Toelatingscriteria

Toelatingscriteria voor de vaste wetenschappelijke staf

Het onderzoek van de stafleden verbonden aan het OO&R dient van een goed tot excellent kwalitatief niveau te zijn. Het opnemen van een wetenschappelijke bijdrage van een onderzoeker in de wetenschappelijke output van het OO&R geldt als een kwaliteitskeurmerk. Het OO&R-bestuur heeft daarom een aantal criteria ontwikkeld aan de hand waarvan het de toelating beoordeelt van facultaire stafleden tot haar onderzoeksstaf. Dezelfde criteria gelden in het geval van open werving.

De criteria voor toelating hangen mede samen met de kernwaarden van het OO&R (pdf, 27 kB) en zijn gewaagde doel voor 2020 (pdf, 40 kB). Het uitgangspunt is dat het OO&R-bestuur de wetenschappelijke inbreng van de ‘vaste' staf beoordeelt aan de hand van de hierna volgende kwaliteitscriteria één jaar na de indiensttreding bij de faculteit en vervolgens aan het einde van iedere verslagperiode, bestaande uit een mid term review, de landelijke visitatie van het onderzoek of een hererkenningsaanvraag. Na twee negatieve beoordelingen neemt het OO&R-bestuur het onderzoek van een staflid niet meer op in zijn onderzoeksoutput. Het doet daarvan voor stafleden van de faculteit mededeling aan het faculteitsbestuur. Hetzelfde geldt in beginsel voor fellows, onderzoekers van buiten de Nijmeegse juridische faculteit.

Algemeen

De binnen Nederland en zelfs binnen Europa unieke focus van het OO&R-onderzoek is het ondernemingsgerichte privaatrecht. De focus van de medewerker op onderzoek naar het recht dat relevant is voor ondernemingen is het eerste, algemene selectiecriterium. Daarnaast geldt als het tweede, algemene selectiecriterium dat iedere in het OO&R participerende voltijds aangestelde medewerker beschikt over voldoende structurele onderzoekstijd. De inbreng van de onderzoekstijd bedraagt tenminste 0,2 fte. De standaard is 0,35 fte. Voor een onderzoekshoogleraar geldt de inbreng van 0,7 fte onderzoekstijd.

Hoogleraar

De hoogleraar is een vaandeldrager op één of meer van de onderzoeksgebieden van het OO&R. Hij of zij doet baanbrekend onderzoek, is een autoriteit op het eigen onderzoeksgebied, staat bekend als een goed begeleider van promovendi en is in staat om onderzoeksgelden te werven. Daarnaast is hij of zij in staat om nieuw onderzoek te initiëren (in afstemming met collega's en programmaleiding) en een bijdrage te leveren op methodologisch en inhoudelijk (nationaal en internationaal) niveau aan de uitbouw van OO&R-onderzoek en één van de OO&R-onderzoeksprogramma's.

Onderzoek (standaard 0,35 fte)

  • drie wetenschappelijke publicaties per jaar (bij 0,3 fte onderzoeksaanstelling);
  • ten minste twee van de drie artikelen verschijnen in een zogenaamd A-tijdschrift (zoals Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, Ondernemingsrecht, WPNR, Tijdschrift voor Insolventierecht);
  • ten minste een keer per twee jaar een internationale bijdrage;
  • ten minste een keer per twee jaar een voordracht op een belangrijk (nationaal of internationaal) congres;
  • ten minste een keer per twee jaar een uitgewerkt idee voor een (OO&R-)boek, een internationale Working Group, een congres, e.d.;
  • streven naar redactielidmaatschappen van belangrijke tijdschriften en het opbouwen van een (nationaal en internationaal) netwerk;
  • de programmaleiders bewaken de vitaliteit, duurzaamheid, internationalisering, kwaliteit en kwantiteit van de onderzoekprogramma's. Ieder onderzoeksprogramma bevat ten minste een internationale Working Group. Bij een mid term review of hererkenning ‘scoort' het onderzoeksprogramma op alle onderdelen een 4 of hoger.
  • hoogleraren participeren in de duale master en onderzoeksmaster Onderneming & Recht.

