prestatiedruk en leegte
2019 Tijd van je leven
Volgens de Koreaanse Duitse filosoof Byung-Chul Han hebben we tegenwoordig geen andere tijd meer dan de tijd dat we werken, arbeidstijd. Alles staat in het teken van werk en alle tijd waarin we niet werken is een vorm van rust om daarna weer hard aan de slag te kunnen gaan. “Hard aan de slag kunnen gaan”, hiermee is het allemaal samengevat. Alsof ons leven ervan afhangt. Pauzes, rustmomenten in de vorm van ‘mindfulness’, yoga, wandelen, die ontspanning moeten geven zijn in feite tussenfases tussen de verschillende tijden dat je aan het werk bent. Van de week hoorde ik dat een student aan een Amerikaanse universiteit afsprak om met vriendinnen samen een film te bekijken op tv. Maar iedereen nam ook studieboeken mee, om te studeren tijdens de reclames in de film. Geen tijd mocht er verloren gaan. Dat tekent onze huidige tijd: tijd is geld, tijd is kostbaar, tijd moet nuttig worden ingevuld. En als er al rustmomenten worden gecreëerd is het om te voorkomen dat je terecht komt in een burn-out over andere vorm van overspannenheid. Han schrijft dat de huidige prestatiemaatschappij de tijd gijzelt. De tijd wordt gekoppeld aan arbeid. De prestatiedruk schept vervolgens de druk dat alles sneller moet, alles moet meer en beter. Deze prestatiedruk zet je onder psychische druk, een vorm van pressie die de ziel uit je leven haalt. Zielloos lijk je dan meer op een zombie. Burn-out is dan volgens hem ook niet een arbeidsziekte, want arbeid werk niet noodzakelijk destructief, maar een prestatieziekte. Het is niet het werk als zodanig, maar de druk om te presteren, een neoliberaal principe, dat de ziel ziek maakt.
De tijd dat we werken kleurt niet alleen onze vakanties maar ook ons slapen volgens Han. Daarom slapen we zo onrustig want we zijn ook s ’nachts nog met ons werk bezig. Langzaam doen, afremmen van het tempo, is op zich nog geen alternatief voor deze ervaren prestatiedruk. Want afremmen van het tempo is slechts symptoombestrijding, het heft het probleem van de prestatie druk niet op. Niet vertraging maar een tijdrevolutie is volgens Han nodig om tegenwicht te bieden tegen de prestatiedruk in deze neoliberale samenleving waarin authenticiteit, prestatie, ambitie, slagen, schitteren, “yes we can”, hoog in het vaandel staan. In de beleving van de tijd als ik-tijd kan er voortdurend geschipperd worden. Het is de tijd die ik neem voor mezelf, de tijd die ik vrijwillig besteed, inzet, ten bate van mij zelf en de prestaties die ik wil leveren. Daarvan heb je onder prestatiedruk nooit genoeg, het werk komt nooit af. Die ik-tijd staat voortdurend onder druk, het moet sneller en het moet beter. Ook de wijze waarop je jezelf hiermee en hierin manifesteert kan altijd beter en mooier. In de ik-tijd draait het individu om zichzelf – een narcistisch cirkelen om het eigen ego. “Kijk eens hoe bijzonder ik ben, hoe authentiek, kijk eens wat ik allemaal kan, wat ik allemaal heb, kijk eens hoe goed het mij gaat, en dat allemaal op eigen kracht”. Dit soort slogans en getuigenissen vormt de inhoud van veel berichten op sociale media. Maar het is een ik dat, als de dingen niet lopen zoals ze zouden moeten lopen, terecht kan komen in een diepe depressie, want opeens lukt alles niet meer. In een van de Duitse kranten legt een vrouw, manager en moeder getuigenis af van wat haar is overkomen. Ze nam altijd heel veel taken op zich, zij wilde overal goed presteren, maar ze werd ook voortdurend belaagd door schuldgevoelens, door een gevoel van tekort schieten, zoals als manager, en misschien nog meer als moeder van haar kinderen. Dat ging een hele tijd goed, totdat ze op een moment helemaal niks meer kon: een soort van katatonie. Ze was helemaal verstard. Ze had te lang geteerd op haar energie, te weinig gerust, teveel geïnvesteerd, en te weinig gerelativeerd. Het schuldgevoel was er mede de oorzaak van dat ze harder liep dan ze kon lopen. Maar opeens was het over en uit. Daarna heeft het meer dan een jaar geduurd dat ze weer een beetje normaal kon functioneren.
