Donderdag 6 april 2023| Collegezalencomplex, Radboud Universiteit Bekijk de aankondiging.
Verslag
Door Ellen Theuws
Hoeveel rekening moet je houden met de gevoelens van een ander? Gevoeligheid is een kenmerk van een gezonde samenleving, maar niet zonder weerbaarheid en veerkracht, stelt filosoof Svenja Flasspöhler. Want mag er altijd van je verwacht worden dat je aanvoelt hoe de ander benaderd wil worden? Leer van de Duitse filosoof Svenja Flasspöhler over de toenemende sensibilisering van de maatschappij.
Donderdag 6 april 2023| Collegezalencomplex, Radboud Universiteit Bekijk de aankondiging.
Door Ellen Theuws
We worden als maatschappij steeds gevoeliger voor hoe onze daden, woorden en ideeën anderen kunnen kwetsen. Tegelijkertijd willen we niet té gevoelig zijn. Hoe kunnen we deze ontwikkeling bespreken zonder te vervallen in verwijten? En zijn we de balans verloren tussen gevoeligheid en weerbaarheid? Over deze vragen sprak filosoof en journalist Svenja Flasspöhler in het Collegezalencomplex naar aanleiding van de Nederlandse vertaling van haar boek Sensibel. Het programma werd georganiseerd door Radboud Reflects in samenwerking met de Radboud Diversity Equity and Inclusion Office, het Duitsland Instituut Amsterdam en Uitgeverij Ten Have.
Flasspöhler begon haar lezing door te schetsen hoe de mens steeds gevoeliger is geworden. Dit deed ze aan de hand van een schets van het leven van de fictieve Johan en zijn vrouw Catherina, die leven in de 11e eeuw. ‘Geweld is een deel van hun leven. Johan zegt wat hij denkt zonder dat het hem uitmaakt of het iemand kwetst’, vertelde ze. Ze beschreef hoe Johan geen manieren heeft, vlees met blote handen eet, en hoe pijn van anderen genot voor hem kan zijn. Daartegenover schetste ze het leven van Jan en Tina, die deelnemen aan de hedendaagse maatschappij. ‘Jan is nooit geslagen en zou nooit zijn eigen kind slaan. Hij let op zijn taal als hij zijn kind een boek voorleest’, zo vertelde Flasspöhler. Jan spreekt op een gendersensitieve manier, eet vegetarisch, en keert zich tegen toxic masculinity.
Het voorbeeld van Johan komt van cultuurhistoricus Norbert Elias, vertelde Flasspöhler vervolgens. ‘Elias liet zien dat we onze behoeftes hebben leren reguleren en limiteren’, stelde ze. ‘Dit is volgens hem het proces van beschaving.’ Elias schreef in de jaren 1930 en waarschuwde ervoor dat er nog veel restricties op de mens lagen en het proces van beschaving nog niet voorbij was. ‘Volgens Elias is dit proces pas compleet als de mens harmonie vindt tussen de sociale verwachtingen en zijn persoonlijke behoeftes’, legde ze uit. Het voorbeeld van Jan stelde Flasspöhler er tegenover om de vraag te stellen: Is Jan de voltooiing van het proces van beschaving zoals Elias het beschrijft?
Volgens Flasspöhler is dit niet meteen het geval. ‘Hoewel het onmiskenbaar een teken van vooruitgang is dat mensen steeds gevoeliger worden, is er een keerzijde.’ Dat gevoeligheid een ambivalent concept is, is voor Flasspöhler essentieel om het heden te begrijpen. ‘Zo moeten we ook niet vergeten dat, hoewel we niet meer automatisch naar onze behoeften handelen, het niet zo is dat die verlangens er überhaupt niet meer zijn.’ Daarnaast worden we steeds meer geleid door onze emoties, namelijk door de vraag: wat kan ons of anderen kwetsen? ‘Het is belangrijk dat mensen hun kwetsbaarheid kunnen laten zien, maar hierdoor kan er ook een bepaalde vorm van bescherming verloren gaan.’ stelde ze. ‘Doordat subjectieve ervaringen steeds meer bepalen wat sociaal acceptabel is, wordt terughoudendheid de standaard. ‘We leggen onszelf steeds meer restricties op.’
