Spanning of druk, omdat je het gevoel hebt dat je niet de zorg kunt bieden die je zou willen. Of niet weten wat het juiste is en je gedwongen voelen te kiezen tussen twee kwaden. Kwesties waar fictieve personages in dramaseries mee worstelen, maar voor zorgprofessionals een dagelijkse realiteit. ‘Het interessante aan de door mij onderzochte dramaseries is dat ze geen eenduidig moreel kader bieden. Ze ontregelen je morele kompas en dagen je uit om je opnieuw tot je eigen opvattingen te verhouden’, legt Van Ommen uit. Haar promotieonderzoek richtte zich op de vraag: hoe komen mensen tot een moreel oordeel als het verhaal ze dat niet eenduidig aandraagt? ‘Dat zijn complexe situaties waar ook zorgprofessionals mee te maken hebben. Het voordeel van dramaseries ten opzichte van films is dat ze een langere tijdsduur hebben, waardoor dilemma’s oneindig en vanuit heel veel karakters en situaties uitgediept worden. Dat sluit directer aan op de weerbarstige werkelijkheid.’
Verschil in ervaring
Van Ommen bekeek voor haar promotieonderzoek samen met artsen, psychologen en wetshandhavers verschillende dramaseries, zoals de medische serie House M.D. en de psychologische thrillerserie Dexter. Wat opviel? Dat zorgprofessionals aan het begin van hun loopbaan anders oordelen dan ervaren vakgenoten. ‘Zo waren psychologiestudenten bij het kijken naar Dexter vooral gericht op de diagnostiek’, blikt Van Ommen terug. ‘Hun oordeel was relatief zwartwit, zo van: Dexter heeft deze kenmerken, dus hij is een psychopaat. Terwijl psychologen met meer praktijkervaring bij het kijken naar deze serie ook onderscheid maken tussen wat zij vinden als mens en als professional. Dat leidde ertoe dat zij vaker hun oordeel uitstelden. Of zelfs geen oordeel velden, omdat ze aangaven nog over te weinig informatie te beschikken.’
Daarnaast zag Van Ommen meer verschillen. ‘Geneeskunde- en psychologiestudenten gaven na het kijken naar dramaseries aan dat ze bij morele dilemma’s veel vertrouwen hebben in bestaande richtlijnen en protocollen, terwijl ervaren professionals erkenden dat deze niet altijd afdoende zijn. Dat zorgt ervoor dat zij, net als fictieve personages, vaak ter plekke moeten bedenken wat ‘het goede’ is om te doen. Verder was er een verschil zichtbaar bij het kijken naar House M.D, dat draait om vragen of een arts nu een geneesheer of coach is en of diagnose nu een doel of een middel zou moeten zijn. Dokter House is meer geïnteresseerd in het stellen van de diagnose dan in het genezen van mensen. Jonge geneeskundigen ervaren zijn gedrag als fictie, terwijl ervaren artsen erkennen dat het weliswaar op de spits gedreven is maar toch een kern van waarheid bevat. Naarmate je meer ervaring hebt, krijg je dus meer oog voor complexiteit en worden dit soort series in morele zin realistischer.’
Hulp bij morele keuzes
Uit Van Ommens onderzoek blijkt dat dramaseries zorgprofessionals kunnen helpen bij het bewuster maken van morele keuzes. ‘Ze werken als slijpsteen voor het morele kompas, omdat ze voortdurend gaan over complexe situaties die niet passen in bestaande richtlijnen en protocollen. Dramaseries zeggen iets over actuele morele breuklijnen in de samenleving, over vragen waar we nog geen eenduidige antwoorden op hebben. Het mooie aan kwaliteitsdrama is dat het werkt als een moreel laboratorium: kijkers kunnen op abstracte vragen, bijvoorbeeld over wat voor hen goede zorg is, antwoorden vinden door in fictieve situaties en vanuit verschillende rollen te experimenteren met morele standpunten. Ze krijgen geen richtlijnen, maar perspectieven aangereikt waardoor ze zelf moeten nadenken. De urgente keuzesituaties die daarin naar voren komen, kunnen net zo voelen als in het echte leven. Ze roepen emoties op, zoals verhoogde hartslag, hoop en vrees. Daardoor vormen verhalen een verrijking voor het ethiekonderwijs: waar filosofische teksten het hoofd aanspreken, benaderen dramaseries ook het gevoel.’
Van Ommen ontwikkelde daarom samen met filosoof en geestelijk verzorger Rob van Grinsven-Peters de training ‘Omgaan met morele complexiteit voor zorgprofessionals’. Daarin bekijken zorgprofessionals gezamenlijk verschillende dramaseries, waaronder de veelgeprezen serie Adolescence. ‘In de training ervaren en ontrafelen deelnemers moreel complexe situaties’, legt Van Ommen uit. ‘Vervolgens gebruiken zij praktische handvatten uit de filosofie om systematisch tot morele besluitvorming te komen en daarbij eigen woorden te geven aan de basisprincipes van hun beroep. Tot slot verwerken ze hun inzichten tot een strategisch plan om hun morele ambitie duurzaam vorm te geven.’ Van Ommen benadrukt dat de dramaseries daarbij een meerwaarde hebben, als een soort leersimulatie voor zorgprofessionals. ‘We denken vaak dat morele keuzes rationeel zijn, maar vaak maken we ze onbewust, intuïtief en emotioneel. Door fictieve keuzesituaties te pauzeren en vervolgens samen te denken, voelen én doen, vergroot je moreel bewustzijn en ontwikkel je een sterk karakter. Dat is de kracht van dramaseries: ze zijn levensecht.’
Lees meer over de training ‘Omgaan met morele complexiteit voor zorgprofessionals’. Het Radboud Centrum Sociale Wetenschappen biedt daarnaast twee cursussen aan die inhoudelijk aansluiten op deze training. Het gaat om de cursus ‘Zelfzorg’ en ‘Hokjesdenken, stereotypering en vooroordelen’.