De Universitaire Studentenraad hanteert een reglement van orde.
Reglement van orde van de Universitaire Studentenraad
Artikel 1. Voorzitterschap
1.1 De Studentenraad kiest uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter, waarbij bij voorkeur de functies verdeeld worden over beide geledingen uit de Studentenraad.
1.2 De Studentenraad stelt jaarlijks tijdens de juni-vergadering een tijdelijke commissie uit zijn midden in, ter voorbereiding van de verkiezing van een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.
1.3 De voorzitter, of bij diens verhindering de plaatsvervangend voorzitter, vertegenwoordigt de Studentenraad.
Artikel 2. Vergaderingen
2.1 De Studentenraad komt in vergadering bijeen in de navolgende gevallen:
a. volgens een door de Studentenraad, telkens voor de periode van een jaar, vastgesteld vergaderrooster;
b. op verzoek van de voorzitter;
c. op verzoek van de agendacommissie;
d. op gemotiveerd verzoek van tenminste vier leden.
2.2 In de onder b, c. en d van lid 1 bedoelde gevallen bepaalt de voorzitter tijd en plaats van de vergadering. Een vergadering op verzoek van leden van de Studentenraad wordt gehouden binnen 15 dagen nadat hun verzoek daartoe bij de voorzitter is gekomen.
2.3 De bijeenroeping geschiedt door de ambtelijk secretaris door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de leden. De bijeenroeping geschiedt tenminste zeven dagen voor de te houden vergadering, behoudens in spoedeisende gevallen.
2.4 Een vergadering kan slechts plaatsvinden indien de meerderheid van de leden van de Studentenraad doch tenminste zes, met gelijke verdeling tussen de benoemde en gekozen geleding, aanwezig is. Het aantal leden wordt in dit geval gelijk gesteld aan het aantal bezette zetels.
2.5 Bij ontstentenis van de voorzitter en diens plaatsvervanger kiest de Studentenraad uit de aanwezige leden een voorzitter voor de vergadering.
2.6 De vergaderingen van de Studentenraad zijn openbaar, tenzij de Studentenraad besluit dat (een onderdeel van) de vergadering besloten is of stukken een vertrouwelijk karakter hebben. In dat geval wordt meegedeeld welke gegevens onder de geheimhouding vallen en hoe lang deze geheimhouding duurt. De verslaglegging hiervan geschiedt separaat van de verslaglegging van het openbare gedeelte en wordt slechts toegezonden aan de leden van de Studentenraad.
Artikel 3. Agenda
3.1 De ambtelijk secretaris stelt in overleg met de voorzitter voor iedere vergadering een agenda op. Ieder lid van de Studentenraad kan bij de ambtelijk secretaris een voorstel indienen voor plaatsing van een onderwerp op de agenda. Een lid van de Studentenraad kan aan het begin van een vergadering voorstellen doen ten aanzien van de agendering van onderwerpen van spoedeisende aard.
3.2 Het agendaoverleg met het College van bestuur wordt gevoerd door voorzitter en plaatsvervangend voorzitter.
Artikel 4. Stemming
4.1 Indien bij een besluit met betrekking tot de benoeming van een persoon geen van de kandidaten bij eerste stemming de gewone meerderheid behaalt, vindt herstemming plaats tussen de twee kandidaten die bij de eerste stemming de meeste stemmen kregen. Bij deze herstemming is degene gekozen, die alsdan de meeste stemmen op zich heeft verenigd. Indien de stemmen staken, beslist het lot.
4.2 Indien een stemming betrekking heeft op de voordracht van een koepel als lid van de Studentenraad, dient 2/3 van de aanwezige leden met een minimum van 9 daarmee in te stemmen.
4.3 Voor het overige is hetgeen bepaald in artikel 3.4.3, lid 1, 2, 4 en 5 van het Reglement Universitaire Studentenraad en Facultaire Studentenraden hierop van toepassing.
Artikel 5. Verslaglegging
De ambtelijk secretaris maakt van iedere vergadering een verslag stuurt deze aan de leden van de Studentenraad voor de eerstvolgende vergadering. In die vergadering wordt het verslag vastgesteld.
Artikel 6. Presidium
6.1 De Studentenraad stelt een Presidium in.
6.2 Het Presidium heeft tot taak het verlenen van advies en bijstand aan de voorzitter en is tevens commissie algemene zaken en commissie verzoekschriften.
6.3 De Studentenraad kan bevoegdheden overdragen aan het Presidium. Het besluit behoeft de volstrekte meerderheid van de in de Studentenraad zittende leden.
6.4 Het Presidium kent vijf leden, van wie bij voorkeur twee leden uit de benoemde geleding en drie leden uit de gekozen geleding. Hierbij hebben in ieder geval de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter in het Presidium zitting. Het Presidium wordt benoemd op voorstel van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter.
6.5 Het Presidium vergadert onder voorzitterschap van de plaatsvervangend voorzitter van de Studentenraad.
Artikel 7. Overige Commissies
7.1 De Studentenraad stelt raadscommissies in, te weten een commissie onderwijs en onderzoek en een commissie studentenvoorzieningen. De commissies bestaan uit tenminste vijf leden.
7.2 De Studentenraad kan tevens tijdelijke commissies instellen tot het uitbrengen van advies omtrent bepaalde onderwerpen.
7.3 In iedere commissie heeft de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter zitting.
7.4 De Studentenraad benoemt de leden van de commissies op voorstel van de voorzitter, na overleg met het Presidium. De benoeming geschiedt voor een termijn welke gelijk is aan de zittingsperiode voor de raad.
7.5 De Studentenraad voorziet zo spoedig mogelijk in vacatures; de voorzitter doet daartoe voorstellen in overleg met het Presidium.
7.6 De commissies regelen zelf hun werkzaamheden. Zij beslissen over de openbaarheid van hun vergaderingen en van de stukken door of aan hen voorgelegd, voor zover de Raad niet anders beslist. Tenzij de commissie anders beslist zijn haar vergaderingen toegankelijk voor leden van de Studentenraad als toehoorder.
Artikel 8. Koepels
De Studentenraad draagt een nieuwe koepel voor als lid van de Studentenraad, indien 2/3 van de aanwezige leden met een minimum van negen daarmee instemt.
Artikel 9. Slot- en overgangsbepalingen
9.1 Wijzigingen in dit reglement worden door de Studentenraad voorgesteld, maar kunnen alleen doorgevoerd worden, indien 2/3 van de aanwezige leden met een minimum van negen daarmee instemt.
9.2 In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de Studentenraad.