Video | Podcast
Collegezalencomplex, Radboud Universiteit| Radboud Reflects en deBuren | Bekijk de aankondiging.
Wel of geen kinderen krijgen. Wie bepaalt dat? Afgezien van de vraag of het überhaupt lukt om zwanger te worden – lijkt het wel of het niet krijgen van kinderen een individuele keuze. Maar vooral als je buiten het klassieke plaatje valt, of als je bewust geen kinderen wilt en je je bijvoorbeeld al jong wil laten steriliseren, loop je tegen een muur van regelgeving aan. Vruchtbaarheid wordt steeds politieker, ook in andere Europese landen. Leer van filosoof Suzanne Roes, genderhistoricus Marloes Hülsken en ethicus Verna Jans en denk verder over machtsverhoudingen, vruchtbaarheid, ouderschap en geboortepolitiek.
Collegezalencomplex, Radboud Universiteit| Radboud Reflects en deBuren | Bekijk de aankondiging.
Door Noortje Schonck | Foto's door Ramon Tjan
Of het nu vanuit klimaatoverwegingen, ongelijkheid of simpelweg een ander levensplan is: steeds meer mensen willen geen kinderen. Echter, verzoeken tot sterilisatie worden vaak afgewezen. Wie kinderen mogen of moeten krijgen is een politieke kwestie. Dit legt filosoof Suzanne Roes uit in haar boek De Politiek van vruchtbaarheid (2023). Over dit thema sprak Roes met Radboudwetenschappers Verna Jans en Marloes Hülsken onder leiding van Tim Dedel. Dit gesprek werd mogelijk gemaakt door Radboud Reflects en deBuren. En natuurlijk door ons enthousiaste publiek, dat aandachtig luisterde en boeiende en soms ook persoonlijke vragen durfde te stellen.
Het programma werd afgetrapt met een lezing van Suzanne Roes. Tegenwoordig wordt anticonceptie breed gestimuleerd. Tegelijkertijd gaat het vaak om nog niet zwanger worden: een jonge vrouw slikt de pil, maar sterilisatie gaat een stap te ver. Want als je over een paar jaar een fijne partner hebt, een stabiel inkomen en misschien zelfs een koophuis, dan wil je wél kinderen. Toch?
Wanneer twintigers of dertigers hun arts vragen om sterilisatie, krijgen ze snel “nee” als antwoord. Mannen moeten hun partner maar vragen anticonceptie te gebruiken, om de optie om zwanger te worden open te houden. Vrouwen ontvangen een “nee” vanuit angst dat ze later spijt zullen krijgen. Mensen met een beperking of transpersonen, daarentegen, worden vaak of zijn lange tijd aangezet of zelfs gedwongen tot sterilisatie, onder het mom van “bescherming van de samenleving”.
Waarom is het belangrijk om over vruchtbaarheid te spreken als iets politieks? Roes legde uit dat wijdverbreide ideeën over keuzevrijheid en maakbaarheid ons naïef maken: we hebben minder oog voor externe invloeden. Wel of geen kinderen krijgen is altijd al – in golfbewegingen – politiek geweest. Sterilisatie maakt de machtsverhoudingen onder vruchtbaarheid zichtbaar. De arts heeft veel macht en wordt – net als de samenleving in bredere zin – geleid door allerlei vooroordelen. Roes: “Volgens mij is het belangrijkste vooroordeel dat vrouwen geboren zijn voor het moederschap. Hierop gebaseerde juridische kaders, zoals medische protocollen, zijn gebleven, ook al zijn onze ideeën hierover veranderd. Daarnaast is de man lange tijd meer gezien als spermadonor dan als potentiële vader. Dit heeft ertoe geleid dat mannen minder opties hebben gekregen tot anticonceptie dan vrouwen.”
