Onder de deelnemers aan de avond over Open Socrates was een aantal al vertrouwd met het denkwerk van de man die geldt als de ‘grondlegger van de westerse filosofie’. Zijn bijna 2.500 jaar geleden ontwikkelde methode – overgeleverd dankzij vooral de werken van Plato – is doorgedrongen tot velerlei ‘socratische’ gespreksgroepen - lees: door elkaar te ondervragen komen tot een dieper inzicht. Een van de deelnemers, die zulke groepen begeleidt in een overheidsorganisatie: ‘We ondervragen elkaar, waarmee we bij elkaar inspiratie opdoen en naar huis kunnen met nieuwe inzichten.’
Volgens Cees Leijenhorst, de huisfilosoof van de boekenclub van Reflects, krijgt deze werkwijze bij Socrates zelf de handen niet op elkaar: niet radicaal genoeg. Hij schetst de inzet van Socrates, en daarmee tevens de drijfveren van Callard om dit boek te schrijven: tot het uiterste gaan met je weerlegging om de overtuigingen van de ander op de proef te stellen, inclusief de bereidheid om ook je eigen overtuigingen op het spel te zetten. ‘Het is geen zelfonderzoek’, zegt Leijenhorst, ‘integendeel: je komt alleen verder in dialoog met de ander.’
De horzel
Socrates is overgeleverd in zijn zelfgekozen geuzennaam, de ‘horzel’, die te pas en te onpas mensen aansprak op hun overtuigingen. Een irritante betweter, die de rust kwam verstoren van mensen die lekker hun leventje willen leiden. Callard noemt dit het leven opgedeeld in kwartieren: wat zal ik nu eens gaan doen? Het ‘radicaal onderzoek’ dat Socrates wilde ontlokken gaat daar ver aan voorbij, met vragen als ‘waarom doe ik eigenlijk wat ik doen, wat zijn mijn overtuigingen die eraan ten grondslag liggen, waar komen die vandaan en wil ik die overtuigingen wel hebben?, en: ‘wie ben ik eigenlijk en wie wil ik zijn?’
‘Iedereen leeft volgens overtuigingen die niet kloppen en zelden goed zijn ondervraagd’, aldus vat Leijenhorst de inzet van Callard samen. Die doen we op in allerlei hoeken en gaten: van elkaar, in opvoeding en onderwijs, en in de emoties en verlangens waartoe je lijfelijkheid oproept. Die geven weliswaar houvast, maar zijn bij nadere beschouwing eigenlijk heel wankel. We geven antwoorden op vragen die feitelijk nooit expliciet aan de orde zijn gesteld, betoogt Callard, en die zijn bij diepgravende beschouwing veelal te ontmaskeren als niet coherente en slecht onderbouwde onzin.
Ongelegen vragen
Maar dan moet er wél iemand zijn om je daarop te wijzen, en daar komt Socrates om de hoek kijken, onvermoeibaar op pad om de zekerheden en overtuigingen, van de ander en van zichzelf, te ondergraven - allerminst een vrijblijvende denkoefening. Sterker: wie zich níet inlaat met deze lastige (in de woorden van Callard ‘ongelegen’) vragen, gaat voorbij aan het wezenlijke wat je tot mens maakt. ‘Het niet onderzochte leven is geen menselijk leven’, schetst Leijenhorst de radicale, intellectualistische inzet van Socrates.
Dit gaat een van de deelnemers veel te ver. Waarom mag ik pas menselijk heten na zo’n denkoefening? ‘Als ik mijn dagen wil doorkomen met gezellige kopjes koffie en het oppassen op mijn kleinkinderen, kan ik toch ook een goed leven leiden? Wat is daar verkeerd aan?’ Een ander wijst op het oefenen met mindfulness en andere meditatieve hersengymnastiek. ‘Dan moet je juist je focus leggen op het hier en nu, en je niet laten afleiden door wat achter je ligt, of door iets in de toekomst.’
Iedereen moet doen waar hij of zij zin in heeft, maar volgens Leijenhorst vinden deze tegenwerpingen bij Socrates geen genade. Het leven als aaneenrijging van koffiemomenten? ‘Daar kan iedereen voor kiezen, maar je leeft in deze zienswijze dan een dierlijk leven.’ En mindfulness zou Socrates afwijzen omdat het een oefening is in je eentje, legt hij uit: want wijsheid groeit alleen in dialoog.
Onwetendheid
Is dit socratisch denken wel voor ons allemaal weggelegd, aldus een vraag die op tafel komt, gezien de op het oog wel erg elitaire en intellectualistische benadering. Een van de deelnemers denkt van wel, wijzend op de ‘onwetendheid’ waarop Socrates zich beroept. ‘Iedereen kan vanuit die onwetendheid vragen stellen aan een ander.’ Leijenhorst beaamt, maar nuanceert ook: onwetend is Socrates allerminst. ‘De wijsheid zit in het besef te weten wat je nog niet weet.’
En ja, na een geslaagde oefening liggen je overtuigingen in gruzelementen en blijf je in verwarring achter. Is dat wel een gewenste uitkomst? ‘Er is altijd een open einde’, zegt Leijenhorst. Het leven zal lerend zijn, een blijvende oefening in weerleggingen, en je wordt wijzer omdat het besef groeit wat je nog niet weet. Leijenhorst maakt een balans op: ‘Je kunt afrekenen met je overtuigingen die niet waar, of niet dienstbaar voor je zijn, daarin zit vooruitgang.’
De volgende bijeenkomst van de boekenclub van Radboud Reflects is op dinsdag 2 december. Over het boek Planta Sapiens (2024) van de Spaanse plantonderzoeker en filosoof Paco Calvo. Uitgeverij Noordboek. Inschrijven via deze link