Zoek in de site...

6-2

jaargang 6 (2004), nummer 2: terugblik

1. Proviand kwam niet uit de lucht vallen…Theo Koster

In mijn contacten met studenten merk ik, dat vele van hen bij kerk het beeld hebben van een afgesloten en conservatief bolwerk. Conservatief is de Studentenkerk nooit geweest noch een bolwerk, al roept het gebouw op de Erasmuslaan deze laatste associatie bij menig student op. Maar afgesloten zijn in de zin van een eiland op de campus inclusief de eilandmentaliteit die daarbij hoort was lange tijd kenmerkend voor de Studentenkerk. Zij is deze mentaliteit van zich af aan het schudden; isolement past haar niet. De geschiedenis van Proviand laat dit zien en biedt tegelijk perspectief.

De voorganger van Proviand was Ingeschreven. Ingeschreven werd gezonden naar ieder die bij de Studentenkerk stond ingeschreven en bood deze informatie over het reilen en zeilen van de Studentenkerk. De inhoud werd bepaald door de doelgroep: “hen die zich verbonden voelen met de Studentenkerk”, en bevatte vooral inside information. Voor een buitenstaander was het blad niet interessant. In de laatste jaargangen zie je, dat steeds vaker met thema’s werd gewerkt, en dat men op mensen buiten de redactie een beroep ging doen voor het schrijven van een artikel.

In juli 1998 stopten de twee redactieleden hun redactiewerk vanwege andere bezigheden. Zij concludeerden in samenspraak met het bestuur, dat het blad niet aantrekkelijk was om te lezen, dat de naam veranderd moest worden en een professionelere opzet met meer redactieleden gewenst was. Gepleit werd voor horizonverruiming door ook mensen te laten schrijven die niet specifiek met religie bezig zijn. Ingeschreven werd in dit gesprek gezien als het blad waarmee de Studentenkerk zich aan de buitenwereld kon presenteren en de pastores zouden daarin een prominentere plaats moeten innemen.

Ad interim paste een van de beide ex-redactieleden met mij nog een jaar lang op de winkel en ging ik op zoek naar een nieuwe redactie. Mij stond voor ogen, dat het nieuwe blad naast info steeds een thema zou uitdiepen dat leeft onder studenten, dat de redactie uit studenten zou bestaan die ruimte zouden krijgen hun ideeën gestalte te geven, dat het blad naast het presenteren van de Studentenkerk aan de buitenwereld deze buitenwereld ook aan de Studentenkerk zou laten zien. Veel tijd hoefde het redactiewerk mijns inziens niet te kosten, want de kunst zou zijn anderen te laten schrijven. Doelgroep waren de studenten en allen die geïnteresseerd zijn in wat onder studenten leeft.

Het lijkt me geen toeval, dat Proviand in 1999 ontstond. De pastores hadden kort ervoor al de werkwijze verlaten om zelf van achter hun bureau allerlei activiteiten te bedenken en organiseren voor studenten. Zij ontdekten, dat studenten met hun vragen de mogelijkheden die de Studentenkerk hen te bieden had bloot legden. Dus was het zaak toegankelijker te worden voor studenten en zelf contacten met hen en hun verbanden te leggen. Menig initiatief, weliswaar nog door de pastores genomen, ontstond uit een vraag van concrete studenten; denk aan de cursus Wereldgodsdiensten, de Taizévieringen, de Lila Pauze, Rouw en Verdriet, Afgestudeerd en wat dan. Stuk voor stuk zijn dit activiteiten die in die tijd ontstonden en tot op de dag van vandaag steeds voor weer nieuwe studenten waardevol blijken te zijn. Het zat eraan te komen, dat studenten op gebieden binnen de Studentenkerk zelf de touwtjes in handen zouden gaan nemen. De organisatiestructuur van de Studentenkerk bood hiertoe ruimte en werkte via de instelling van de commissie PR/huisstijl stimulerend op het ontstaan en de vormgeving van Proviand.

Het kostte een jaar om een aantal studenten te vinden die bereid waren hun schouders onder dit blad te zetten. Wat niet te voorzien was bleek al snel: een goede menging van creativiteit, enthousiasme, doorzettingsvermogen, zorgvuldigheid en lef was in de groep die als redactie startte aanwezig. Hun eigen behoefte aan gedegen kost zette hen aan om niet de makkelijke weg te bewandelen, en op zoek te gaan naar wat er werkelijk in hen en onder hen aan vragen leefde. Uren, waarvan ik er velen niet heb meegemaakt vanwege het late tijdstip, werden besteed aan het vinden en uitdestilleren van het thema. Thema’s die in mijn ogen niet aantrekkelijk of actueel waren, maar door de studenten in meerderheid gekozen werden bleken wel degelijk te leven. Mij werd op die manier nog eens duidelijk, dat ik geen student meer was en dat ook niet hoefde te zijn. De naam van dit blad kwam als het ware uit de lucht vallen. Eén van de studenten noemde op een gegeven moment de naam Proviand. Deze naam dekte volledig de lading en paste bij de uitgevende instantie erachter. De naam was een vondst en lag dusdanig voor de hand, dat er niet over gestemd werd.

Een lange weg werd met grote inzet bewandeld totdat de huidige werkformule gevonden werd: een kleine redactie, die het resultaat van een brainstorm met een brede groep van studenten uitwerkt tot een themanummer. Enkele jaren bleef Proviand nog informatieblad heten om uiteindelijk officieel te worden wat het al was: een themablad met voor de achterban relevante informatie. In de redactie doet één persoon, de eindredacteur, het ‘vuile’ werk van aanjagen, plannen, gegevens op rij zetten ten behoeve van de andere redacteurs en het eindresultaat op flop aanleveren bij Mady die het drukklaar maakt en later verzendt. Ook was er één in de redactie, die een gevoel had voor en interesse in de lay-out. Ook hierin werd veel tijd gestoken, steeds weer andere voorzetten gedaan totdat de huidige lay-out ontstond. Mijn inschatting vooraf, dat de redactie van een blad niet veel tijd hoeft te kosten klopte niet, want was gebaseerd op het verleden: Ingeschreven. Proviand werd geen verlengstuk van dit verleden, maar schreef nieuwe geschiedenis.

Vanaf het eerste nummer was het blad interessant voor een bredere groep dan enkel de achterban, omdat de nadruk lag op thema’s die beschreven en uitgewerkt werden door mensen die op basis van hun deskundigheid hiervoor gevraagd of geïnterviewd werden. Toch duurde het nog enkele jaren voordat de oplage verhoogd werd en de nummers op vaste plaatsen op de campus ingezien of meegenomen konden worden. De groei van de oplage tot momenteel 950 exemplaren maakt duidelijk, dat Proviand geen clubblad is geworden.

In Proviand hebben de pastores niet de prominentere plaats gekregen die destijds de redactie van Ingeschreven en het bestuur voor ogen stond. Natuurlijk hebben we daarover als team wel eens gesproken, en daar bleef het bij. Binnen een redactiestatuut is beschreven, dat Proviand het blad is van de Studentenkerk en binnen diens doelstelling dient te blijven. Hierover legt de redactie verantwoording af aan het bestuur. Jaarlijks is er contact tussen bestuur en redactie, tot ieders tevredenheid. Persoonlijk ben ik blij dat niet de pastores maar studenten dit blad dragen. Studenten blijken hiertoe uitstekend instaat, staan garant gezien hun leeftijd, dat Proviand bij de tijd blijft en bieden de pastores gelegenheid hun tijd te besteden aan zaken, die hun deskundigheid vragen. Met Proviand heeft de Studentenkerk haar vleugels uitgeslagen; niet alleen haar horizon is verbreed maar ook haar draagvlak. De tijd is aangebroken om de noodzaak te heroverwegen, dat een pastor deel uitmaakt van de redactie. Proviand biedt op het gebied van de activiteiten perspectief op een bredere inzet van studenten daar, waar nu nog pastores de verantwoordelijkheid dragen, zoals op liturgisch terrein al veel langer naast pastores vele anderen verantwoordelijkheid dragen.

Voor de Studentenkerk is het van belang over een medium te beschikken als Proviand. Het biedt haar een vitale band met wat onder studenten leeft en geeft haar de mogelijkheid zich te presenteren op de campus. Zolang studenten onderweg zijn zullen zij behoefte hebben aan stevige kost. Of zij dit ook zoeken en vinden bij de Studentenkerk is sterk afhankelijk van de aanwezigheid van de Studentenkerk bij en onder studenten. Proviand bleek een goed middel en zal dit blijven zolang studenten bereid worden gevonden dit blad te dragen. Binnen de doelstelling van de Studentenkerk staat of valt het voortbestaan en de zinvolheid van dit blad met studenten die bereid zijn hierin te investeren.

2. Een artikel dat bijbleef

Proviand vroeg een aantal studenten welk Proviand-artikel hen het meest was bijgebleven. Hoewel de reacties divers waren, sprongen de Angstdialogen van Tim op ’t Root eruit. Bij deze drukken we zijn artikel opnieuw af en vertellen enkele studenten welke indruk het op hen had gemaakt. Het slotwoord is aan Tim zelf.

Dit artikel is te vinden in Proviand jrg. 5 nummer 3, Object-loze angst door Tim op 't Root

Reactie van Anke:

Het artikel van Tim, waarin hij vertelde over zijn ervaringen met angst, vond ik heel mooi. Eén zinnetje in het bijzonder is me bijgebleven: "Het leven op zichzelf is indrukwekkend genoeg voor mij." Mooi, ontroerend, krachtig. Het is in mijn geheugen gegrift en ik haal het regelmatig aan in gesprekken. Het leven is toch ook verschrikkelijk indrukwekkend en beangstigend?!! Het is veel te groot voor ons kleine mensen, en niet te bevatten. Daarom denken wij er ook meestal liever niet te diep over na. Als je dat echter wel doet, of het leven dringt zich in al haar grootsheid aan je op, kan dat heel heftig zijn. Dat weet ik uit eigen ervaring. Toen ik zijn stuk had gelezen, speelde ik met de gedachte om iets aan Tim te schrijven. Hem te bedanken dat hij zo open over dit taboeonderwerp heeft willen en durven schrijven. In zijn dialogen zag ik een mens op zijn kwetsbaarst, maar tegelijk op zijn krachtigst, en vooral op zijn mooist!

Reactie van Tim op stukje Anke:

Ik zal kort reageren op het stukje van Anke: "Anke, ik word een klein beetje verlegen van jouw stukje. Ik heb nooit durven denken dat iemand mijn dialoog op een dergelijk mooie en inspirerende manier zou lezen. Ik herken wat je schrijft over de aard van het leven. Maar laat je niet klein(!) maken, zoals ik regelmatig ook tegen mijzelf blijf zeggen." Ik heb de dialoog geschreven om gevoelens van angst te reduceren. Aanvankelijk schreef ik stukjes waarin ik direct reageerde op eigen vragen en ideeën. En min of meer vanzelf is hieruit de dialoogvorm ontstaan. En nog steeds schrijf ik af en toe een dialoog om moeilijke passages in mijn leven het hoofd te kunnen bieden. Soms fantaseer ik over een wijs persoon met wie ik alles kan bespreken. Ik vraag me trouwens af of ik me werkelijk zou kunnen openen naar deze wijze, indien hij/zij zou bestaan. Voorlopig ben ik tevreden met een gesprek in mijn fantasie. Die 'wijze' persoon verzin ik dan zelf. En zijn indoctrinaties en valkuilen neem ik dan maar op de koop toe.

Reactie Laurens:

Terugdenkende aan Tim's artikel herinner ik mij dat hij zich enorm kwetsbaar opstelde; als iemand dat op de goede manier doet dan vind ik dat op zich al knap. Verder bleef me bij dat hij een hele aparte stijl van schrijven had (qua artikel als geheel). Of ik zelf iets anders ben gaan doen door het artikel? Voor mij was het wel een stimulans om in dit stukje mijn kwetsbaarheid niet te ontwijken. Wat ik verder doe, wat in het verlengde van het artikel zou kunnen liggen, had ik volgens mij anders ook wel gedaan. Ik denk dan aan het proberen te doorgronden van (existentiële) angst; waarom voel ik wat ik voel? Ik kom daar wel verder mee voor mijn idee. Verder denk ik aan het feit dat ik een groot deel van mijn maatschappelijk-idealisme heb losgelaten: gewoon leven was niet goed genoeg; ik voelde dat ik iets moest bereiken van mezelf. Wat een rust nu dat niet meer hoeft: heerlijk. Meer recentelijk: ik heb net het boek 'Zelfmoord in een moreel perspectief' van Kuitert gelezen. Nou is het niet zo dat ik bepaalde plannen had, maar zelf zou ik nooit over zelfmoord na durven denken, omdat ik bij voorbaat al niet bij de ene kant uit zou willen komen, en zo kom je in een cirkel redenering. Dat vond ik interessant om (al of niet belevingsgericht tijdens het lezen) te onderzoeken. Ten laatste: bij Onderweg ging veruit de mooiste avond (in mijn beleving) ook over angst, en was volgens mij vlak na dat die Proviand uit kwam. Het zou toch wel vreemd zijn als het één het ander niet had beïnvloed.

