Video | Podcast | Artikel
Maandag 25 september 2023| LUX, Nijmegen | Bekijk de aankondiging.
Verslag - Apocalypsofie: Realisme tijdens klimaatverandering
Door Liza Görlach , foto’s Ramon Tjan
Groene groei, recycling of circulair leven. Het zijn volgens filosoof Lisa Doeland allemaal groene fantasieën die verbloemen dat leven gepaard gaat met verlies, verval en afval. Wie leeft, maakt vuile handen en laat een ecologische voetafdruk achter. Leer van filosoof Lisa Doeland die in gesprek gaat met filosoof Boris van Meurs en theoloog Mariecke van den Berg over doemdenken en hoop in tijden van onze ecologische crisis.
Maandag 25 september 2023| LUX, Nijmegen | Bekijk de aankondiging.
Door Liza Görlach , foto’s Ramon Tjan
Het leven gaat onvermijdelijk samen met verlies, met verval en afval. Wie leeft laat een ecologische voetafdruk achter. Toch dromen we liever van een wereld waarin alles zich laat opruimen en oplossen. Deze ‘groene fantasieën’ beïnvloeden de manier waarop wij tegenwoordig met de ecologische crisis omgaan. Maar we kunnen het feit dat we ooit zullen uitsterven niet meer uit de weg gaan. “De gedachten van de eindtijd komt vandaag op in het licht van de ecologische crisis,” zo trapte politiek filosoof en moderator Jeroen Linssen de avond af. Het boek van filosofe Lisa Doeland werkende aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam, Apocalypsofie: over gevaarlijke groene fantasieën, gaat over hoe we met deze ecologische crisis en dit uitsterven moeten omgaan. Tijdens de lezing nam ze het publiek mee in dit apocalyptisch denken. Vervolgens ging ze in gesprek met theoloog Mariecke van den Berg en filosoof Boris van Meurs die beiden werken aan de Radboud Universiteit.
In haar lezing verkondigde Doeland dat we tegenwoordig niet in een antropoceen tijdperk leven, maar in het afvalceen. Dit begrip ontleende zij aan de Italiaanse milieuhistoricus Marco Armiero. Het afvalceen wordt onder andere gekenmerkt door haar afvalmakende relaties en toont ons de gevolgen van hoe wij met afval omgaan. Enerzijds leven mensen met afval, soms zelfs letterlijk tussen het afval, en anderzijds wordt de relatie tussen afval en onze lichamelijkheid steeds kleiner, waardoor ons lichaam uit afval begint te ontstaan. Denk bij dat laatste aan de hoeveelheden microplastic we op een dag binnenkrijgen. Dit heeft te maken met het feit dat het afvalceen eerder een biologisch dan ecologisch tijdperk is. Doeland verklaarde dit als volgt: “We zijn ecologische wezens die zich nooit helemaal kunnen onttrekken aan de omgeving”. Door die nieuwe relaties met afval wordt het afvalceen gekenmerkt door het feit dat we nooit aan die relatie kunnen ontsnappen.
En toch proberen we allemaal aan dat afvalceen te ontsnappen. Dit fenomeen koppelde Doeland aan het begrip van de ontologische zwanenhals van de Amerikaanse filosoof Timothy Morton. Volgens Morton zijn we vergeten dat we allemaal een zwanenhals op de badkamer hebben. Wat er allemaal door die afvoerpijp verdwijnt zien we niet en daardoor bestaat het niet voor ons. Hetzelfde geldt voor afval. Het constant weggooien van afval zonder er enige aandacht aan te geven, is typerend voor onze tijd. Dat betekent echter niet dat die zwanenhalzen en dat afval niet bestaan. De manier waarop wij dingen zijn gaan wegwerken en het idee dat we dingen als het ware moeten wegmoffelen is erg
belangrijk bij het ontwikkelen van een ecologisch bewustzijn met betrekking tot hoe we beter om kunnen gaan met de ecologische crisis.
Dat omgaan met die ecologische crisis doen we vanuit drie perspectieven, vervolgde Doeland. Het eerste perspectief bestaat uit de tovenaars. Dit zijn de techno-optimisten. Zij willen vooruitgang en denken uit de crisis te raken door groene energietransitie en technologische ontwikkelingen. Daar tegenover staat de profeet. Zij zijn eerder pessimistisch en waarschuwen voor de techno-optimisten. Volgens hen zijn er namelijk grenzen aan de technische groei. Wat deze perspectieven missen is de aandacht voor het verschil. Beide perspectieven gaan uit van een soort managementdenken, waarbij het collectief moet handelen. De tovenaar wil dat iedereen zich inzet voor vooruitgang en de profeet wil juist dat we collectief verlangzamen. Hierdoor is er geen ruimte meer voor het verschil tussen mensen, situaties en leefomgevingen.
