Zaaknummer: CBE 15.056

  • Zaaknummer: CBE 15.056
  • Verweerster: examencommissie Pedagogische Wetenschappen
  • Onderwerp: Beoordeling stage
  • Uitspraak: kennelijk niet-ontvankelijk

Appellant heeft via het Digitaal Centraal Klachtenloket op 9 september 2015 beroep in gesteld tegen een beslissing van 14 juli 2015 om een 6,5 toe te kennen voor zijn stage. In de beslissing is een beroepstermijn vermeld van zes weken zodat het beroepschrift uiterlijk zou moeten worden ingediend op 26 augustus 2015.

Appellant geeft aan dat hij zijn pro forma beroepschrift pas na de vermelde beroepstermijn heeft ingediend omdat hij andere prioriteiten heeft gesteld. Zijn aandacht ging uit het vinden van betaald werk.
Appellant wordt, vanwege het te laat door hem ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. Niet-ontvankelijk verklaring kan uitsluitend achterwege blijven indien sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. De stelling van appellant dat hij eerst op zoek is gegaan naar een betaalde baan is onvoldoende grond om een uitzondering te maken op de voorgeschreven beroepstermijn van zes weken. In de rechtsmiddelenclausule, die onder de beslissing van verweerster is opgenomen, is expliciet vermeld dat tegen die beslissing binnen zes weken beroep kan worden ingesteld bij het College. Van appellant mag derhalve in redelijkheid verwacht worden dat hij zijn pro forma beroep tijdig indient om de termijn te sauveren.

Nu er verder geen bijzondere omstandigheden zijn gesteld of gebleken die kunnen leiden tot het oordeel dat er sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding, concludeert het College dat appellant in het door hem ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.

Volledige uitspraak (pdf, 15 kB)