Na deze presentatie en het aansluitende gesprek met Tim Dedel schoven ook ethica Verna Jans en genderhistorica Marloes Hülsken aan. Hülsken ziet dat de door Roes aangestipte thema’s al decennia spelen: de vrouwen die zij interviewde over huwelijk en moederschap in de periode 1950-1975 voelden ook druk vanuit de samenleving om kinderen te baren. Verna Jans merkte op dat niet alleen medemensen of maatschappelijke normen, maar ook de techniek een belangrijke rol speelt in vruchtbaarheids- en geboortepolitiek. De aard en inkadering van medische techniek maakt ons autonomer, maar tegelijkertijd afhankelijk, legde Jans uit. Zo vergroot de anticonceptiepil autonomie, maar haalt deze techniek ook de arts de slaapkamer in. En de opname van de NIPT-test in het basispakket vergroot niet alleen onze keuzevrijheid, maar ook sociale druk: wie geen NIPT-test wil, voelt vaak de noodzaak deze keuze expliciet te verantwoorden.
Marloes Hülsken benadrukte dat kinderloosheid en de ‘regels’ die daaraan gekoppeld zijn constante factoren in onze geschiedenis vormen. Zijn die regels - en de macht van de arts als poortwachter - niet paternalistisch? Suzanne Roes ziet paternalisme als het gaat om het “nee” zeggen tegen bijvoorbeeld sterilisatie. Is geneeskunde niet inherent paternalistisch in haar streven ons gezond te houden? Verna Jans: “Ik denk dat ik in de medische wereld een voorzichtige verschuiving zie. Het onderwijs focust op niets doen wat schadelijk is voor de patiënt. Daarnaast is er steeds meer ruimte voor shared decision making van arts en patiënt.”
Tim Dedel leidde het gesprek naar een andere kwestie die ook aan vruchtbaarheid raakt: in medisch onderzoek is de (witte) man de standaard proefpersoon. Verna Jans ziet dat er steeds meer aandacht is voor vrouwelijke proefpersonen. Maar artsen vinden testen op vrouwenlichamen vaak spannend: wat als het onderzoek schadelijk is voor het ongeboren kind?
Wie buiten de lijntjes van heteroseksuele cisgender personen kleurt, bijvoorbeeld iemand uit een regenbooggezin, valt niet alleen in medisch onderzoek buiten de boot. Er mogen bijvoorbeeld slechts twee ouders op een geboorteakte staan. Marloes Hülsken: “denk daarnaast aan het voorbeeld van donorzaad: vroeger werd donorzaad in veel klinieken gereserveerd voor heterostellen, niet voor twee vrouwen.” Wederom zien we: wel of geen kinderen krijgen - en, vervolgens, erkenning als ouder – is onderhevig aan machtsstructuren.
Vrouwen hebben tegenwoordig toegang tot verschillende anticonceptiemiddelen, waardoor ze verantwoordelijk gehouden worden voor geboorte(beperking). Inmiddels is er ook een ‘mannenpil’ uitgevonden. Waarom is die er nog niet? En als anticonceptie niet op vrouwen maar op mannen gericht was, hoe zou onze samenleving er dan uit zien? Suzanne Roes: “Het interessante is dat de eerste pil voor mannen was. Maar die had veel bijwerkingen. Dat bijwerkingen voor de mannen een dealbreaker waren, en dat daarna de focus is verlegd naar anticonceptie voor vrouwen, zegt, denk ik, veel over onze samenleving.”
Het gesprek werd afgesloten met verdere uitweidingen over “natuurlijke” anticonceptie, de medicalisering van geboortebeperking, nieuwe technieken die geboorte buiten een baarmoeder en daarmee nieuwe visies op ouderrollen mogelijk maken. Daarna was het tijd voor de vragen van het publiek.