Reactie Tim op stukje Laurens en 'slotwoord':

Een paar woorden voor Laurens: "Bedankt, dat je op mijn stukje over angst hebt gereageerd. Hoewel ik niemand angst toewens, doet het me goed dat jij het stukje echt hebt gelezen en weten te waarderen."

Kwetsbaarheid. Dat komt terug in beide reacties op de dialoog over angst. Daar wil ik graag op reageren. Het volgende lijkt tegenstrijdig, maar ik ervaar het zo: als ik me kwetsbaar en open opstel, ga ik me in veel gevallen juist zeker en sterk voelen. Maar om mijn kwetsbaarheid te kunnen tonen, is gek genoeg wel energie en lef nodig.

Mede door de reacties van Anke en Laurens krijg ik het idee dat angst sterk 'leeft' onder de studenten. Toch hoor ik er om me heen weinig mensen over praten. Ik ben het dus eens met Anke dat we het een taboeonderwerp mogen noemen. Hopelijk kunnen we middels deze woorden in Proviand een kleine bijdrage leveren in het openmaken van het onderwerp.

3. Hoe het was en is en zal zijn - Mady Oomen-Hox

Er ligt een hele stapel “Proviand” vóór mij op het bureau. Vijf jaargangen, negentien nummers met de meest uiteenlopende thema’s. Van ’Twijfel en besluiteloosheid’ tot ’Prestatiedruk of prestatiedrift’ over ’Relaties’ en ’Reizen’. Drie nummers nog met de oude voorkant: oranje-rood met een foto van het beroemde stoepbord, waarop de titel staat.

Het eerste nummer van de tweede jaargang zag er heel anders uit. Weten jullie nog…blauwe bovenkant, met een zonnetje dat fel uit de rechterbovenhoek straalt en op de linkerzijde een oranjegele strook die een weg verbeeldt. Op de rechterkant wordt het onderwerp vermeld, liefst met een aansprekend plaatje erbij. Dit is ’Proviand voor onderweg’. Ik vond het een echt mooi ontwerp. De redactie heeft het later, om technische redenen vermoed ik, gewijzigd in het blauwe kaft met het oranje logo. Een beetje somberder misschien…

Wat ik doe bij Proviand of aan Proviand?

Wel, samengevat komt het hierop neer: de artikelen worden mij door de eindredacteur (Arno Vroom in de eerste jaren en Steven Teerenstra tot nu toe) aangeleverd op de dag van de deadline. Dat loopt dus niet altijd zoals ik dat zou willen. Om het overzicht te hebben moet ik alles in één keer aangeleverd krijgen, maar het gebeurt nog vaak dat er later nog een artikel op mijn bureau verschijnt. Als je dan net met veel kunst en vliegwerk alles op twintig pagina’s hebt samengeperst, dan wil er nog wel eens gesakkerd worden als er één pagina bijkomt (en er dus 3 leeg moeten blijven).

Vroeger moest ik de artikelen overtypen, later werden ze aangeleverd op een flop en tegenwoordig gaat alles via e-mail. Dan is het zo gepiept, zullen jullie zeggen, maar niets is minder waar. Computerprogramma’s hebben soms de eigenaardige gewoonte om zelf uit te maken hoe iets opgemaakt moet worden. Een veelgehoorde kreet is dan ook : “… en als ik érgens een hekel aan heb, dan is het aan machines die zélf gaan denken…” Maar het is altijd goed gekomen, al merk je soms achteraf wel eens dat er toch een oude koptekst boven staat of dat de paginanummers niet meer kloppen.

Als de tekst eenmaal, met de illustraties, in de juiste vorm is gegoten en de mededelingen er ook nog inpassen, dan wordt alles door de eindredacteur nog eens kritisch nagelopen en dan wordt het geheel naar de drukker gemaild. Na een week ben ik de eerste die het resultaat onder ogen krijg. Jan Maas, mijn onvolprezen hulp sinds jaren, en ik kunnen de Proviands nu verzendklaar maken. Kijk, en als het blad ook nog op precies de geplande datum bij u in de bus valt, dan is mijn dag helemaal goed.

Wat daar nou leuk aan is? Geen idee, maar het is al vanaf het begin ook mijn taak om het informatieblad (sorry redactie: themablad) in de juiste vorm te gieten en persklaar te maken en ik vind het leuk als alles wat de Studentenkerk publiceert er ook verzorgd uitziet.

Of ik ook reacties krijg? Eigenlijk nauwelijks. Adreswijzigingen (héél belangrijk!), in- en uitschrijvingen zijn meestal het enige wat het secretariaat te verwerken krijgt. Eén uitzondering op de regel en het vermelden zéér waard: studenten en medewerkers van de universiteit (toen Katholiek, nu Radboud) kwamen op de Erasmuslaan binnenlopen om het nummer ’Angst’ mee te nemen. Sommigen gristen het van het tafeltje en verlieten ijlings het pand, maar de meesten vertelden dat ze van studiegenoten/collega’s gehoord hadden dat dit wel een heel erg leuk nummer was en dat ze het daarom maar kwamen halen.

Ik moet zeggen dat ik dat nummer ook het meest geslaagd vind. Prachtige artikelen gecombineerd met de ’schreeuwende koppen’ van kunstenaar Guido Verhoek, een volmaakte eenheid!

Terugkijkend vind ik het blad van de Studentenkerk met de jaren aan inhoud en diepte winnen en steeds méér de moeite waard om te lezen. Want onderwerpen die studenten bezighouden kunnen ook voor een bejaarde als ik verrassend zijn en nieuwe inzichten bieden.

