Curaçao
Wat zijn de slaven- en emancipatieregisters van Curaçao (1839-1863)
Het slavenregister van Curaçao is een registratie door de koloniale overheid van Curaçao van mensen die in slavernij leefden tussen 1839 en de afschaffing van de slavernij in 1863. Dit register werd begin 1839 ingevoerd op Curaçao. Alle slaveneigenaren werden verplicht om van de mensen in hun eigendom de naam, geslacht, geboortejaar en naam van de moeder te laten registeren. Verder moesten alle wijzigingen worden geregistreerd: geboorte, overlijden, verkoop, vrijlating en de invoer en uitvoer van mensen in Curaçao. Door mensen te registreren en over te schrijven ontstond er een gesloten registratie van mensen: zolang iemand in leven en in slavernij was, was deze persoon te volgen in de slavenregisters.
In totaal bestaan de slavenregisters van Curaçao uit acht boeken, met daarin 1.070 folio’s (bladen). Dat is fors minder dan in Suriname, waar er nog 43 boeken van de slavenregisters bestaan, met daarin bijna 15.000 folio’s. In Suriname worden dit soort registers al bijgehouden sinds 1826 en heeft elke eigenaar zijn/haar eigen pagina. Op Curaçao blijft men tussen 1839 en 1863 in dezelfde serie boeken werken. Op pagina’s in deze serie staan vaak meerdere eigenaren.
Het voordeel van de latere invoering van het Curaçaose slavenregister is dat er vanaf 1839 informatie in het registers is opgenomen die tot 1848 ontbreekt in de Surinaamse slavenregisters. Zo wordt in principe bij iedereen het geboortejaar en de naam van de moeder vermeld. Ook wordt bij aankoop of verkoop vrijwel altijd vermeld op welk folionummer iemand is af- of bijgeschreven. Dit maakt het uitzoeken van families in vrouwelijke lijn in de Curaçaose slavenregisters relatief makkelijker. In totaal zitten er 21.500 inschrijvingen in de slavenregisters. Omdat mensen die verkocht werden meerdere keren terugkomen in dit register, gaat het om ongeveer 13.000 individuele mensen die tussen 1839 en 1863 in Curaçao in slavernij leefden.
Beperkingen zijn er uiteraard ook. Informatie over relaties en over vaders ontbreekt in de slavenregisters, omdat mensen in slavernij niet mochten trouwen en volgens de wet geen vader hadden. Ook ontbreken de gouvernementsslaven, mensen die eigendom waren van de overheid, in de slavenregisters. Het gaat in Curaçao over waarschijnlijk enkele tientallen tot honderden mensen. Tenslotte moet gezegd worden dat het slavenregister alleen mensen in slavernij op het eiland Curaçao registreerde, niet alle mensen in de kolonie Curaçao (dat is de oude term voor wat later de Nederlandse Antillen zou worden). De andere eilanden, Aruba, Bonaire, St. Maarten, St. Eustatius en Saba, hadden elk hun eigen registratie van mensen in slavernij.
Emancipatieregisters van Curaçao 1863
Emancipatie is de term voor de afschaffing van de slavernij, die in Curaçao plaats vond op 1 juli 1863. Bij die gelegenheid moesten alle mensen die vrijkwamen een achternaam krijgen. Die hadden ze vóór 1863 niet, omdat mensen in slavernij geen achternaam mochten hebben. Ook werd in sommige gevallen de voornaam veranderd in 1863, maar anders dan in Suriname is dit laatste in Curaçao niet op grote schaal gebeurd.
Om een overzicht te hebben van de nieuwe namen zijn er in Curaçao emancipatieregisters aangelegd, die formeel ‘Registers der vrijgelatenen’ werden genoemd. Vermoedelijk werd er per district zo’n register van vrijgelatenen bijgehouden. Helaas zijn die niet allemaal bewaard gebleven. In deze database zijn twee emancipatieregisters opgenomen, het register der vrijgelatenen in het stadsdistrict of eerste district en het register der vrijgelatenen in het derde district van Curaçao. Het stadsdistrict omvatte Willemstad en omgeving, het derde district het midden van het eiland, ten noordwesten van Willemstad. Informatie over de achternamen van vrijgelatenen in het tweede, vierde en vijfde district ontbreekt.
Hoewel het doel van de registers hetzelfde was, is de opbouw van de beide emancipatieregisters enigszins verschillend. Het register voor het stadsdistrict is een echt boekwerk, waarin op volgorde van aangifte door een klerk de achternaam, voornaam en geboortejaar van elke vrijgelatene is vermeld, met daarachter in potlood onder aanmerkingen de naam van de voormalige slaveneigenaar. Het register voor het derde district is een bundeling van de aangiften gedaan door de voormalige slaveneigenaren in dat district. Die kregen in mei 1863 een formulier toegestuurd waarop ze een lijst moesten schrijven van de mensen in hun bezit en de achternamen die deze mensen na 1 juli 1863 zouden dragen.
Toevoeging van de emancipatieregisters maakt het mogelijk om in veel gevallen uw zoekopdracht te beginnen met een achternaam. Zoals gezegd zijn de emancipatieregisters niet compleet. Wel werden in het stadsdistrict veel mensen ingeschreven. In totaal staan er in beide emancipatieregisters 4207 individuele mensen vermeld, dat is ongeveer 60 procent van de mensen die per 1 juli 1863 vrijkwamen.
Zoeken in de index Curaçao: slavenregister en emancipatieregisters 1839-1863
Meer informatie en tips over het zoeken in de slavenregisters kunt u hier vinden: