Zaaknummer: CBE 18.042

Verweerster: de Examencommissie Bedrijfskunde
Onderwerp: Afwijzing verzoek extra herkansingen
Uitspraak: ongegrond

Appellant is in verband met ziekte in de periode van april 2017 tot maart 2018 niet in staat geweest om optimaal te studeren of examens te maken. Appellant heeft als gevolg hiervan één tweedejaarsvak, vier derderjaarsvakken en één keuzevak nog openstaan. Appellant is het niet eens met de afwijzing van zijn verzoek tot extra herkansingsmogelijkheden voor één van deze of alle bovengenoemde vakken in het lopende studiejaar. Appellant meent hierdoor studievertraging op te lopen, omdat hij zijn bachelorthesis nu pas in februari 2019 kan gaan schrijven.

Verweerster ziet onvoldoende grond om af te wijken van de OER en geeft aan dat alle voor appellant nog openstaande vakken tijdens de reguliere tentamenmogelijkheden in het eerste semester van het studiejaar 2018/2019 gemaakt kunnen worden. Er is volgens verweerster geen sprake van studievertraging ten gevolge van het niet toewijzen van de extra tentamenmogelijkheden.

Het College stelt voorop dat niet ter discussie staat dat appellant ziek is geweest en dit kan worden aangemerkt als bijzondere omstandigheid zoals bedoeld in artikel 10.2 van de OER. Het College is van oordeel dat verweerster het verzoek van appellant om extra herkansingsmogelijkheden naar redelijkheid heeft kunnen afwijzen en dat deze afwijzing niet leidt tot studievertraging voor appellant.

Volledige uitspraak (pdf, 136 kB)