Zaaknummer: CBE 16.031

  • Zaaknummer: CBE 16.031
  • Verweerster: Examencommissie Bedrijfskunde
  • Onderwerp: Beoordeling tentamenvraag
  • Uitspraak: Ongegrond

Appellant stelt zich niet te kunnen verenigen met de eindbeoordeling van de cursus, meer specifiek de beoordeling van een tentamenvraag. Appellant is van mening dat de vraag verwarrend is en zou moeten worden geschrapt. Hij heeft dit inhoudelijk onderbouwd.

Volgens verweerster was de betreffende vraag niet verwarrend. Verweerster wijst erop dat de procedure zorgvuldig is gevolgd; zo is het tentamen vooraf besproken in het docententeam en is het bezwaar conform de regeling in de OER behandeld. Verweerster is van mening dat de examinator zijn beslissing om de beoordeling van het tentamen van appellant niet aan te passen voldoende heeft gemotiveerd. Ook heeft de examinator het bezwaar zeer serieus behandeld. Verweerster ziet geen reden om de beslissing van de examinator aan te tasten.

Het College stelt vast dat beide partijen van mening zijn dat de procedure rondom het tentamen en het bezwaar van appellant zorgvuldig is geweest zodat hierover geen discussie bestaat. Het College is van oordeel dat verweerster haar besluit zowel ter zitting als in de stukken voldoende heeft gemotiveerd en de nodige zorgvuldigheid heeft betracht hij het nemen van de beslissing.

Het College merkt op dat de discussie tussen appellant en verweerster omtrent de tentamenvraag voornamelijk inhoudelijk van aard is geweest. Over die inhoudelijke discussie kan het College echter niet oordelen.

Conclusie College: Verweerster heeft in redelijkheid tot haar beslissing kunnen komen. Beroep ongegrond.

Volledige uitspraak (docx, 23 kB)