Zaaknummer CBE21.044
Verweerster: de Examencommissie Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen
Onderwerp: beoordeling en gesprek minnelijke schikking
Uitspraak: ongegrond
Het College stelt vast dat de examinator, bij e-mails van 18 en 27 januari 2021 aan appellant en bij e-mail van 8 maart 2021 aan verweerster, inhoudelijk en concreet heeft gereageerd op de opmerkingen van appellant en nadere tekst en uitleg bij haar beoordelingen van de opdrachten en het paper van appellant heeft gegeven. Gelet hierop ziet het College geen aanknopingspunten die erop wijzen dat appellant onvoldoende van feedback bij de beoordelingen is voorzien noch ziet het College aanleiding om te oordelen dat de examinator onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt hoe zij tot de beoordelingen is gekomen.
Voorts gaat het College voorbij aan de stelling van appellant dat hij bij de beoordeling van zijn paper onredelijk is benadeeld ten opzichte van medestudenten omdat de examinator bij niemand puntenreductie vanwege de omvang van de paper heeft toegepast. Appellant heeft immers aangegeven dat ook zijn paper wat te lang was en hij heeft daar dus geen lager punt door gekregen. Dat hij een hoger punt zou hebben gescoord wanneer hij een omvangrijker paper had geschreven, is niet onderbouwd en is overigens ook door het College, gelet op wat hiervoor in rechtsoverweging 3.1. is aangegeven, inhoudelijk niet te beoordelen.