Een stem geven aan kiezers met een migratieachtergrond
Onderzoek aan de Radboud Universiteit biedt nieuw inzicht in hoe kiezers met een migratieachtergrond tegen politieke zaken aankijken en welke factoren hun partijkeuze beïnvloeden. Dr. Niels Spierings, universitair hoofddocent Sociologie, is co-directeur van het Nationaal Kiezersonderzoek en wist dit jaar samen met zijn collega’s voor het eerst parallel aan de Tweede Kamerverkiezing een Dutch Ethnic Minority Election Study (DEMES) op te zetten.
Ruim 10% van de kiesgerechtigden van de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen heeft een ‘niet-Westerse’ migratieachtergrond, die eerste- of tweedegeneratiemigranten – zij die zelf gemigreerd zijn of van wie minimaal één van de ouders dat is – wiens (ouders’) land van herkomst ligt in Afrika, Azië en Latijns Amerika, uitgezonderd Indonesië en Japan. DEMES geeft ons een diepgaand beeld van de opvattingen van deze groep over onder andere vertegenwoordiging, discriminatie en politieke voorkeur.
Niels Spierings, Radboud Universiteit collega’s dr. Kristof Jacobs en dr. Take Sipma (Politicologie) en wetenschappers van andere universiteiten namen deze bijdrage dan ook graag op in het eindrapport Versplinterde vertegenwoordiging van het Nationaal Kiezersonderzoek 2021.
Dr. Spierings: ‘We hadden enige ruimte voor onze eigen inbreng in de vragenlijst. Co-directeur prof. Marcel Lubbers en ik hebben al vaker tegen elkaar gezegd, dat het ontzettend mooi zou zijn als we in navolging van een Britse, Vlaamse en Duitse versie ook in Nederland een Ethnic Minority Election Study konden doen. We doen veel en goed surveyonderzoek naar migratie en integratie in Nederland, maar we hebben nog nooit een kiezersonderzoek gedaan dat zo rijk is aan vragen over politiek vertrouwen, kiesgedrag, steun voor democratie en voor verschillende kiessystemen. Ook bevat het survey veel vragen over waarom mensen op bepaalde partijen stemmen, hun politieke interesse, consumptie van politieke bronnen en of ze de verkiezingscampagne gevolgd hebben.’
DEMES werd mogelijk gemaakt door een startsubsidie van Radboud Social Cultural Research en steun vanuit de Stichting Kiezersonderzoek Nederland (SKON). Deelnemers vulden een vragenlijst in die overeenkwam met die van het Nationaal Kiezersonderzoek 2021, maar met aanvullende vragen die betrekking hadden op onderwerpen zoals religie en de relatie tussen migratie en politiek.
Niels Spierings: ‘We hebben nu een prachtige dataset met data over kiesgerechtigde Latijns Amerikaanse, Aziatische en Afrikaanse Nederlanders, waardoor we politieke inclusie en exclusie veel beter kunnen onderzoeken. Er zitten bijvoorbeeld ook vragen bij als: voel je je vertegenwoordigd door de Tweede Kamer en in welke mate herken je je in de Kamerleden? En we weten hierdoor meer of er vertrouwensgaten bestaan tussen mensen met en zonder migratieachtergrond en of dit bijvoorbeeld samenhangt met de toeslagenaffaire waardoor het kabinet aftrad.’
Voor onderzoekers waren de verkiezingen van 2021 extra interessant. Er was de toeslagenaffaire, het debat rond het koloniaal verleden en de Black Lives Matter beweging leefde (in ieder geval tot corona uitbrak) en maar liefst drie politieke partijen streden heel expliciet om de stem van etnische minderheden: Bij1, DENK en NIDA. Elk had een reële kans om één of meer zetels te winnen. Spierings: ‘Met deze data krijgen we unieke nieuwe inzichten, we geven daarmee etnische minderheden ook echt een stem.’
Er wordt in het rapport voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ook een apart hoofdstuk aan de vergelijking tussen de migrantpopulatie en de niet-migrantpopulatie besteed. ‘Daarin tonen we bijvoorbeeld dat een meerderheid van mensen met een migratieachtergrond excuses voor het Nederlands slavernij verleden wenst, behalve onder Aziatische Nederlanders (buiten het Midden Oosten).’
Het onderzoek is bewust ingezet op een brede migrantenpopulatie: ‘Er is al wat onderzoek gedaan natuurlijk, maar dat focust zich voornamelijk op mensen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond, soms een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond. Dat zijn de grootste groepen in Nederland, maar het palet aan mensen met een migratieachtergrond is veel breder: het gaat ook om mensen uit het Midden-Oosten, of met een Afrikaanse, Latijns Amerikaanse of Aziatische achtergrond. Door de grote hoeveelheid vragen die we hebben gesteld én door een brede migratieachtergrond mee te nemen in het onderzoek, kunnen we onderzoeken of uitspraken over houdingen van migranten bijvoorbeeld ook opgaan voor mensen met een Aziatische achtergrond. We vergeten bijna dat in de context van corona zij bijvoorbeeld met vrij specifieke discriminatie te maken hadden.’
Niels Spierings en zijn collega’s zijn van plan om met behulp van de verkregen data meer specifieke vragen en problemen te onderzoeken. Bovendien is er de hoop om tijdens de volgende Tweede Kamerverkiezingen weer een DEMES. Dan kunnen ontwikkelingen over de tijd beter begrepen worden voor de verschillende groepen.
En, aldus Spierings, ‘om de verbeterpunten van deze eerste studie om te zetten in nog toffere data’.
Het Nationaal Kiezersonderzoek wordt sinds 1971 georganiseerd door de Stichting Kiezersonderzoek Nederland, een samenwerkingsverband tussen diverse Nederlandse universiteiten met medewerking van het Sociaal en Cultureel Planbureau. In 2021 lag de coördinatie bij de Radboud Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. Co-directeuren waren dr. Kristof Jacobs, prof. dr. Marcel Lubber. prof. dr. Tom van der Meer, dr. Niels Spierings. De coördinatie was in handen van dr. Take Sipma.