Onderzoeksbegeleiding

  • de hoogleraar bewaakt de wetenschappelijke voortgang van de onder zijn of haar verantwoordelijkheid staande vaste medewerkers;
  • de hoogleraar begeleidt na een inwerkperiode ten minste drie promovendi;
  • de hoogleraar streeft naar afronding van het proefschrift binnen de aanstelling;
  • de hoogleraar verwerft een keer per twee jaar een (buiten)promovendus;
  • de hoogleraar zorgt voor een goed wetenschappelijk klimaat door wetenschappelijke bijeenkomsten te organiseren, medewerkers te stimuleren naar het buitenland te gaan, congressen te bezoeken, e.d.

Onderzoeksaanvragen

  • de hoogleraar dient een keer per twee jaar een onderzoeksvoorstel in bij een mogelijke subsidiegever.

De beoordeling van de wetenschappelijke kwaliteiten van de hoogleraren van wie de leeropdracht in het OO&R-hooglerarenplan staat opgenomen, gebeurt een keer per vijf jaar. De belangrijkste criteria zijn het aantal en de kwaliteit van de publicaties en de bijdrage aan het zichtbaarheid van het OO&R-onderzoek.

Vaste wetenschappelijke staf (UD, UHD) (standaard 0,35 fte)

Onderzoek (standaard 0,35 fte)

  • drie wetenschappelijke publicaties per jaar (0,3 fte onderzoeksaanstelling);
  • ten minste twee van de drie artikelen verschijnen in een zogenaamd A-tijdschrift (zoals Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht; Ondernemingsrecht, WPNR, Tijdschrift voor Insolventierecht)
  • ten minste een keer per twee jaar een internationale bijdrage;
  • ten minste een keer per twee jaar optreden als spreker bij een congres;
  • levert een bijdrage aan het wetenschappelijke klimaat voor promovendi.

Onderzoeksbegeleiding (UHD)

  • Iedere UHD begeleidt ten minste een promovendus

Fellows

Ervaren en in beginsel gepromoveerde onderzoekers die met enige regelmaat publiceren, maar hun hoofdaanstelling buiten de Radboud Universiteit hebben, kunnen als fellow worden verbonden aan het OO&R. De expertise en publicaties van een fellow moeten waarde toevoegen aan (één van) de onderzoeksprogramma’s van het OO&R. Een fellow draagt daarnaast bij aan het (inter)nationale netwerk van het OO&R. Een onderzoeker die reeds aan een ander onderzoeksinstituut is verbonden, komt niet in aanmerking voor een positie als fellow. Van een fellow wordt verwacht dat deze per jaar in beginsel één wetenschappelijke publicatie of substantiële vakpublicatie doet verschijnen. De fellow vermeldt in zijn of haar publicaties als onderzoeker (of als fellow) verbonden te zijn aan het OO&R. Het integriteitsbeleid van het OO&R is onverkort van toepassing op fellows. Fellows worden in beginsel benoemd voor een periode van twee jaren. Aan het eind van de termijn beoordeelt het OO&R-bestuur, mede aan de hand van de verschenen publicaties, of een verlenging van het fellowship wenselijk is, waarna het faculteitsbestuur op verzoek van het OO&R-bestuur de aanstelling kan verlengen met een nieuwe termijn.

Multidiscliplinair onderzoek

Het OO&R-bestuur bewaakt dat er tevens voldoende know how aanwezig is om juridisch onderzoek vanuit andere disciplines (zoals de economie, de geschiedenis, de mensenrechten of de ethiek) te kunnen belichten. Het zoekt daarvoor samenwerking binnen de eigen faculteit, met andere faculteiten en wetenschappelijke instellingen. Een aanstelling van een niet-jurist binnen de juridische faculteit ligt minder voor de hand door de wisselwerking van onderwijs en onderzoek.