Tenslotte: een allerhartelijkste felicitatie ter gelegenheid van dit eerste lustrum aan alle redacteuren en medewerkers, die deze vijf jaren het blad ’smoel’ hebben gegeven. Moge er nog vele lustra volgen! Keep up the good work!

Ik ben zeer benieuwd naar deze retrospectieve.

Mady Oomen – Hox, secretaresse Studentenkerk.

4. The Making of Proviand - Steven Teerenstra

Woensdag 26 november 2003, 21:00 Erasmuslaan 15

Voor ons een flip over, en in mijn hand een stel markers: blauw, rood, groen. Op de flip-over kris-kras door elkaar post-its met kreten,termen en pijlen. Een indruk: schreeuwkoppen, TMT, wezenlijke drijfveer, 3 x V, faalangst, ….. De flow of ideas is even tot stilstand gekomen. Ik probeer weer even wat op te starten ”Iemand nog aanvullingen?Wie zouden we kunnen benaderen voor terror management theory?”

Een kwartier geleden hebben we het thema “Angst” gekozen. Ook hebben we nog over het thema “Werk” gepraat wat een goede tweede leek. Wat niet betekent dat dit een goede kans heeft om het thema van het hiernavolgend nummer te worden, want ik heb het in de afgelopen 5 jaar nog niet meegemaakt dat een nummer 2 van de vorige keer het thema van de volgende keer werd.

“We zijn weer bijzonder actueel,” stelt Theo vast, met een glimlach die doorklinkt in zijn stem. “In december is er een symposium van Beevee (de studentenvereniging van biologie) met als thema Angst. Ik zal daar praten over “Hier ben ik: bron van angst en verlangen”.

Ik zal Thijs eens mailen of hij tijd en zin heeft om dit symposium bij te wonen en er een verslag van te maken.

Zondag 30 november 2003, 19:00 Betafaculteit

In wat anderen het lelijkste gebouw van de universiteit noemen, brandt ’s avonds altijd nog wel ergens licht.

Voor me een kluwen beschreven post-its, de neerslag van de afgelopen brainstorm. Mijn taak: hier een leesbare, geordende samenvatting van maken. Iets preciezer gezegd: een voorzet voor de artikelen van het thema. Ik kan het me niet kwalijk nemen dat ik hier weleens tegenop zie.

Twee en half uur later heb ik dit op e-mail gezet naar de redactie en schrijvers:

1ste ordening van het thema: angst

----------------------------------

Motivatie van dit thema is het vermoeden dat angst (samen met liefde) een van de belangrijkste drijfveren van doen en laten, zeggen en zwijgen is. Daarmee is het heel fundamenteel.

Een ander punt is dat onze cultuur (en misschien niet alleen de onze) gevormd lijkt te zijn door angst te vermijden: we willen zekerheden creeeren, ook al zijn het schijn zekerheden. Dat duidt op ontwijkend gedrag.

Fundamentelere vragen (filosoof, socioloog, anthropoloog?)

---------------------

- is het "waar" dat angst (samen met liefde) een van de belangrijkste

drijfveren van doen en laten, zeggen en zwijgen is.

* Waarom?

* nut?

- kan je zeggen: vroeger was men meer bang voor dingen buiten de mens en nu

die "onder controle " zijn, is men meer bang voor het onbekende in

zichzelf?

* zo ja , waar duidt dat op?

Terrormanagement (psychologie)

---------------

Een theorie uit de psychologie over tactieken die mensen toepassen om angst

te vermijden/ermee om te gaan.

- wat is terrormanagement?

- waar toepasbaar?

- Heeft het studenten of anderen in het dagelijkse leven wat te bieden?

Maar zover is het nog niet. Aangewezen op je geheugen (“Waar stonden die 3 V’s ook al weer voor?”), wat inspiratie en transpiratie probeer je te ordenen en samen te vatten. Soms sneuvelen dan ideeën die tijdens de brainstorm zo aardig leken, maar waar je bij nader inzien helemaal niet meer ziet wat het er toe deed. Het omgekeerde bezorgt me wel eens eureka: wanneer je ontbrekende aspecten of verduidelijkingen ontdekt, juist door het ordenen. Alsof je een missing link vindt, waardoor de uitwerking van het thema completer, afgeronder wordt.

Datum 10 december 2003, 20:00, Erasmuslaan 15

“Als het kan zou ik graag op tijd naar huis gaan” zegt Theo. Hetzelfde geldt voor mij: ik hamer graag om half tien af, maar als er eenmaal een rush van goede ideeën losbreekt of nog lijnen uitgezet moeten worden, dan wil het nog wel eens iets later worden.

Gelukkig niet zo extreem als in de begindagen in 1999. Na 2 uur vergaderen, zat de melig- en gezelligheid er wel goed in, en gingen we vrolijk nog 2 of 3 uur door, wat ook makkelijk kan als je geen voorzitter hebt. Heel leuk, heel vermoeiend en …heel inefficient (alhoewel de laatste uitspraak misschien meer een exponent van de tijdsgeest is). Het contrast met nu kan haast niet groter. De redactie is een derde van wat het was aan de start, maar blijkbaar niet sub-kritisch: de kwaliteit en omvang van Proviand heeft er niet onder geleden, als ik zo de reacties terughoor.

Dinsdag 16 december 2003, 14:00, Beta faculteit

Voor mijn neus het telefoonnummer dr. Mark Dechesne van de RUG. Op mijn tafel een briefje met wat ik wil zeggen … als ik de kans krijg.

“Met Mark Dechesne”. Zijn stem klinkt wat verstoord, alsof hij (diep?) geconcentreerd bezig was, toen de telefoon ging.

“Met Steven Teerenstra van studentenblad Proviand uit Nijmegen. Wij hebben dit keer als thema Angst en vroegen ons af of u wat over Terror Management Theory zou kunnen schrijven.”

Ik maghem nog een keer toelichten dat Proviand een studentenblad is, dat het een Nijmeegs studentenblad is (en niet uit Groningen). Ik herken dat wel: als je zo koud uit de grond geconfronteerd wordt met een vraag, dan neem je niet alles in een keer op. Hoe dan ook, hij is niet direct onwelwillend: “Op zich vind ik de popularisering en bekendheid van TMT onder studenten belangrijk, maar ik weet niet of het schrijven van een artikel nu de gewezen weg is: ik geef ook onderwijs en daar kan ik ook al veel in kwijt. Bovendien heb ik het op dit moment vrij druk.”

