Geluk is duurzaam
Papies stelde via Wooclap de volgende vraag aan het publiek: “Wanneer ben jij gelukkig?” De antwoorden verschenen live op het scherm. De meeste deelnemers noemden woorden als verbinding, samen zijn, rust en natuur. Deze uitkomst, aldus Papies, is veelzeggend: de dingen die ons het meest geluk brengen, zijn vaak ook de meest duurzame. Ze vormen geen tegenstelling tot duurzaamheid, maar juist gedragingen die goed zijn voor zowel mens als planeet. Duurzaamheid hoeft dus niet ten koste te gaan van geluk; het kan juist een bron van welzijn zijn.
Volgens Papies is gedragsverandering alleen blijvend wanneer dit als belonend wordt ervaren. Ze onderscheidt daarbij drie soorten beloningen die duurzaam gedrag kunnen ondersteunen: hedonische (gericht op plezier), sociale (gericht op verbinding) en betekenisvolle beloningen (gericht op zingeving). Een keuze als minder vlees eten of vaker fietsen wordt pas aantrekkelijk wanneer mensen zich kunnen voorstellen dat het prettig, verbindend of zinvol is.
Leven voorbij groei
In haar lezing pleitte Papies voor een post-groei maatschappij, waarin minder productie, consumptie en reclame centraal staan. “We hebben niet méér nodig, maar beter verdeelde welvaart en meer tijd,” zei ze. Een samenleving die minder werkt en consumeert, zou volgens haar leiden tot minder stress, minder ongelijkheid, meer ruimte voor zorg en natuur, en uiteindelijk tot meer levensgeluk. Ze noemde dit een “mogelijke keuze, geen utopie” – maar het vergt een verschuiving in wat we onder vooruitgang verstaan.
Duurzaam denken door een culturele lens
Luca Consoli gaf in het gesprek een reflectie op de morele en culturele implicaties van de discussie. Volgens hem is het problematisch dat we vaak spreken over “de mensen” of “de consumenten”. “Ik weet eigenlijk niet wie dat ‘we’ is,” zei hij. “Wie bedoelen we precies als we zeggen dat ‘wij’ duurzamer moeten leven? Niet iedereen heeft dezelfde mogelijkheden of dezelfde cultuur.”
Consoli wees erop dat duurzaamheidsdenken vaak westers en individualistisch is. In andere, meer collectivistische culturen staat genieten juist in het teken van samenzijn, familie en harmonie met de omgeving. Wat wij als ‘plezierig’ ervaren, is dus cultureel bepaald. Hij pleitte daarom voor meer culturele diversiteit in het denken over duurzaamheid.
Daarnaast bekritiseerde Consoli het idee dat de verantwoordelijkheid vooral bij de individuele consument ligt. “Systemen faciliteren vervuilende keuzes,” zei hij, “door middel van reclame, subsidies en economische prikkels. Zolang dat niet verandert, kunnen we het individu niet alle schuld geven.”
Plezier heruitvinden
In het slotgesprek kwamen beide sprekers tot een gezamenlijke conclusie: de spanning tussen plezier en duurzaamheid hoeft geen tegenstelling te zijn, maar kan juist een uitnodiging vormen om opnieuw te ontdekken wat genieten betekent.