Zaaknummer: CBE 16.023

  • Zaaknummer: CBE 16.023
  • Verweerster: Examencommissie Rechtsgeleerdheid
  • Onderwerp: Verloop verdediging scriptie
  • Uitspraak: Ongegrond

Appellant stelt dat de verdediging van zijn scriptie niet op de gebruikelijke wijze heeft plaatsgevonden en dat hij hierdoor een lager cijfer heeft gekregen. Een van de examinatoren kwam te laat, maakte de indruk niet de laatste versie van de scriptie te hebben gelezen en was volgens appellante tijdens de inhoudelijke behandeling met andere zaken bezig. Door zijn beperkte aanwezigheid heeft de examinator zich volgens appellant geen goed oordeel kunnen vormen. Appellante verzoekt om een nieuwe beoordeling door twee andere examinatoren.

Verweerster erkent dat de examinator te laat bij het afstudeerexamen aanwezig is geweest en dat hiervoor excuses zijn aangeboden. Formeel is echter aan de eisen voldaan dat tijdens de verdediging van de scriptie twee examinatoren aanwezig dienen te zijn.
Verweerster voert aan dat uit het scriptiebeoordelingsformulier blijkt dat de beoordeling van het afstudeercijfer voldoende is onderbouwd en adequaat heeft plaatsgevonden.
Verder is verweerster van mening dat de opmerkingen van appellant dat de examinator de scriptie niet gelezen zou hebben, alsmede dat de examinator tijdens het examen bezig was met het bestuderen van het CV van appellant, niet op steekhoudendheid kunnen worden getoetst. Beide suggesties worden door de examinator ontkend en kunnen dus niet worden bewezen.

Het College komt tot de conclusie dat de examinatoren in redelijkheid de vragen hebben kunnen stellen die zij op het afstudeerexamen gesteld hebben en dat zij tevens in redelijkheid tot het eindcijfer 7 ½ hebben kunnen komen. Voor een nieuwe beoordeling door twee onafhankelijke examinatoren ziet het College dan ook geen aanleiding. Verweerster heeft in redelijkheid tot haar beslissing kunnen komen zodat deze in stand kan blijven. Het beroep is derhalve ongegrond.

Volledige uitspraak (docx, 27 kB)