Goed. Dan ga ik de drempel verlagen: “Het is niet nodig dat het artikel helemaal nieuw en origineel is: misschien heeft u nog een stuk uit een onderwijsblok liggen wat we zouden kunnen gebruiken. We lezen het dan en kijken of we het meteen kunnen plaatsen of dat we nog wat aanvullende vragen hebben. Het is niet de bedoeling dat u er veel tijd mee kwijt bent.”

Mark blijkt nog een dankrede te hebben liggen, uitgesproken bij de uitreiking van de Erasmus Prijs die hij had gewonnen. (Wat me niet verbaasd: tijdens mijn voorbereidende zoektocht op internet vond ik dat hij nu een beurs voor jonge getalenteerde onderzoekers had gekregen).

Hij zal die toespraak opsturen.

Toch goed dat ik gebeld heb. Net zoals in het begin moet ik me er nog steeds toe zetten om een beoogd schrijver voor een artikel op te bellen. Zomaar een wildvreemde bellen: wat moet je zeggen? Ook al heb je een aantal punten op papier gezet. Als je echter proefondervindelijk vaststelt dat e-mail niet alleen laagdrempelig is om te versturen, maar ook laagdrempelig is om te negeren, dan zet je je wel over je telefoonvrees heen. Het is bijna iedere keer weer een verrassing hoe het loopt.

“Mag ik u wat vragen?”

Ik heb net een studentenpsycholoog aan de lijn. We willen deze benaderen voor een artikel over faalangst bij studenten.

“Alleen als het kort is!”

Woooow. Volgens mij bel ik net in een periode van grote irritatie. Ik word verzocht volgende week terug te bellen, “als het de moeite waard is!”.

Een e-mail, een brief (beide onbeantwoord) en enkele uitgerinkelde telefoontjes verder, laat ik verdere pogingen varen.

Donderdag 22 januari 2004, 20:00 Bijleveldsingel

Date: Mon, 01 Dec 2003 22:26:37

From: “Guido Verhoek”

Subject: Re: fearful portraits

To: “Steven Teerenstra”

Hallo!

Já : ik ben de "Guido Verhoek" die je zoekt en ik wil best mee werken met wat dan óók...;-)

Groeten, Guido

----- In reply to -----

From: "Steven Teerenstra"

To: “Guido Verhoek”

Sent: Monday, December 01, 2003 9:14 PM

Subject: fearful portraits

> Beste meneer Verhoek, >

> Een tijdje terug hing er in de B-faculteit van de KUN een expositie van > "Fearful portraits" van Guido Verhoek.

> Mijn eerste vraag is eigenlijk of u > de Guido Verhoek van de expositie bent. >

> Dan roept natuurlijk de vraag op waarom ik dat zou willen weten...

> ons studentblad Proviand heeft dit keer als thema "Angst". Daarbij moest ik > gelijk denken aan de expositie "Fearful Portraits",

> die destijds ook bekeken hebt en die me > intrigeerde: een geisoleerde angstschreeuw ligt heel dicht bij plezier,

> maar ook kwaadheid aan. > Ik zou het leuk vinden om daar "iets" mee te doen in het kader van

> ons thema. > Een interview bijvoorbeeld waarin we kunnen ingaan op de Fearful > portraits.

>> Ik zou kunnen uitwijden, maar laat ik dat nu even niet doen.... eerst even > afwachten of u de Guido Verhoek bent die ik zocht.>

> Met hartelijke groet,> Steven Teerenstra

En nu (22 januari 2004, 20:00) leidt Guido ons (Wouter en ik) rond in zijn atelier aan de Bijleveldsingel. Vanaf de straatkant weggestopt in een souterrain verbaast het me hoe groot zijn atelier wel niet is: iedere keer weer een nieuwe kamer met zijn werk. De sfeer tijdens het interview met Guido is moeilijk in woorden te vatten, maar het is zeker een open, energiegevend, enthousiasmerend gesprek waarbij we veel kunnen lachen. Eigenlijk is het jammer dat we moeten eindigen. Het afnemen van interviews zoals deze beschouw ik wel als een van de voorrechten van Proviand: je krijgt voor even de kans om je te laven aan en deelgenoot te worden van het gedachtengoed en inspiratiebronnen van een ander. Op zijn minst houd ik er goede herinneringen aan over, op zijn best een stuk inspiratie.

Dat laatste was ook mijn gedachte achter de naam Proviand, 5 jaar geleden: voedsel (inspiratie) voor onderweg, op je levensweg.

Datum, tijd, 19:30 Erasmuslaan

Eindredactie vergadering. Voor de verandering ben ik eens op tijd (lees: te vroeg). Ik neem de stukken alvast door. De oogst is rijk:

- Het stuk van Chris, in tweede versie. De eerste was volgens mijn mederedacteuren niet door te komen, maar ik had het idee dat Chris aan essentiële punten raakte en wilde het stuk graag door de redactie krijgen. Met deze tweede versie heeft het stuk van Chris de metamorphose van rups naar vlinder doorgemaakt. Ik denk dat hiermee de bezwaren wel ondervangen zijn.

- De angstdialogen van Tim. Een bijzondere ervaring was het om via e-mail ‘gesprekken’ met Tim dit stuk te zien ontstaan. Ook Tim raakt aan essentiële dingen, en wel op een heel direct aansprekende manier.

- …..

Een uur later, als alles is goedgekeurd, stem ik met Theo in: “Dit dreigt weer een goed nummer te worden”.

Zondag 22 februari 2004, 14:00 Beta-faculteit

PC aangezet. Vrolijk begint Windows te laden. Ik schraap de Proviand ingredienten in een directory bijeen: plaatjes, artikelen, oproepjes, een redactioneel, citaten … Plaatjes waren dit keer makkelijk: de foto’s van Guido Verhoeks werk met de schreeuwkoppen zijn zo mooi. Daar vullen we wel een nummer mee. En anders doet de Schreeuw van Munch het altijd goed ;-)

Af en toe mis ik Judith wel. Niet in de laatste plaats om de mooie ontwerpen die ze wist te maken: voor voorkant en Citaat van de Straat. De laatste tijd verzorg ik de illustraties, met meer en vaker minder succes.