Terugkomend op Suzanne Roes: waarom wilde zij De politiek van vruchtbaarheid schrijven? En welke les wil ze het publiek meegeven? Roes: “Ik wilde dit boek eigenlijk helemaal niet schrijven. Maar toen ik zelf besloot geen kinderen te willen, liep ik tegen een muur aan. En als filosoof ga je dan tegen die muur schoppen. Tegelijkertijd is dit boek minder zwaar dan dit gesprek. Ik denk dat dit een boek is dat je op de keukentafel wil hebben liggen, dat het een thema beslaat waar je met je naasten over wil praten. Ik denk dat je, als je dit boek leest, pas merkt hoe erg je zelf met deze vraagstukken verbonden bent.”
Wel of geen kinderen krijgen. Wie bepaalt dat? Afgezien van de vraag of het überhaupt lukt om zwanger te worden – lijkt het wel of het niet krijgen van kinderen een individuele keuze. Maar vooral als je buiten het klassieke plaatje valt, of als je bewust geen kinderen wilt en je je bijvoorbeeld al jong wil laten steriliseren, loop je tegen een muur van regelgeving aan. Vruchtbaarheid wordt steeds politieker, ook in andere Europese landen. Kom luisteren naar filosoof Suzanne Roes, genderhistoricus Marloes Hülsken en ethicus Verna Jans en denk verder over machtsverhoudingen, vruchtbaarheid, ouderschap en geboortepolitiek.
Anticonceptie en sterilisatie hebben van het ouderschap een persoonlijke keuze gemaakt. Technieken als deze hebben voor een enorme bevrijding gezorgd. De menselijke vruchtbaarheid werd beheersbaar en het krijgen van kinderen werd daarmee een keuze. Althans, zo lijkt dat op het eerste gezicht. Want wie zich verdiept in vraagstukken rondom de menselijke vruchtbaarheid merkt al snel dat de beslissing voor het wel of niet krijgen van kinderen niet wordt genomen in een vacuüm. Want er zijn veel verschillende verwachtingen vanuit de maatschappij en politiek die ons beïnvloeden bij het maken van de keuze.
Van geboortepolitiek tot en met discussies in Nederland en Europa over een laag geboortecijfer: de maatschappelijke discussie over vruchtbaarheid is heel actueel. Dit wordt des te duidelijker bij ouders die buiten het plaatje vallen van het cis-hetero koppel. Ze raken verstrikt in een ingewikkeld web van regels en beleid. Want, zo stelt Suzanne Roes, kinderen krijgen is geen apolitieke keuze. Hoe minder je kinderwensen overeenkomen met de dominante voorkeur, hoe groter de kans dat je in een politiek web van regelgeving verstrikt raakt.
Suzanne Roes trapt de avond af met een korte lezing. Daarna gaat zij in gesprek met genderhistoricus Marloes Hülsken en ethicus Verna Jans over de vraag: wie bepaalt wie er kinderen mag krijgen en wie juist niet?
Suzanne Roes is filosoof aan de Universiteit van Antwerpen. Ze houdt zich bezig met onderwerpen als reproductieve agency, arrogantie en muziekfilosofie. In 2023 nam ze deel aan het talentontwikkelingsproject Nieuw Geluid van deBuren. Recent werd haar nieuwe boek De politiek van vruchtbaarheid gepubliceerd door ISVW.
Marloes Hülsken is universitair docent Gendergeschiedenis aan de Radboud Universiteit. Ze houdt zich bezig met gendergeschiedenis, oral history en de verbinding tussen wetenschap en de onderwijspraktijk. Vraagstukken die gaan over diversiteit en inclusief (geschiedenis)onderwijs hebben daarbij haar specifieke interesse.
Verna Jans is universitair docent Ethiek en Filosofie van de Gezondheidszorg aan de Radboud Universiteit. Haar onderzoek richt zich op ethiek van voortplantingsgeneeskunde. Daarnaast gaat haar interesse uit naar vragen rondom het includeren van zwangeren en het ongeboren kind in medisch-wetenschappelijk onderzoek.
Blijf op de hoogte:
Schrijf je in voor de nieuwsbrief