Aankondiging
Bestaat toeval eigenlijk wel of is het eerder een uitdrukking van onze onwetendheid van de wetten van de natuur, of van de goddelijke voorzienigheid? Leer van Radboudwetenschappers wat door de eeuwen heen de ideeën van filosofen, natuurkundigen en wiskundigen zijn geweest over toeval en denk er verder over na.
Veranderende betekenissen
Feitelijk kun je pas begrijpen wat toeval is, wanneer je begrijpt wat het niet is. Door de geschiedenis heen hebben denkers toeval gedefinieerd als tegenpool van verschillende begrippen: noodzaak, voorspelbaarheid, regelmaat, intentie, doelmatigheid of voorzienigheid. In deze cursus passeren al deze betekenissen en modellen van de werkelijkheid de revue: van de Griekse filosoof Aristoteles tot de kwantummechanica.
Natuurwetenschappen
Want inderdaad: niet alleen in de filosofie, maar ook in de natuurwetenschappen is veel over toeval nagedacht. Een tijd lang probeerde men het begrip toeval uit te bannen, omdat het niet paste in een deterministisch wereldbeeld, in een wereldbeeld waarin alles voorbestemd is. In de achttiende eeuw dacht de Franse wiskundige Laplace dat wanneer je alle natuurwetten en de toestand van alle materiedeeltjes zou kennen, je elke toekomstige gebeurtenis zou kunnen voorspellen. Maar met Darwins evolutietheorie in de negentiende eeuw en de kwantummechanica in de twintigste eeuw deed het toeval zijn herintrede in de natuurwetenschappen.
Programma
- Het ontstaan van het begrip toeval: Wat bedoelen we met het woord ‘toeval’? Hoe dacht de filosoof Aristoteles (vierde eeuw voor Chr.) over toeval? En welk debat speelde er onder de oude Grieken over wat het woord betekent?
- Noodzaak, toeval en voorzienigheid: Stel er zijn geen goden: wordt de natuur dan door noodzaak of toeval geregeerd? Stel er zijn goden: hoe verhoudt zich hun voorzienigheid tot de alledaagse realiteit met haar schijnbaar contingente gebeurtenissen? Wat hebben Epicurus, de Stoa, Boëthius, Gassendi hierover te zeggen?
- Determinisme of contingentie? Als God almachtig is, is er dan nog ruimte voor contingentie? Is wat wij als ‘toevallig’ beschouwen, dan slechts een teken van onwetendheid? En moet God zijn eigen wetten volgen? Hobbes, Spinoza en de briefwisseling tussen Leibniz en Clarke werpen een licht op deze vragen.
- Toeval of intelligent ontwerp? De lichamen van mensen en dieren lijken heel doelgericht te werken. Zijn ze dan niet een bewijs voor het bestaan van een intelligente schepper? Maar wat gebeurt er als we dezelfde lichamen vanuit een evolutionair perspectief verklaren? En als we veronderstellen dat er zelfs toeval in het spel zou kunnen zijn bij het ontstaan van variaties? Hume, Paley, Darwin en de moderne genetica houden zich bezig met deze vragen.
- Kansen: ‘Toeval’ en ‘kans’ zijn aanpalende woorden. In het Engels zijn ze zelsf identiek: ‘chance’. Maar als we toevalligheden via een kansrekening in beeld proberen te krijgen, lijkt er dan niet plots uit willekeur orde te ontstaan? Is het mogelijk dat de wereld op microniveau chaotisch is, maar op een hoger niveau geordend? Laplace, Poincaré, determinisme en probabilisme (de leer van de waarschijnlijkheid) benaderen toeval in deze wiskundige context.
- Een open einde: Natuurkundigen gaven eeuwenlang de voorkeur aan een deterministisch wereldbeeld. Maar in de twintigste eeuw ontstonden grote barsten in dit wereldbeeld: het radioactieve verval van een atoom lijkt onvoorspelbaar, en algemener lijkt de kwantummechanica determinisme uit te sluiten. Is het toeval teruggekeerd in de fysica, of zijn toch andere interpretaties mogelijk? Bohr, Schrödinger en Heisenberg tonen een twintigste-eeuwse benadering van de rol van toeval in de natuurkunde. En nu, in de eenentwintigste-eeuw, heeft deze cursus over toeval een ‘open einde’.
Docenten
Dr. Frederik Bakker is universitair docent Geschiedenis van de filosofie aan de Radboud Universiteit. Hij doet onderzoek op het gebied van de antieke wijsbegeerte, in het bijzonder de Epicureïsche fysica en kenleer en de receptie daarvan in de moderne tijd.
Prof. dr. Christoph Lüthy is hoogleraar Geschiedenis van de filosofie en wetenschap aan de Radboud Universiteit. Hij is geïnteresseerd in het ontstaan van de moderne wetenschappen sinds de Renaissance, in de ontwikkeling van materie- en tijdtheorieën, de verbeelding van wetenschappelijke kennis, en het mind-body probleem in het kader van Darwins evolutietheorie.
Prof. dr. Carla Rita Palmerino is hoogleraar Geschiedenis van de filosofie aan de Radboud Universiteit. Haar onderzoek richt zich op de vroegmoderne wetenschap en filosofie, en met name op de metafysische en epistemologische grondslagen van de natuurfilosofie.
Dr. Marij van Strien is universitair docent Geschiedenis van de filosofie aan de Radboud Universiteit. Haar onderzoek richt zich op de geschiedenis en filosofie van de natuurwetenschappen, in het bijzonder de natuurkunde.