Maar weer eens een oproep voor illustrator plaatsen dan.

Ik loop nu bij elk artikel de verbeteringen voor stijl en spelling na die onze corrector Marieke voorstelt en zorg dat de naam van de schrijver, met korte omschrijving van zijn functie, een titel en eventueel ‘blokjes’, aanwezig zijn. Daarna schrijf ik het colofon en bundel ik alles om naar Mady te sturen, die zorgt dat alles in “het” stramien komt te staan.

Op zich is de eindredactie dus eenvoudig werk, wat niet wegneemt dat er weleens wat misgaat. Mijn grootste blunder was de toegift met citaten bij een artikel van Sander Kole te “verliezen”. Dat heb ik geweten. En terecht.

Vrijdag 27 februari 2004, 11:00 Erasmuslaan

“Ik heb het artikel van Tim samen met dat van Thijs gezet, want anders kon ik echt niet binnen de 24 pagina’s blijven. Ik heb echt geprobeerd te schuiven om het apart te krijgen, maar dan verknoeit Word de hele opmaak. En 10 van 1 heb ik in een kleiner lettertype gezet, want anders past het niet op 1 pagina.”

Mady heeft gelijk. Word is ook niet een echt prettig programma om een blad mee op te maken en dus stelt iedere Proviand wel weer zijn eigen uitdagingen aan Mady, mede omdat van drukkerswege het aantal pagina’s een viervoud moet zijn.

De final check: bladzijde voor bladzijde blader ik de opmaak door die Mady heeft gemaakt. Over 2 uur brengt Mady Proviand naar de drukker, dus grote wijzigingen en perfectionisme kan en wil ik niet nastreven. Temeer daar Word het principe “wie het onderste uit de kan wil, krijgt de deksel op zijn kop” huldigt.

Na wat kleine wijzigingen ga ik akkoord, zonder op te merken dat de header op de even pagina’s “oktober 2000” vermeldt in plaats van “maart 2004” zoals op de oneven pagina’s.

Over twee weken ligt Proviand weer in de bus en op de campus. Het zal je niet verbazen dat ik hem vrijwel nooit lees.

5. Proviand … een professioneel blad? - Patricia Veldhuis

Het was een lastige vraag, die Theo Koster me een tijdje geleden stelde. Of ik eens met een professionele blik naar een jaargang Proviand wilde kijken en vervolgens een afgewogen oordeel wilde geven. Kon, zo wilde Koster weten, Proviand de vergelijking met professionele bladen als Vox en KUzien doorstaan?

Een lastige vraag, omdat je appels met peren moet vergelijken. Vox wordt nu eenmaal gemaakt door een professionele redactie van vijf redacteuren en een handjevol freelancers. We werken bovendien met professionele fotografen en vormgevers, en hebben natuurlijk een budget om één en ander in een mooi, strak, fullcolour magazine af te laten drukken. Dit dus even ter relativering van de opmerkingen die ik straks zal geven over jullie blad!

Het grootste verschil tussen Vox en Proviand is natuurlijk dat Proviand een intern Themablad voor de Studentenkerk is, waar Vox de hele campus als ‘lezer’ heeft. Bovendien heeft Proviand weliswaar een eigen redactie, maar dit zijn bij mijn weten allemaal mensen die de stukken voor Proviand na en naast hun eigenlijke werk schrijven.

Afijn, om maar bij het begin te beginnen: ik had de Proviand wel eens zien liggen, maar er eigenlijk nooit echt in gelezen. Nu heb ik dat wel gedaan en vier nummers van het afgelopen jaar bekeken. Ik moet eerlijk zeggen: dat valt me niks tegen. De onderwerpen zijn goed en interessant, en inhoudelijk zijn het veelal boeiende en over het algemeen goed geschreven artikelen. Maarrrrr, ik heb natuurlijk wel een paar opmerkingen en aanbevelingen voor jullie.

De lay-out

Om eerlijk te zijn (en dat was per slot van rekening de opdracht), ik vind de opmaak van Proviand nogal saai. Voor buitenstaanders ziet het er niet als een ‘lekker’ blad uit. De cover vind ik een beetje rommelig. Je zou denk ik beter kunnen kiezen voor een hoofdkop en daaronder standaard drie of vier andere onderwerpen.

De artikelen zijn bovendien erg lang. Je moet wel erg geïnteresseerd zijn in een onderwerp om die lange grijze lappen tekst van a tot z uit te lezen. Het zou beter en lezersvriendelijker zijn of wat meer te werken met witruimte, streamers, en vooral illustraties!

Inhoudelijk

Met de artikelen an sich is niks mis. Veelal aardig geschreven, prima onderwerpkeuze. Alleen neigen de verhalen soms naar een beetje navelstaarderij. Het zijn af en toe bijna egodocumenten, en dan moet iemand wel erg goed kunnen schrijven en een erg prikkelende mening hebben om leuk en scherp te blijven. Je zou onderwerpen soms iets breder op kunnen pakken, denk ik. Wat ik heel leuk vind om te lezen, zijn de reacties van studenten en het interview, graag meer van dit genre! Wat dat laatste betreft: de interviewvorm is een manier om artikelen wat meer lucht te geven en zou ik beslist vaker gebruiken als ik in de redactie zat.

Onafhankelijkheid

Proviand is verbonden met de Studentenkerk en als zodanig geen onafhankelijk blad. Is dit een slechte zaak? In het geval van Proviand denk ik dat niet. Dit blad is er bij de gratie van de Studentenkerk en het is een prachtig medium om kerk en kerkbezoekers met elkaar in dialoog te laten gaan. Ik weet niet of er wel eens situaties zijn geweest waarin de redactie iets wilde publiceren wat werd geboycot door het kerkbestuur, maar kan me dat gezien de aard van het blad en de themakeuze amper voorstellen. Als hoofdredacteur van Vox (op papier onafhankelijk!) heb ik wel eens te maken met een boos bestuur. Ik kan me dan in veel gevallen beroepen op de onafhankelijke positie, in het geval van Proviand gaat dat natuurlijk niet. Is dat een probleem? Ik denk het niet. De kracht van jullie blad is juist de achterban, ergo de Studentenkerk.