Byubg-Chul Han pleit voor een tijdrevolutie. Niet de ik-tijd moet centraal staan, maar de tijd van de ander, de medemens, de tijd die ik geef en die ik besteed aan de relatie met de andere mens. Die tijd als gift aan de ander laat zich niet versnellen, laat zich niet onder druk zetten, en ze onttrekt zich aan prestatiedruk en efficiëntie-eisen. Maar in de neoliberale maatschappij is de tijd als gift volledig afgeschaft. Tijd is geld en alles wat je zomaar geeft, weggeeft, en wat niet in materiële componenten als geld is uit te drukken, wordt als zinloos ervaren, weggegooide tijd. We zien dat in de zorg voor de kwetsbare mens, in het onderwijs, in de handhaving van de orde door de politie, alles wat niet uit te drukken valt in economische waarde wordt weg bezuinigd. Er is geen ruimte meer voor menselijkheid, voor gratis tijd die je aan een ander besteedt. De ik-tijd maakt jou eenzaam, isoleert je, de tijd die je aan de ander besteed schept gemeenschap, zo Han. Dat is pas echt goede tijd. Net zoals de tijd die je samen doorbrengt bij een feest, het samen vieren en genieten, de tijd die je neem om goed te feesten en je er goed op voor te bereiden, net als het ondergaan van een ritueel, een religieus gebeuren, een viering. Dat kun je niet versnellen, daarin word je niet afgerekend op prestatie en efficiëntie.
Je hebt maar een lichaam, een leven, een levenstijd. Hoe gek ben je dan als je slaaf wordt van je werk, hoe gek ben je als je al je tijd in dienst stelt van je baas die er alleen maar financieel beter van wordt, en jij geestelijk armer? Hoe dom kun je zijn als je dit laat doorgaan, een leven lang?
John Hacking
24 oktober 2019
Bron:
Alles eilt, in: Byung-Chul Han, Kapitalismus und Todestrieb. Essays und Gespräche, Berlin 2019, (Matthes & Seitz), Pag. 102-106
2019 Leegte die je bij de keel grijpt
In onze samenleving word je voortdurend aangemoedigd om bijzonder te zijn, om op te vallen, om te schitteren. Studenten zijn bang voor de toekomst als zij het gevoel hebben niet genoeg bagage met zich mee te dragen, te weinig positieve ervaringen te hebben op hun CV, geen werkervaring, nauwelijks ervaringen met vrijwilligerswerk, geen cum laude met afstuderen, kortom ze voldoen niet in hun eigen ogen want welke werkgever wil nou zo’n “grijze muis”?
Byung-Chul Han oefent scherpe kritiek uit op deze vorm van dwang om zo authentiek mogelijk te zijn. Dat leidt volgens hem tot de narcistische dwang om zichzelf voortdurend te bevragen, te beluisteren, te bespieden, zichzelf te belegeren en tenslotte zichzelf te beschuldigen. De imperatief om authentiek te zijn en je zo te presenteren is volgens Han uiteindelijk een neoliberale productiestrategie. Alle aandacht die naar zelfontwikkeling, zelfontplooiing, zelfrealisatie uitgaat is daar een voorbeeld van. Ook het lichaam moet eraan geloven: ‘work-outs’, sporten tot je erbij neervalt, lichaam-correcties, noem maar op. Het ik wordt aan de dwang onderworpen als een soort van ondernemer om zich zelf permanent te produceren. Lukt dat niet, faalt men hierin, slaagt men niet en komt het zelfbeeld niet overeen met het ideaal dat men voor ogen heeft, dan kan dit leiden tot depressieve gevoelens als dit lang genoeg duurt. Je voldoet niet in je eigen ogen. Je bent voortdurend met jezelf bezig, het kost heel veel energie, je wordt er behoorlijk moe van, en je komt geen stap verder. Psychologisch uitgedrukt: je energie richt je niet op dingen buiten jezelf maar gaat helemaal op aan de zorg voor jezelf. Maar dat is een bodemloze put. Leegte en angst dat het nooit zal lukken kunnen dan het gevolg zijn en teveel leegte kan je de afgrond intrekken.
Byung-Chul Han wijst erop dat een gebrek aan zelfwaardering te maken heeft met een algemene beloningscrisis in onze samenleving. Je investeert en je krijgt er niks of veel te weinig voor terug. Je stopt heel veel tijd in arbeid, in taken die je jezelf oplegt maar je krijgt niet de waardering ervoor. In de ‘rat-race’ is het ieder voor zich. Alleen de beste en de slimste krijgt de waardering. Maar ook die is vaak nep. Wat heb je eraan als je de werknemer van de maand bent en daarna nog harder moet gaan werken om je eigen ideaal (of dat van de baas) te overtreffen?
Ieder van ons heeft behoefte aan waardering en aan liefde. De liefde van de ander geeft je pas houvast, maakt je leven stabieler, volgens Han. De narcistische relatie met jezelf werkt daarentegen destabiliserend. Vanuit je narcistische ik probeer je voortdurend de omgeving zo te manipuleren dat ze past in jouw zelfbeeld en dat voor je gevoel alles om jou draait. Grenzen tussen jou en de ander vervagen zo. Daardoor verlies je ook je houvast. De narcistisch ingestelde mens neemt de wereld waar als een vorm van schaduw van zichzelf. Het gevolg is dat de ander uit beeld raakt, hij verdwijnt. Het zelf raakt daardoor ontworteld en wordt voor zichzelf diffuus. Het ik verdrinkt in zichzelf.