Flasspöhler eindigde haar lezing met hoe zij denkt dat we om kunnen gaan met deze keerzijdes van toegenomen gevoeligheid. ‘We moeten het idee van weerbaarheid herontdekken’, stelde ze. ‘Weerbaar zijn, betekent niet jezelf afsluiten van de wereld om je heen. Het komt juist voort uit vervelende ervaringen die je gevoeliger maken.’ Om dit idee te illustreren gebruikte Flasspöhler een metafoor: ‘Een wolkenkrabber kan alleen een storm doorstaan als deze niet rigide is, maar in beperkte mate meebeweegt met de wind. Zo kan een toename van gevoeligheid alleen gebeuren wanneer de noodzaak van weerbaarheid erkend wordt.’
Na afloop van haar lezing ging Flasspöhler in gesprek met programmamaker Liesbeth Jansen. Hier sprak zij onder andere over wat haar ertoe bewoog om Sensibel te schrijven. ‘Ik had eerder een boek geschreven over de #MeToo-beweging, waarin ik een ambivalente houding aannam tegenover de beweging omdat het ook het risico draagt dat vrouwen zwakker gemaakt worden dan ze zijn’, vertelde ze. Naar aanleiding van dit boek werd ze ervan beticht weinig empathisch te zijn naar vrouwen toe, en ze werd politiek in een rechtse hoek geplaatst waar ze zich niet thuis voelde. ‘Toen ben ik gaan kijken: wat heb ik gemist? Ik wilde over gevoeligheid nadenken om een gat te dichten in mijn eigen ideeën.’ Dit is volgens haar ook een voorbeeld van weerbaarheid. ‘Sluit je niet af van kritiek, maar luister ernaar en reflecteer’, stelde ze.
Daarnaast sprak Flasspöhler over de paradox van Frans filosoof Alexis de Tocqueville: naarmate mensen gelijkwaardiger worden, worden ze gevoeliger voor resterende ongelijkheden. ‘Ik denk dat we daarom in ieder geval niet moeten klagen over het feit dat er zoveel discussie is over ongelijkheid’, beargumenteerde Flasspöhler. ‘Hoe meer onderwerpen als privileges en ongelijkheid bediscussieerd worden, des te verder is onze maatschappij gevorderd.’
In antwoord op een vraag uit het publiek sprak Flasspöhler nog over wat we kunnen doen tegen het probleem dat zij constateert, zonder terug te vallen op meer regels en strenge gedragsvormen. Flasspöhler: ‘Wat ik denk dat nodig is, is tact: een gevoeligheid voor de situatie. Mensen moeten leren aanvoelen wat de juiste manier is om te handelen in een bepaalde situatie, maar dat is iets individueels.’
Svenja Flasspöhler laat in haar nieuwste boek Sensibel zien dat we steeds meer inlevingsvermogen verlangen van elkaar. Algemene codes hoe met elkaar om te gaan lijken niet langer voldoende en vragen om herschrijving. Je wilt immers niemands gevoelens miskennen. Maar waar blijft onze weerbaarheid in een wereld waar gevoelens steeds meer de basis vormen van ons handelen?
Het is een groot goed dat we steeds meer oog hebben voor de verschillen tussen mensen en rekening houden met identiteiten die afwijken van de witte mannelijke norm. Oog voor genderidentificatie, culturele achtergrond en het aanvoelen van de gevoeligheid rond deze kwesties verrijkt de maatschappij. Maar in welke verhouding staan sensibiliteit en weerbaarheid tot elkaar? Waar komt onze overgevoeligheid vandaan?
Svenja Flasspöhler vertelt hoe sensibilisering van de maatschappij een wezenlijke factor van vooruitgang kan zijn, maar alleen als we ook weerbaar zijn en veerkracht hebben. Liesbeth Jansen gaat na afloop met haar in gesprek. Kom en stel ook zelf je vragen.
Svenja Flasspöhler is een Duitse filosoof, journalist en schrijver en oud-hoofdredacteur van Philosophie Magazin. Tegenwoordig is zij hoofdredacteur Literatuur, Kunst en Geesteswetenschappen van Deutschlandradio Kultur. Haar boek Vergeven werd genomineerd voor de prestigieuze Tractatus Preis. Lees ook: Trouw - Filosofe Svenja Flasspöhler: Weerbaarheid is niet de vijand, maar het zusje van de kwetsbaarheid
Wil je op de hoogte blijven van de activiteiten van Radboud Reflects? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief.
Wil je verder denken over ethische vragen die spelen in jouw organisatie? Bekijk Radboud Reflects Professional – Ethische verdieping voor organisaties.