Zaaknummer: CBE 19.005

Verweerster: de Examencommissie Radboud Docenten Academie
Onderwerp: afwijzing verzoek herbeoordeling tentamen
Uitspraak: ongegrond

Appellant is met een onvoldoende beoordeeld voor het vak O&O. De beoordeling van dit vak gaat via zogenaamde rubrics. Hoewel appellant van beide beoordelaars een ruime 5 heeft gekregen, betoogt hij dat wel is voldaan aan de in de rubric gestelde eisen, dat er sprake zou moeten zijn van samenhang komt niet naar voren uit de rubric en mag hem dus niet worden aangerekend. Dat hij toch een onvoldoende heeft gekregen zou komen door vooringenomenheid; appellant zou soms een moeilijke, kritische student zijn geweest die veel door vroeg en daarmee de docenten soms irriteerde. Verweerster heeft gesteld dat alles procedureel juist en adequaat is verlopen, conform de afspraken die daarover zijn gemaakt. Zij benadrukt daarbij dat beide individuele beoordelaars al tot een onvoldoende waren gekomen voordat zij hun beoordeling bespraken. Er is dan ook geen blijk van een meningsverschil tussen de beide beoordelaars.

Het college constateert dat appellant niet in beroep is gegaan tegen de beoordeling, maar slecht tegen de gevolgde procedure. Zij beoordeelt de werkwijze van verweerster als goed en volledig: verweerster heeft serieus gekeken naar de klachten van appellant, daar uitgebreid op gereageerd en meerdere gesprekken gevoerd met zowel appellant als de betrokken docenten. Ook zijn er volgens het College geen aanwijzingen dat docenten vooringenomen zouden zijn.

Volledige uitspraak (pdf, 366 kB)