Toekomst

Volgens mij heeft Proviand wel degelijk toekomst. We hebben het hier niet over een klein, onbeduidend blaadje, maar over een redelijk professioneel blad voor een grote, en naar mijn weten behoorlijk betrokken achterban. Van Theo Koster begreep ik dat het blad gegroeid is naar 950 exemplaren. Dat is niet weinig! Maar een blad bestaat natuurlijk vooral bij de gratie van de lezers. Die moeten het willen lezen, en die moeten ook willen reageren en zichzelf als het ware terugzien in de pagina’s. Als jullie er in slagen om jullie lezers thema’s aan te blijven bieden die de doelgroep aanspreken (en dat doen jullie nu volgens mij heel goed) en die thema’s op een aantrekkelijke manier in het blad te brengen (en dat kan links en rechts volgens mij iets beter) dan zal Proviand zeker nog een flink aantal jaren voor de boeg hebben.

Aanbevelingen

Kort samengevat heb ik een aantal concrete aanbevelingen voor de redactie:

Meer gebruik van witruimte

Minder lange lappen grijze tekst

Meer rubriekjes (vijf vragen aan, mini-interviewtjes, citaten uit andere bladen enz enz)

Meer foto’s of cartoons

Meer gebruik maken van andere vormen om je verhaal te vertellen, bijvoorbeeld het interview.

Patricia Veldhuis is hoofdredacteur van Vox, het onafhankelijk magazine van de Radboud Universiteit Nijmegen

6. Een stapel Proviand, veel al verouderd? - Leon Groenewegen

Vóór mij ligt een stapel bladen, vijf jaargangen Proviand, en die moet ik allemaal lezen. Ik heb immers gezegd een reflectie te geven op vijf jaar Proviand, terwijl ik pas enkele maanden met dit blad bezig ben. Twintig nummers die ik door moet lezen, vele al jaren verouderd.

Ik heb thuis een abonnement op een computertijdschrift en een wetenschapsblad. Als ik kijk wat daar vijf jaar geleden in geschreven is kan veel al niet meer boeien. Toen het geschreven werd was het actueel en ‘het nieuwste van het nieuwste’ vijf jaar later is het slechts nog aardig uit een vreemd soort nostalgie. Dit leek ook wat mij bij de Proviand te wachten zou staan.

Ik werd echter (niet voor de eerste keer) aangenaam verrast door de Proviand. Het lezen van vijf jaar oude bladen bleek al gauw helemaal geen last te zijn, maar een lust. Een onderwerp als (in)tolerantie (jaargang 1, nummer 2) blijkt nog steeds enorm actueel. Niet omdat het vijf jaar geleden over het nieuwste van het nieuwste ging, maar juist omdat de discussies tijdloos zijn. Ik lees:

“Tolerantie geldt uitsluitend binnen bepaalde grenzen, namelijk voor zover ze zichzelf beschermt en in stand houdt. Als een samenleving intolerante individuen of groeperingen de kans geeft hun ideeën in praktijk te brengen getuigt dat niet van tolerantie, maar van gebrek aan daadkracht.

Moeten mensen met extremistische (politieke) opvattingen dan de mond gesnoerd worden? Nee, dat is in strijd met de grondbeginselen van de democratie. Als tolerantie een deugd is die een intrinsieke waarde bezit, mag de intolerantie van de ander niet maatgevend voor mijn eigen tolerantie zijn. Optreden tegen intolerante lieden is pas gerechtvaardigd als zij de fundamenten van de samenleving ondermijnen en daardoor een daadwerkelijke bedreiging gaan vormen voor een klimaat waarin tolerantie kan gedijen.” en bedenk me hoe deze woorden van filosoof Victor Bulthuis meer zinnigs over de huidige situatie zeggen dan wat ik politici de afgelopen weken heb horen roepen.

Als een vijf jaar oude Proviand nog steeds wat te melden heeft, betekent dat dan dat er de afgelopen vijf jaar niks verbeterd is? Gelukkig niet. In vijf jaar Proviand is wel degelijk een ontwikkeling te zien. Er is met name meer structuur en duidelijkheid in het blad gekomen. Het eerste blad uit 1999 lijkt een samenraapsel van artikelen die op zichzelf de moeite waard zijn, maar verder bijna los van elkaar staan. Ondertussen is de Proviand uitgegroeid tot een echt themablad, met vaste rubrieken en een eigen stijl. Toch is dit niet ten koste gegaan van de diepgang en persoonlijkheid van de artikelen, die zeker zo aanwezig zijn als vijf jaar geleden.

Een bijna onvermijdelijk gevolg van deze diepgang en persoonlijkheid is dat de Proviand voor studenten een moeilijk toegankelijk blad is. Studenten hebben niet snel de neiging om “even een artikeltje Proviand” te lezen. De artikelen van de Proviand zijn vaak artikelen waar je goed voor moet gaan zitten en over na moet denken. Dit schrikt misschien af, maar het is naar mijn idee tegelijk ook een grote kracht van de Proviand en het punt waar het zich onderscheidt van veel andere bladen. Je moet even doorbijten, maar uiteindelijk blijken de schrijvers wel degelijk iets bijzonders te vertellen te hebben.

De ontoegankelijkheid wordt nog eens vergroot omdat de Proviand een blad is van de Studentenkerk. De (voor)oordelen die hieromheen hangen zijn de laatste jaren wellicht minder geworden, maar nog steeds hebben veel mensen het idee dat ze, als ze niet gelovig zijn, niks in de Studentenkerk te zoeken hebben. Bijna iedereen die om wat voor reden dan ook toch in de Studentenkerk terecht komt zegt achteraf prettig verrast te zijn. Ditzelfde effect geldt volgens mij voor de Proviand. Veel studenten kunnen er niks mee, omdat ze het blad nooit serieus hebben bekeken. Maar van de studenten die dat wel doen blijft een groot deel ook lezen.

De aansluiting met studenten is gelukkig ook iets wat de afgelopen jaren voor zowel de Studentenkerk als de Proviand duidelijk verbeterd is. Het is langzaam maar zeker veranderd van een blad waar soms ook studenten aan het woord komen tot een echt blad voor en door studenten. De thema’s worden gericht gekozen en benaderd vanuit de invalshoek van studenten en het eerste doel van de Proviand is om iets te vertellen waar studenten wat mee kunnen. Zij het door ze aan het denken te zetten, hulp te bieden of gewoon te laten weten “Hé, ik ben niet de enige die hier mee zit.”

