niet altijd beschikbaar
Veel onzekerheid van de IND-medewerkers ontstaat doordat de juistheid van de informatie niet op objectieve wijze vastgesteld kan worden. Mensen die aan vervolging zijn ontvlucht, hebben daar bijvoorbeeld meestal geen officiële bewijsstukken van. Bij veel andere zaken die bepalend kunnen zijn in een asielverzoek is het maar de vraag of deze überhaupt met zekerheid vastgesteld kunnen worden.
Een voorbeeld dat veelvuldig opdook is de onzekerheid in beleid rondom asielzoekers die claimen LHBT (lesbisch, homoseksueel, biseksueel of transgender) te zijn. 'Een asielzoeker kan niet "bewijzen" dat hij of zij LHBT is. Enkel de claim dat het zo is, is echter ook niet voldoende', merkt Severijns op. IND-medewerkers beschikken wel over instructies om gedurende een gesprek te beoordelen of een asielzoeker zich geloofwaardig kan verklaren over zijn of haar seksuele gerichtheid. De uiteindelijke afweging blijft echter voor een deel subjectief, zelfs met instructies.
Soortgelijke situaties doen zich ook voor rondom medische zaken. Medewerkers krijgen voor een gehoor inzage in mogelijk relevante medische gegevens, zoals cognitieve of psychische beperkingen waarmee rekening gehouden moet worden. Een medewerker kan besluiten zijn vraagstellingen over mogelijk traumatische ervaringen te verzachten om een asielzoeker met angstklachten tegemoet te komen, terwijl een ander juist op strenge wijze doorvraagt met het idee om de waarheid boven tafel te krijgen. De kansen van een asielzoeker kunnen dus wezenlijk verschillen, afhankelijk van de IND-medewerkers die deze spreekt.
‘Deel twijfels en onzekerheid onderling’
‘Deze onduidelijkheid wordt niet opgelost door meer beleid op te stellen’, aldus Severijns. Nieuw beleid resulteert in nieuwe instructies voor de medewerkers, die meestal zeker op korte termijn weer voor nieuwe onduidelijkheid zorgen. ‘Sommige medewerkers vinden het dan lastig om zelf een beslissing te nemen, en zoeken goedkeuring van een senior collega’, stelt Severijns.
Severijns noemt als mogelijke oplossing het ruimte bieden voor meer interne discussies binnen de IND: ‘Wanneer medewerkers met elkaar praten over de onzekerheid die ze tegenkomen in hun werk is er meer onderlinge transparantie. Dat zou kunnen leiden tot een afname van onzekerheid.’
Ralph Severijns promoveert op 9 oktober om 14:30 in de Aula van de Radboud Universiteit. Zijn proefschrift verschijnt in een handelseditie bij Wolters Kluwer.
Meer informatie? Neem contact op met:
• Ralph Severijns, r.severijns@jur.ru.nl
• Wetenschapscommunicatie Radboud Universiteit, media@ru.nl, 024 361 6000