Pas de relatie met de ander die tegenwicht biedt, die van je houdt, die je laat merken wat jij voor hem of haar betekent geeft je een gevoel van zelfwaarde. Anderen houden van je, voor hen ben je van belang. Daar kun je weer uit putten als je nadenkt over jezelf. Han stelt dat de narcistische vereenzaming van de mensen, de instrumentalisring van de ander (de ander niet meer in zijn ander-zijn waarnemen maar puur vanuit eigen gewin) en de totale concurrentiestrijd van allen tegen allen het beloningsklimaat verstoort in onze samenleving. Niemand gunt de ander nog het licht in de ogen want dan ben je in je eigen ogen minder waard. Dat is tragisch, een ontwikkeling die echter niet zomaar is te stoppen.
Han schetst in een artikel deze leegte van het zelf en de effecten daarvan op jongeren. Hij beschrijft de automutilatie van jongeren, het zichzelf snijden om überhaupt nog iets te kunnen ervaren in dit overweldigende gevoel van leegte en tekortschieten. Of anorexia en boulimie als uitingsvorm om greep op je lichaam en op je leven te houden, omdat je denkt dat dit de weg is. Maar waar ben je dan de baas over en wat levert het je uiteindelijk echt op naast alle frustratie en teleurstelling?
Beloning in de zin van ‘echt’ aandacht krijgen onttrekt zich aan elke vorm van kwantificering. Echte vriendschap, een relatie met een ander kan het ik voldoening geven, maakt het leven stabieler. In de sociale media ontbreekt vaak deze vorm van echte vriendschap als het alleen om applaus gaat, om ‘likes’. Dat is nep, levert geen echte waardering op want het is de waan van de dag en alles is zo weer voorbij en gaat onder in de miljoenen andere berichten en ‘likes’. De bevrediging is van heel korte duur.
Han schrijft dat veel jongeren tegenwoordig door angsten worden geplaagd, diffuse angsten waar ze zelf ook geen greep op kunnen krijgen: angst om te mislukken, niet te voldoen, angst om achtergelaten te worden, afgeschreven, angst om fouten te maken, of om verkeerde beslissingen te nemen. Angst om niet te voldoen aan de eigen verwachtingen. Ik ken genoeg studenten die hierdoor worden geplaagd. En men schaamt zich voor het tekortschieten. Automutilatie kan dan ook een vorm van straf zijn hiervoor.
Han schrijft ook de heden ten dage veel vormen van negativiteit (zoals psychische verwondingen die je kunt oplopen ) worden gemeden en dat geldt volgens hem ook in de liefde. Jezelf kwetsbaar durven opstellen brengt risico’s van pijn en van afwijzing met zich mee. Dat wil men liever niet. Ook de communicatie wordt vaak glad: een uitwisseling van positieve dingen. Verdriet, tegenslag, pijn worden weggedrukt, de taal ervoor ontbreekt in veel communicatie. Maar liefde zonder pijn bestaat niet. Als je de ander mijdt omdat je pijn wilt vermijden kom je van een koude kermis thuis. Eenzaam en leeg is je huis, het voelt koud en akelig aan. Je bent alleen.
Als je conflicten durft aan te gaan, niet alles alleen positief wilt ervaren en beleven, maar als je echt ervoor durft te gaan, inclusief het negatieve en de pijn, wil dat ook zeggen dat mensen en dingen je ter harte gaan. Daardoor kun je groeien, wordt je identiteit gevormd, krijgt ze pas echt gestalte. De persoon groeit en rijpt door het conflict. Automutilatie is in feite opgebouwde spanning snel laten afvloeien maar dat is slechts van korte duur. Je komt er geen stap verder mee, niets verandert.
Han wijst tenslotte ook op het feit van de ‘selfies’ en de drang zich zo te willen uiten. Hij noemt het een vorm van oppervlakkigheid en manifestatie van de buitenkant. Maar de innerlijke leegte wordt er niet door opgeheven. Zonder pauze communiceren op internet, elke leegte proberen te vullen, levert geen echte bevrediging op. De leegte die wij ervaren tussen deze vormen van actief zijn op internet lijkt volgens Han op de dood. Die moet zo snel mogelijk worden geweerd door zelf actief te zijn. Maar hoe snel we ook communiceren met elkaar, en hoe opgevuld ons leven wordt, door voortdurend weg van onszelf bezig te zijn met bijvoorbeeld de berichten op sociale media, het kan die dood niet op afstand houden en de innerlijke leegte niet opvullen.
Leven wil zeggen niet voortdurend in de actiestand staan. Leven wil zeggen leven tegen de achtergrond van lijden, de achtergrond van een einde, de dood die eens zal komen. Ook al is dat geen fijn idee, wil je hier liever niet aan. Maar het kan je wel helpen om andere keuzes te maken, stil te staan bij waar je mee bezig bent. Misschien vind je wel een heel nieuwe richting die heilvol en menselijk is. Het risico van de liefde durven aangaan, de relatie met een ander, met anderen. Misschien breekt dan wel een nieuw leven aan?
John Hacking
24 oktober 2019
Bron:
Quälende Leere in: Byung-Chul Han, Kapitalismus und Todestrieb. Essays und Gespräche, Berlin 2019, (Matthes & Seitz), pag 61-68