Zaaknummer CBE22.113

Verweerster: examencommissie Rechtsgeleerdheid
Onderwerp: Fraude
Uitspraak: Ongegrond

Appellant betwist niet dat hij tijdens het tentamen een reader gebruikte waarin hij aantekeningen had gemaakt en erkent ook dat hij wist dat bijschrijvingen niet zijn toegestaan en dat hij zijn spullen had moeten nakijken. De vraag die voorligt is of deze aantekeningen gelden als fraude in de zin van bovengenoemd artikel. Het College is van oordeel dat dat wel het geval is. Uit de door verweerster overgelegde foto van de bijschrijvingen blijkt dat deze verder gaan dan het enkel bijschrijven van nummers van wetsartikelen, verdragsbepalingen en namen van rechterlijke uitspraken, alsmede onderstrepingen en arceringen. Voor zover appellant betoogt dat er materieel geen sprake is van fraude heeft de vaksectie vastgesteld dat de bijschrijvingen verder gaan dan hetgeen in de wet is opgenomen. Verweerster heeft dan ook terecht geconstateerd dat appellant fraude heeft gepleegd.

Volledige uitspraak (pdf, 140 kB)