Betekent dit dan dat de Proviand af is? De structuur die er niet was, is er en ook de aansluiting met de studenten is in de afgelopen jaren tot stand gekomen. Dus we zijn klaar? Naar mijn idee niet. Ik zie deze beide verbeteringen juist als nog steeds doorlopende ontwikkelingen. De structuur is er, maar hij kan nog steeds beter. Het blad heeft een betere uitstraling dan de nummers van vijf jaar geleden, maar kan op dat gebied nog steeds niet tippen aan mijn computertijdschrift of wetenschapsblad. Misschien is het ook nooit mogelijk om zo’n uitstraling te bereiken zonder dat het ten koste te gaat van de inhoudelijke diepgang van het blad. Maar misschien is het ook wel mogelijk en het lijkt mij de taak van de redactie om dit te proberen.

Met de artikelen zit het nu, net als vijf jaar geleden, wel goed, maar de manier waarop ze worden aangeboden is essentieel om ook de mensen die nog geen lezers zijn te interesseren en om de artikelen volledig tot hun recht te laten komen voor de mensen die al wel lezen. Het is duidelijk dat hier de afgelopen jaren veel aan verbeterd is, maar ik zie de nummers van dit jaar niet als het eindresultaat, maar als de zoveelste stap in een proces van verbetering dat misschien (hopelijk?) nooit afgelopen zal zijn.

Leon Groenewegen is student Natuurkunde aan de RU en aspirant-redactielid van Proviand.

7. Proviand: alleen voor studenten? -Gé Groenewegen

“Wat vind jij eigenlijk van Proviand?” vroeg Leon aan mij. “Och, wel aardig”, antwoordde ik. “Geweldig”, was de reactie, “iemand die niet enthousiast is. Zou je daar een stukje over willen schrijven voor ons jubileumnummer?” En aangezien u dit nu leest, kent u mijn antwoord.

Bij ons thuis vallen de nodige tijdschriften in de bus. Sommige blader ik meteen door. Even kijken wat er dit keer in staat. En voor ik het weet, zit ik te lezen. Zo’n tijdschrift gaat in mijn tas en in de trein naar mijn werk lees ik verder. Proviand valt niet in deze categorie. Dat komt op de stapel ‘binnenkort bekijken’. Dit bekijken gebeurt ook wel, maar uit deze voorselectie blijkt dat het gevoel van ‘wel een aardig blad’ een juiste kwalificatie is.

Waarom is dat zo? Van Hans-Dirk van Hoogstraten, oud voorganger in de Studentenkerk, heb ik geleerd over de gelaagdheid van ons leven en samenleven. Hij maakte onderscheid tussen een microniveau, bestaande uit jezelf en de paar mensen die je het meest nabij zijn, vervolgens het mesoniveau van je werk- of studieomgeving, de buurt waar je woont, de vereniging waar je bij hoort, en dan het macroniveau van de grote, onoverzichtelijke maatschappij, waarin zaken spelen als kabinetsplannen rond de sociale zekerheid, dreiging van terrorisme en de oorlog in Irak.

Proviand gaat over geloof, spiritualiteit en leven op micro- en mesoniveau. Het is volgens de eigen website “het blad van de Studentenkerk te Nijmegen, van, door en voor studenten”. Maar bij spiritualiteit en zingeving maakt het heel veel uit of je 20 jaar of 50 jaar bent. De levensvragen die mijn kinderen en de studenten in mijn klas bezighouden zijn wezenlijk anders dan de vragen die ik mijzelf stel. Een zoon van 18 hebben is echt anders dan een zoon van 18 zijn.

Moet de redactie van Proviand nu de formule van haar blad voor mij aanpassen? Absoluut niet! Ik ben inmiddels 30 jaar betrokken bij de Studentenkerk, heb ups en down meegemaakt en het blijft voor mij een inspirerende gemeenschap met vele facetten. Proviand is er daar een van. En dat ik het blad anders lees en waardeer dan de primaire doelgroep is geen probleem. Het is ‘wel aardig’, maar zeker de moeite waard. En niet alleen om te lezen, maar ook om er een stukje voor te schrijven.

Gé Groenewegen is docent wiskunde en statistiek aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.

8. Een graantje meepikken - Luce en André Konig

Eind 1997 kwamen wij in Nijmegen wonen. Bij onze oriëntatie in de stad gingen wij onder andere op zoek naar een kerkelijke gemeenschap. Voor ons betekende dat een plek om als gelovigen ergens bij te horen en inhoudelijk gevoed te worden. Wij werden getipt op een paar adressen, waaronder de studentenkerk. Wij woonden diensten bij op diverse lokaties en direct bij ons eerste bezoek aan een zondagsdienst in de studentenkerk voelden wij ons sterk hiertoe aangetrokken.

Natuurlijk moesten wij nog ingroeien, maar het klikte wat ons betreft van meet af aan. De oecumenische opzet, de verzorgde diensten, de persoonlijke benadering, de inhoudelijk sterke 'preken', de maatschappelijke betrokkenheid, de geestelijke ruimte die geboden wordt. Dat alles schept een sfeer waarin wij ons thuisvoelen en waar wij bij willen horen.

Zo kwamen wij na enige tijd in aanraking met Proviand en schreven ons in als abonnee. Het blad past prima bij de kenmerken van de gemeenschap. De naam roept associaties op met 'gods volk onderweg' en 'voedsel voor onderweg' , begrippen die ons dierbaar zijn. Het blad wordt zeer verzorgd uitgegeven en is prettig leesbaar. Natuurlijk is de eerste doelgroep de studentengemeenschap. Wat ons betreft vanzelfsprekend. Wij prijzen ons gelukkig dat wij een graantje mogen meepikken (over proviand gesproken!) van wat anderen, jongeren dan wij, denken en beleven. Het houdt ons vitaal. In de loop van de jaren vinden wij de opzet sterker geworden. De keuze voor één thema vanuit verschillende hoeken belicht is een gelukkige.

Wij realiseren ons dat er voor individuele mensen veel werk zit in de verzorging van steeds weer een nieuwe aflevering. Het is goed dat wij door de uitnodiging voor dit stukje de gelegenheid hebben om onze dank en waardering uit te spreken. Wij blijven trouwe lezers.

Luce en André Konig