Aansluitend introduceerde Doeland een nieuw perspectief, namelijk: de voddenraper. De voddenraper doet het met wat er is. De voddenraper leeft van de restjes van het consumptiekapitalisme en ziet dat wat wij als afval bestempelen juist als datgene wat mensen, dieren en ecosystemen op dit moment nodig hebben. Als we vandaag de dag een weg willen vinden ten tijde van de ecologische catastrofe moeten we onszelf opstellen als de voddenraper.
Tijdens het gesprek met Van den Berg en Van Meurs werd duidelijk dat zij zich aansloten bij het nieuwe perspectief dat Doeland introduceerde. Van den Berg concludeerde dat het idee van de voddenraper nodig is om uit die impasse tussen de tovenaar en de profeet te raken. Ook Van Meurs stelde dat deze drie perspectieven te vinden zijn binnen onze maatschappij, in het bijzonder in romans. Auteurs van dergelijke romans hopen dat het de lezers betekenis geeft ten tijde van de klimaatcrisis. Dat levert ook hoop op, “Er zijn wel nog menswaardige levens denkbaar,” zo stelt Van Meurs.
Linssen vroeg vervolgens aan Doeland wat zij in haar boek bedoelde met het idee dat we moeten leren uitsterven. Volgens Doeland moeten we leren om ons te verhouden tot onze eigenlijke sterfelijkheid. Het erkennen van die eindigheid is daarbij van belang, maar we willen daaraan ontsnappen en dat ontsnappen doen we door te geloven in groene fantasieën.
Dit is waar de voddenraper aan te pas komt. De voddenraper verzint geen verhalen waardoor hij zou kunnen vasthouden aan dergelijke groene fantasieën. De voddenraper daarentegen is realistisch en probeert zich een weg te banen door de ecologische crisis. Om dat te doen moeten we een bewustzijn creëren voor de ontologische zwanenhalzen, waarbij we ons vrijmaken van de gevaarlijke groene fantasieën en weer in de zwanenhalzen gaan geloven. We moeten ons bewust worden van ons handelen en onze invloed op collectief niveau en dat doen we volgens Doeland alleen als we weer in de zwanenhals geloven.
Groene groei, recycling of circulair leven. Het zijn volgens filosoof Lisa Doeland allemaal groene fantasieën die verbloemen dat leven gepaard gaat met verlies, verval en afval. Wie leeft maakt vuile handen en laat een ecologische voetafdruk achter. Luister naar filosoof Lisa Doeland, die in gesprek gaat met filosoof Boris van Meurs en theoloog Mariecke van den Berg over doemdenken en hoop in tijden van onze ecologische crisis.
Dromen van een wereld waarin alles zich laat opruimen en oplossen heeft geen zin stelt Lisa Doeland. We moeten de rotzooi die wij achterlaten onder ogen zien en ermee zien te leren leven. In deze tijden van ecologische crisis moeten we bovendien niet alleen nadenken over hoe we zo goed mogelijk kunnen leven en sterven, maar ook over hoe we zo goed mogelijk kunnen uitsterven.
We blijven dromen over het behouden van onze luxe levensstijl en het daarbinnen oplossen van de milieuproblemen. Maar deze fantasie sust ons in slaap en ontneemt ons de blik op de pijnlijke waarheid. Er moet iets veranderen. Lisa Doeland gaat na haar lezing in gesprek met filosoof Boris van Meurs en theoloog Mariecke van den Berg over hoe wij de ecologische crisis echt kunnen denken. Boris van Meurs vertrekt vanuit het idee dat de mens altijd een geologische kracht is geweest en vraagt zich af of dit niet juist evenwicht kan bieden aan het doemdenken. Mariecke van den Berg denkt mee over hoe er nieuwe denkruimte gemaakt kan worden, waarin ook hoop een rol kan spelen.
Lisa Doeland is filosoof. Ze werkt aan de Radboud Universiteit en de UvA en doet promotieonderzoek naar afval. Samen met Naomi Jacobs en Elize de Mul schreef ze Onszelf voorbij: Kijken naar wat we liever niet zien. Haar essays verschenen onder meer in De Groene Amsterdammer, Wijsgerig Perspectief en de Nederlandse Boekengids. Apocalypsofie is haar nieuwste boek. Mariecke van den Berg is theoloog aan de Radboud Universiteit en de VU. In haar onderzoek kijkt ze hoe binnen het christendom over gender en seksualiteit wordt gesproken. Ze vertrekt daarbij vanuit een feministisch en queer perspectief, waarbij ze probeert (denk)ruimte te creëren om anders naar iets te kijken.
Boris van Meurs is filosoof aan de Radboud Universiteit. Hij doet onderzoek naar de invloed van de mens op de aarde. Door dit op geologische tijdschaal te bekijken, komen de effecten van ons handelen in ander perspectief te staan. Hij wil weten hoe filosofie kan helpen om de mens te begrijpen als een belangrijke geologische kracht.
Blijf op de hoogte:
Schrijf je in voor de nieuwsbrief