Aankondiging
Maakt het uit of je ouders ook naar de universiteit zijn geweest? Universiteiten in heel Nederland besteden steeds meer aandacht aan de grote groep eerste-generatie studenten op hun campus. Het idee is: als jij de eerste in je familie bent die naar de universiteit gaat, kom je meer obstakels tegen dan andere studenten. Maar wat zijn die obstakels precies? Wat betekent het om een eerste-generatie student te zijn? En waarom krijgt dit onderwerp juist nu zoveel aandacht? Leer meer van onderwijsexperts Arnoud Oude Groote Beverborg en Petrie van der Zanden en stel ook je eigen vragen.
Op zoek naar verbinding
Uit sommige onderzoeken blijkt dat eerste-generatie studenten zich minder thuis voelen op de universiteit. Ze krijgen vaak minder steun van thuis, hebben te maken met sociale en financiële uitdagingen, en vallen vaker uit in hun studie. Een gebrek aan voorkennis en sociaal-cultureel kapitaal lijkt hieraan bij te dragen. Daarom organiseren steeds meer universiteiten activiteiten die speciaal gericht zijn op eerste-generatie studenten. <>
Is dit een noodzakelijke dienst die universiteiten al veel eerder hadden moeten aanbieden? Of is het juist een manier om studenten te kleineren van wie de ouders geen universitaire opleiding hebben gevolgd? Is de categorie ‘eerste-generatie student’ niet te breed? En maken de verschillen binnen deze groep studenten daadwerkelijk verschil?
Arnoud Oude Groote Beverborg hierover in gesprek, onder leiding van programmamaker Pam Tönissen.
Kom langs, neem je boterhammen mee en stel je eigen vragen!
De voertaal is Engels.
Over de spreker
Arnoud Oude Groote Beverborg is docent orthopedagogiek aan de Radboud Universiteit. Zijn onderzoek richt zich op diversiteit, gelijkheid en inclusie in het onderwijs. Hij is ook betrokken bij een project dat onderzoekt hoe de inclusie van eerste-generatie studenten aan de Radboud Universiteit verbeterd kan worden.
Petrie van der Zanden is docent orthopedagogiek aan de Radboud Universiteit. Haar onderzoek richt zich op de vraag hoe (overgangen tussen) onderwijs- en omgevingscontexten het welzijn en leren van leerlingen beïnvloeden, en hoe dit verschilt voor leerlingen met en zonder kwetsbare thuisomgeving.